Wat kan ik je vertellen over .....
Dr. Patrick Quanten
Doodsoorzaken?
Het vaststellen van de oorzaak van een overlijden is het voorrecht van de arts. Enkel een gediplomeerde en gelicenseerde arts mag zo’n formulier invullen, hetgeen een officieel document is waarin staat waar het individu aan overleden is. Oorspronkelijk waren deze documenten een wettelijke noodzakelijkheid voor de Staat, die blijkbaar de ‘eigenaar’ is van het lichaam van de overledene, om het lichaam vrij te geven voor de begrafenis. Het document bepaalde dat de persoon aan een natuurlijke dood was overleden en dat de doodsoorzaak geleid heeft tot een wettelijk aanvaard natuurlijk overlijden. Dat was de enige reden voor deze documenten: het schriftelijk vastleggen van een natuurlijk overlijden.
Dan besloot de medische wereld om deze informatie te gaan gebruiken om statistieken te vullen over gepubliceerde aantal overlijdens aan een aantal uitgekozen ziekten. Ze benaderde deze informatie alsof de vernoemde doodsoorzaken ook de feitelijke redenen waren voor het overlijden, terwijl slechts uiterst zelden deze veronderstelde oorzaken wetenschappelijk bewezen waren. Het was wat de dokter geloofde waar zijn patiënt aan overleden was zonder ook maar enig bewijs dat dit inderdaad de echte reden was en zonder zelfs de noodzaak voor zo’n bewezen bevestiging. Het enige dat het document bevestigt is dat de persoon overleden is aan een gekende natuurlijke doodsoorzaak, in de opinie van de dokter. Hij moest zich geen zorgen maken over het al dan niet wetenschappelijk correct zijn van zijn bewering. En toch wordt deze informatie, gebaseerd op wat de dokter gelooft, nu gebruikt als ‘correcte’ informatie over de echte doodsoorzaak zodat regeringen in hun wetgeving en financiën kunnen gemanipuleerd worden.
Nu en dan werden er, ofwel voor medische redenen ofwel voor wettelijke redenen, autopsies uitgevoerd om de ‘ware’ toedracht van een overlijden vast te stellen. En soms, vooral bij jonge mensen en bij verdachte overlijdens in criminele onderzoeken, heeft dit geleid tot de identificatie van een enkelvoudige doodsoorzaak, maar in de overgrote meerderheid van klinische gevallen kwam men uit bij een aantal mogelijke doodsoorzaken voor elk overlijden. Bij het overlijden heeft het ziekteproces de functie van verschillende vitale organen en systemen al serieus ondermijnd zodat het zeer moeilijk, quasi onmogelijk, is om de ‘juiste’ doodsoorzaak te bepalen. Het gebruiken van deze documenten om statistieken samen te stellen over de demografische verschillen en over hoe het aantal doden voor een specifieke ziekte over tijd verandert toont eigenlijk enkel verschillen aan in de opinie van de dokters die de doodsoorzaken hebben opgetekend. Vandaar dat deze documenten doorspekt zijn met culturele en propaganda verschillen zonder ook maar ooit een waar beeld op te hangen over doodsoorzaken voor gelijk welke gekende of ongekende ziekte. Verander het geloof van de dokter over wat hij aan het behandelen is en zijn ‘inzicht’ waarom een specifiek individu komt te overlijden is meteen ook veranderd.
De ware reden voor elke dood is bijna onmogelijk om te achterhalen en geen enkele statistiek in dit verband bevat enige waardevolle informatie. Het toont enkel wat de dokters geloven de doodsoorzaken te zijn.
Het Verspreiden van Infectieuze Ziekten?
