Afvalbeheer
Patrick Quanten
Als ik onze maatschappij in ogenschouw neem dan kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de ophoping van afval zeer snel een enorm probleem aan het worden is. De inspanning die de gemeenschap moet leveren om niet te verstikken in de berg die er achter blijft nadat ze zich geamuseerd hebben is bijna niet meer op te brengen. Het vreet heel wat tijd en geld om de afval op te halen, op te slaan en te vernietigen, terwijl het in tussentijd meer en meer ruimte inneemt. Waardevol en broodnodig land is bezaaid met en wordt onbruikbaar gemaakt door de steeds groeiende berg. Zelfs recycling vergt heel veel energie en geld en het is zeker niet de gemakkelijke optie. Het vergt ook weer tijd hetgeen toelaat dat afval verder ophoopt terwijl we ermee "bezig zijn".
Het is een gelijkaardig verhaal wanneer we naar onze energieproductie kijken. Produceren wat we nodig hebben is geen probleem. Aan de andere kant is een oplossing zoeken voor de afval die zo'n productie genereert een enorm probleem. De moeilijkheden variëren van vervuilende gassen, die zuurstof verdringen en die de schuld krijgen van klimaatveranderingen, van slechte lucht in onze steden en van het groeiende aantal zieken in de gemeenschap, tot de onstabiliteit van de grond waarop we lopen, hetgeen leidt tot aardverschuivingen en aardbevingen, tot de opslag van dodelijk materiaal dat nooit vergaat. En onze "groene" alternatieven zijn geen stuk beter, want die veroorzaken verstoringen van het natuurlijke leven en ze blijken andere grote nadelen te bezitten die men pas veel later zal toegeven. Het principe blijft hetzelfde: wanneer we steeds groeiende vragen creëren dan produceren we meer en laten dan ook meer en meer afval achter.
De natuur zelf is niet anders. Hoe meer activiteit de aarde zich in engageert hoe meer puin, rotzooi, het creëert. Hoge elektrische activiteit in de atmosfeer leidt tot zware stormen die schade berokkenen aan het land in de vorm van overstromingen, windschade en mogelijks brandhaarden. Elk van deze effecten heeft verwoestende gevolgen voor het aardoppervlak. Hoge activiteit in de aardkorst leidt tot aardbevingen, tsunamis, aardverschuivingen en vulkanische uitbarstingen. Voor een groot deel hebben deze allemaal vernietigende effecten op het aardoppervlak.
Zelfs onze eigen lichamen lijken een gelijkaardig probleem te hebben met afval. Oude geneeskundige en filosofische systemen wijzen erop dat ziekte