Wanneer ziekten overgedragen worden van het ene individu naar het andere dan moet het dragende element van de ziekte in staat zijn om het ene lichaam te verlaten alvorens het in het andere lichaam kan binnendringen. Aangezien de binnenbekleding van elk lichaam, dus ook dat van de aanbrenger van de ziekte, voorzien is van een stevige bescherming, ofwel huid ofwel membranen, op een volledige en ononderbroken manier dan kan er enkel een succesvolle uittreding optreden van zodra er een fysische breuk optreedt op tenminste één plaats, maar meer gebruikelijk op meerdere. Het ziekte dragende element moet dus in het lichaam aanwezig zijn én de verdedigingslijn moet onderbroken zijn alvorens het element zich in de buitenwereld kan begeven waar het dan potentieel kan worden opgepikt door een ander levend wezen. Om dit te kunnen voltooien moet het zich vrij kunnen maken van het eerst geïnfecteerde lichaam en het moet in de buitenwereld kunnen overleven.
Hoe de eerste persoon geïnfecteerd is geraakt blijft altijd een mysterie.
Wanneer de verdedigingslijn doorbroken wordt dan betekent dit een verstoring van de normale functie van het systeem, of het hier om de huid of het membraan gaat. Doorheen deze opening kan er water en chemicaliën naar buiten stromen, hetgeen het evenwicht in de onmiddellijke omgeving van de gebroken verdediging verstoort. Dit toont zich door ofwel een overdreven hoeveelheid vloeistof zoals slijmen, bloed, zwelling, of tekens van ontsteking, de natuurlijke reactie van een levend weefsel om de opening te dichten. Zonder enig uitwendig teken is het heel onwaarschijnlijk dat gelijk welk ziekte element in grote getale het lichaam kan verlaten. Wanneer enkel hele kleine hoeveelheden ontsnappen op een gelijkaardige manier als wanneer een paar druppels bloed uit een bloedvat ‘lekt’, hetgeen heel snel hersteld wordt, dan is er geen schade aangericht en wordt er geen verandering vastgesteld in de omgeving.
Eens het dragende element aanwezig is op de huid of op de membranen – de binnenkant van de mond, neus, keel, longen of het spijsverteringsstelsel – moet het nog in staat zijn om zich los te maken van het lichaam alvorens het een ander lichaam kan tegenkomen. Hiervoor moeten de gelekte elementen, die vooral door vloeistoffen worden gedragen, uit het lichaam gestoten worden in een buitenomgeving waar er potentieel een ander lichaam aanwezig is. De manier waarop dit gebeurt behoort tot de ziektesymptomen die algemeen aanzien worden als een indicatie voor die specifieke ziekte. Dit zijn, inderdaad, tekens van een haperend functioneren binnen in het lichaam van de drager, van de zieke persoon.
Zonder zulke ziektesymptomen heeft de wetenschap nog steeds geen bewijs gevonden dat een ziekte dragend element het lichaam van de drager kan verlaten om dusdanig de ziekte te verspreiden.
Als een ander besmet zal worden door de drager dan moet deze laatste het bewuste ziekte dragende element uit zijn lichaam kunnen stoten in zijn of haar directe omgeving.
Wetenschap heeft vastgesteld dat de concentratie aan geïnfecteerd materiaal in de omgeving van een bepaalde grootte moet zijn alvorens een overdracht van ziekte kan plaatsvinden, maar er werd nooit een exact cijfer opgeplakt. De waarheid is dat de wetenschap enkel het concentratie argument gebruikt om een mislukking van overdracht te verklaren. Als er geen ziekte wordt overgedragen daar waar zij het wel verwachten dan vertellen onderzoekers ons dat dat is omdat de concentratie aan geïnfecteerd materiaal te laag is, alhoewel zij nooit de minimum drempel bepaald hebben waarboven zo'n transmissie altijd zou moeten plaatsvinden.
Micro-organismen zoals bacteriën en schimmels kunnen aangetoond worden in vloeistoffen afkomstig van zieken wanneer deze vloeistoffen ingezameld zijn op het lichaamsoppervlak of erg dicht erbij. Levende organismen heeft men enkel aangetoond in een gebied van ongeveer een halve meter rond een erg zieke persoon wanneer de vloeistoffen met kracht worden uitgestoten zoals bij niezen of hevig hoesten of projectiel braken. Onder andere omstandigheden zijn deze micro-organismen nooit aangetoond in de onmiddellijke omgeving van een ziek persoon, noch dat deze microben op zichzelf in zulke vloeistoffen kunnen overleven.
Om een directe overdracht tot stand te brengen tussen twee individuen moet die tweede persoon aanwezig zijn in de onmiddellijke omgeving van de zieke die dan het ziekte makende element moet uitdrukken over deze persoon.
Veronderstel dat dit het geval zou zijn - in het echte leven heeft de wetenschap dit nog nooit kunnen aantonen! - dan moeten er genoeg dragerelementen het lichaam van de andere persoon bestoken om er een breuk in de verdediging ofwel te creëren ofwel te vinden. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat dit niet kan gebeuren in mensen die echt gezond zijn op het moment van de ontmoeting. Het lijkt er sterk op dat het dragende element aan de buitenkant van het lichaam enkel in staat is om binnen te dringen wanneer er al een zwak punt bestaat op de membranen, hetgeen een onderliggende ziekte suggereert.
Dus, wanneer een persoon ziek wordt met gelijkaardige symptomen als de persoon waar hij mee in contact kwam dan is dat op zich nog helemaal geen bewijs dat er een overdracht heeft plaats gevonden van een substantie die drager is van de ziekte. Wat men eventueel wel kan zeggen is dat er een connectie is tussen de twee zieke mensen, maar om er dan een oorzakelijk verband van te maken moeten er meer details beantwoord worden. Als een ziekte dragende substantie, zoals bijvoorbeeld een microbe, gevonden wordt die aanwezig is in beiden op hetzelfde tijdstip als de ziekte zelf dan bewijst dit nog niet dat deze microbe de ziekte ook veroorzaakt heeft. Om dat te bewijzen moet men aantonen dat iedereen die die specifieke ziekte heeft ook die specifieke microbe meedraagt en dat niemand anders, ofwel een symptoomloos iemand ofwel iemand met een andere ziekte, die specifieke microbe in zich heeft. Daarnaast moet er ook nog aangetoond worden dat wanneer die microbe in een gezond systeem gestoken wordt die specifieke ziekte, en geen andere, altijd ontwikkelt in die gezonde persoon. Het blijkt dan dat de wetenschap nog nooit een causaal verband heeft kunnen aantonen tussen gelijk welk organisme dat men ervan heeft beschuldigd een bepaalde ziekte te verspreiden! Wat wel al duidelijk geworden is is het feit dat alle organismen zogezegd verantwoordelijk voor het veroorzaken van welbepaalde ziekten, op één of ander tijdstip, leven binnenin ons lichaam zonder daar enige symptomen te veroorzaken.
Dit is de waarheid over levende micro-organismen die we aantreffen in ziek weefsel en waarvan we kunnen aantonen dat ze levend aanwezig zijn ten tijde van hun ontdekking in dat weefsel. Dus voor levende micro-organismen heeft de wetenschap geconcludeerd dat men die niet verantwoordelijk kan stellen voor de ziekte en dat men ze niet kan veroordelen voor het veroorzaken van die ziekte. Aanwezig zijn op de plek van een misdaad maakt van iemand niet noodzakelijk de dader.
Eens de wetenschap in de problemen geraakte door geen oorzakelijk verband te kunnen aantonen tussen een levend organisme en een specifieke ziekte besloot de medische wereld om een andere onzichtbare 'oorzaak' naar voren te schuiven, eentje die zo klein is dat die niet gezien kan worden in levende lijve en eentje die binnen in een cel 'verblijft'. Hierbij komt dan natuurlijk de vraag naar boven, waarom zo'n interne drager substantie, die enkel kan bestaan binnen een cel, niet geëlimineerd wordt bij de dood van de cel. De medische wereld geeft toe dat dit kleine ballonnetje, die men 'een virus' genoemd heeft, geen levende entiteit is. Daar is het veel te klein voor en het heeft ook geen interne organellen (organen en structuren) die nodig zijn voor een metabolisme. Ondanks het feit dat het zich niet voedt, geen metabolisme heeft en niets uitscheidt, wordt er toch van gezegd dat het zich voortplant, weliswaar niet onder eigen stoom maar door gebruik te maken van het DNA van de gastcel, door het reproductieve systeem van de cel te kidnappen en de gehele cel af te stemmen op niets anders dan de productie van virussen. De medische wereld laat na om uit te leggen hoe een ballonnetje zonder metabolisme, en dat zelfs niet eens levend is, in staat is om de reis te maken doorheen de innerlijke structuur van de cel op een gelijkaardige manier zoals men aangeeft dat een micro-organisme het lichaam zou infiltreren vanuit de buitenwereld. Bovendien moet dit ultrakleine ballonnetje dat niets kan doen, dat geen enkele activiteit toont, in staat geacht worden om het hele defensiemechanisme van het lichaam, dat met de taak belast is om vreemd materiaal buiten te houden, te ontwijken en ook nog zijn weg te vinden voorbij de cellulaire afweermechanismen om door te kunnen dringen tot de kern van elk levend wezen, de celkern. Blijkbaar is geen enkele lichamelijke afweer, groot of klein, in staat om deze niet-levende entiteit op te sporen en te vernietigen!
Wetenschappers hebben vele malen geprobeerd om zulke virussen te introduceren in de lichamen van gezonde personen om ziektepatronen en geneesmiddelen te onderzoeken. Over de decennia en over de werelddelen zijn ze er nooit in geslaagd om een hogere besmettingsgraad te verwezenlijken dan 13%, zelfs niet wanneer ze het virus al voorbij de membraanverdediging aanbrachten. En het gemeten effect van zo'n inbrenging gaat dan nog niet eens over het waarnemen van mensen die ziek worden, maar enkel over het aantonen van een reactie in een bloedtest van cellen en eiwitten waarvan men zegt dat ze een uitdrukkingsreactie is van het immuunsysteem op het inbrengen van het virus. Men geeft aan dat men in een klein aantal mensen een lichte stijging waarneemt van ofwel specifieke cellen ofwel specifieke eiwitten waarvan zij zeggen dat deze een uitdrukking zijn van een stimulatie van het afweersysteem van het lichaam.
De wetenschap heeft nooit aangetoond dat een ziekte kan uitgelokt worden door contact met een virus. Het kon dit niet aantonen in het contact met microben en het heeft dat zeker niet gekund met betrekking tot virussen. Zelfs wanneer een virus aanwezig zou zijn in de onmiddellijke omgeving van een zieke, hetgeen wetenschappelijk onmogelijk is om aan te tonen, en zelfs wanneer de zo gezegde 'drager' van het virus het lichaam is binnengedrongen (waterdruppeltjes, lucht, huid, lichaamsvloeistoffen, oppervlakken), dan bestaat er nog geen enkel wetenschappelijk bewijs dat dit ook maar enig effect in het lichaam veroorzaakt.
Is het mogelijk om de aanwezigheid van zo'n klein deeltje zoals een virus in de lucht of in waterdruppeltjes aan te tonen? Het antwoord is dat het bijna onmogelijk is. Het is een zeer complexe zaak, vraagt veel tijd en kost een pak geld, aangezien er een electronmicroscoop aan te pas moet komen. Door de enig mogelijke manier om wat zij een virus noemen te visualiseren (een foto van het virus) naast zich neer te leggen maakt de medische wereld het zich principieel gemakkelijk. Ze beweren dan dat ze het virus chemisch gaan 'isoleren' in plaats van de al dan niet aanwezigheid visueel aan te tonen. In de loop der jaren zijn er verschillende aankondigingen geweest over de isolatie van een virus maar geen enkele keer heeft de wetenschappelijke gemeenschap zulke uitspraken aanvaardt aangezien de zuivering van het substraat dat gebruikt wordt om virussen te 'vermenigvuldigen' overloopt van de wetenschappelijke fouten, veronderstellingen eerder dan feiten. Het blijkt onmogelijk om zulke kleine ballonnetjes uit te filteren vanuit een algemeen cellulaire vuilbak. Het 'identificeren' van het virus door de medische wereld is geen identificatie van een virus maar wel een herkenning van een klein stukje DNA sequentie of soms zelfs maar een eiwitstructuur. Aangezien elke cel opgebouwd is uit dat soort deeltjes en stukjes is het potentieel mogelijk om zulke brokstukken te vinden in elk weefsel waar cellulair afval voorkomt. Er is niets specifieks aan een virustest, gelijk welke de medische wereld ook in gebruik heeft. De aanwezigheid van 'een virus' kan niet aangetoond worden door chemische analyse van cellulair afval.
Als er op zoveel gebieden geen ondersteuning te vinden is voor een theorie en als zoveel observaties de theorie tegenspreken dan is het wetenschappelijke onzin om zo'n theorie te gebruiken om voorspellingsmodellen en behandelingprotocols op te zetten. In verband met infectieuze ziekten zou het wetenschappelijk zinvol zijn om over te stappen naar een andere microbe theorie. Een twee eeuwen oude theorie is beschikbaar, welke nog niet nagelaten heeft om vragen over infecties te beantwoorden. Overeenkomend met de nieuwe fysica van de twintigste eeuw zouden we er goed aan doen moest de geneeskunde ook overstappen naar een energetische benadering van het leven.
Epidemieën?
Epidemieën - het verspreiden van ziekten op een grote schaal doorheen de gehele bevolking - heeft altijd al plaatsgevonden en maakt deel uit van de natuur. Eigenlijk is een infectie, net als een ontsteking gewoon een natuurlijk fenomeen. Deze ontstaan zonder enige aanwijsbare reden binnen elk levend organisme. Het is aan de wetenschap om die reden te ontdekken en binnen dat antwoord moet er dan ook een begrijpen liggen waarom zoveel mensen aan dezelfde ziekte lijden op min of meer hetzelfde tijdstip. Om zo'n antwoord te kunnen vinden is het noodzakelijk dat we ons distantiëren van een theorie over infecties die zo overduidelijk niet klopt.
Waarnemingen omtrent epidemieën tonen ons een aantal interessante feiten. Aan het prille begin van een epidemie is het bijna onmogelijk om een materiële bron van de infectie aan te duiden, een brom van waaruit het lichaam van een contactpersoon aangevallen en gepenetreerd wordt. Als we de condities van fysische overdracht in acht nemen dan is er bijna nooit enig bewijs van zulke overdracht mogelijk. De verhalen zijn dan doorspekt met woorden zoals "hoogstwaarschijnlijk" of "mogelijks" maar we moeten goed beseffen dat dit niet om wetenschappelijke bewijsvoering gaat.
Een oorzakelijk verband tussen een veronderstelde bron en een eerste geïnfecteerde persoon ontbreekt.
Daarenboven vindt men aan het prille begin van een epidemie, wanneer de allereerste gevallen binnen een specifieke gemeenschap of gebied gediagnosticeerd worden, geen enkel verband tussen deze personen waarbij een fysische overdracht eventueel zou hebben kunnen plaatsvinden. Geen fysisch contact, noch direct of indirect via oppervlakken die ze gebruiken, kan aangetoond worden, hetgeen een absolute noodzakelijkheid is om in een externe oorzaak van de infectie te kunnen geloven. Men vertelt ons verhalen over microben die zich op een bepaalde plaats koest gehouden hebben en iedereen met rust gelaten hebben behalve die ene sukkelaar, of men wil ons laten geloven dat de microbe ergens in de buurt is terechtgekomen en op een of andere manier zich verplaatst zou hebben naar het gebied van de infectiehaard zonder ook maar ergens enig teken van leven te geven tijdens zulke mysterieuze tocht.
Een bevestigde overdrachtvorm tussen deze vroege slachtoffers is slechts uiterst zelden aanwezig.
Eens de epidemie op volle toeren draait en iedereen of tenminste iedereen binnen een bepaalde gemeenschap of gebied in contact komt met de zogenaamde bron van infectie dan nemen we waar dat niet iedereen geïnfecteerd geraakt. Veel testen voor het aantonen van een infectie is erg populair geworden maar werd wetenschappelijk bewezen van heel weinig nut te zijn aangezien, en dit geldt voor alle testen die in gebruik zijn, men nooit een direct verband kan aantonen tussen een positieve test en een persoon met ziektesymptomen. Het aantal mensen die ziek worden met symptomen die gerelateerd worden aan een bepaalde ziekte is altijd veel kleiner dan het aantal mensen dat met de ziekte in contact is gekomen.
Het meest fantastische in verband met een epidemie die door een hele gemeenschap raast is het feit dat een heel groot deel van de bevolking niet ziek wordt.
Het is een feit dat het wetenschappelijk onmogelijk is om te weten te komen hoeveel mensen er geïnfecteerd werden en wie juist, maar wat we wel weten is dat de overgrote meerderheid van diegenen die in contact gekomen zijn met de ziekte niet ziek worden. De geschiedenis is bezaaid met voorbeelden als we maar geïnteresseerd zijn. De melaatsenkolonie op Moloka'i werd erg beroemd in de katholieke gemeenschap vanwege Pater Damiaan en z'n werk daar. Maar zijn werk werd verder gezet door Zuster Marianne Cope, die samen met twee andere nonnen bereid waren om daar in 1888 naar toe te gaan om er te leven en voor de zieken te zorgen. Zij bleef op het eiland tot ze in 1918 daar overleed op 80-jarige leeftijd. Ondanks continue directe contacten met de melaatsen werd geen enkele van de drie zusters besmet.
Overeenkomstig met de ontdekking dat voor zover het de overdracht van ziekten aangaat het nodig is om ons begrip hierover te verleggen van fysisch naar energetisch zou het ook verstandig zijn om onze visie op de uitbreiding van een epidemie te gaan beschouwen als een energetisch fenomeen.
Immuniteit?
De medische wereld houdt ervan om ons te informeren over de staat van ons immuunsysteem, hoe het ons beschermt maar ook hoe het ons aanvalt. Ze geven ons geen reden waarom het immuunsysteem zo kwaad zou worden op ons dat het beslist om ons niet langer te beschermen maar ons probeert te doden. Dit is natuurlijk een complete ommezwaai in de functie van het immuunsysteem en het is dan ook een grote teleurstelling dat de medische experten ons hiervoor geen verklaring kunnen bieden. Het moet voor hen zo frustrerend zijn om niet te weten wie de vijand is en niet te weten wat er gaat gebeuren tot het gebeurt.
Als we kijken hoe zij immuniteit evalueren en meten dan blijkt dat geen enkele van de aangeboden testen eigenlijk een maatstaf zijn voor de weerstand tegen ziekte. In plaats daarvan worden er veranderingen waargenomen in verschillende cellen en eiwitniveaus die gelinkt worden aan vreemde indringers zonder dat ze kunnen zeggen wie de aanvaller is en zonder dat ze een verband kunnen leggen tussen de hogere gemeten waarden en een specifieke indringer. Wanneer ze zelf vinden dat ze een hoog niveau aangetroffen hebben van gelijk welke parameter die ze gebruiken dan zeggen ze simpelweg dat het veroorzaakt werd door een indringer.
Van geen enkele van hun testmethodes is ooit bewezen dat ze een betrouwbare waardemeter zijn voor de bescherming tegen ziekte. Vele mensen met hoge waarden tegen een welbepaalde ziekte blijken toch nog besmet te kunnen geraken en vele mensen met lage of onbestaande waarden blijken volledig beschermd te zijn tegen zulke ziekten.
Geen enkele van hun testmethoden zijn specifiek voor gelijk welke ziekte en zij geven zelfs toe dat er vele kruis-positieve reacties zijn, waarbij een gemeten hoog niveau tegen een welbepaalde ziekte je ook kan beschermen tegen andere ziekten. Maar ze kunnen je niet met zekerheid vertellen tegen welke je dan beschermd bent en ze kunnen je ook geen bescherming garanderen. Ze nemen nota van de onrechtmatigheden van hun theorie maar ze gebruiken die waarnemingen niet om hun inzichten te verruimen.
Aangezien de medische wereld niet precies lijkt te weten wat ze testen en wat het betekent kan dit moeilijk als een wetenschappelijke methode aanzien worden.
Nochtans heeft de wetenschap wel al aangegeven hoe bescherming tegen ziekte zich voltrekt. In het midden van een klein bos wordt een boom geïnfecteerd met een welbepaalde ziekte waarvan men weet welk eiwit zo'n boom produceert om zich te beschermen tegen die bepaalde ziekte. En inderdaad, binnen een aantal minuten produceert deze boom dat specifieke eiwit, zoals verwacht. Wetenschap heeft aangetoond dat na een korte tijd al de bomen van dezelfde soort in dat bos, zelfs diegenen aan de buitenkant van het bos, hetzelfde eiwit beginnen te produceren. Zelfs zonder enige mogelijkheid van een fysieke overdracht - geen direct contact en een te korte tijd (de geïnfecteerde boom is zelfs nog niet ziek geworden!) - beginnen gelijksoortige bomen zich te beschermen alsof zij weten dat deze specifieke ziekte zich in hun buurt bevindt.
De bescherming tegen specifieke ziekten gebeurt alvorens er een fysiek contact is met de ziekte. Het is dus geen fysische overdracht van de ziekte waardoor het immuunsysteem stimuleert en 'een immuunreactie' op gang komt. Maar dan moet het organisme de aanwezigheid van het gevaar in de omgeving wel ruiken of aanvoelen! Dat is dan effectief gezien een energetische overdracht.
Wat kan ik je vertellen over de wetenschap die de medische wereld gebruikt?
Het zijn allemaal voorbijgestreefde modellen, sommige waren zelfs al waardeloos toen de allopatische geneeskunde uitgevonden werd door John Rockefeller zo'n tweehonderd jaar geleden. Maar aangezien de uitvinders en investeerders van onze geneeskunde zakenlui waren hebben ze gekozen, en dat doen ze nog steeds, voor het meest winstgevende systeem en eentje waar de mensen totaal van afhankelijk zouden zijn. Om zo'n droom waar te kunnen maken moet men zich vastbijten in dezelfde verhalen en dezelfde tactieken van het vernederen van elke oppositie, hetgeen niet moeilijk is wanneer je ook het gehele media-apparaat beheert en alle regeringen van jou afhankelijk zijn.
De werkelijkheid is veel erger en veel ongeloofwaardiger dan waar je menselijke fantasie je naar toe kan brengen. Dat is hetgeen ik je over onze geneeskunde kan vertellen.
Ik heb er genoeg van!
Geen enkele uitleg die steunt op een fysisch gegeven van materie kan zelfs maar in overweging genomen worden een zaadje waarheid te bevatten in de wetenschappelijke zoektocht naar antwoorden op de fundamentele vragen van het leven.
Je mag geloven wat je wilt, maar vergeet niet dat zelfs dát de werkelijkheid niet verandert. Ongeacht in hoe grootte getale je bent. Ongeacht hoe democratisch je wilt zijn. De geschiedenis toont aan dat in de ware wetenschap de meerderheid altijd fout is!
Ik sluit alle verbindingsdeuren naar geneeskunde toe en ik open alle deuren naar de wetenschap.
Juli 2020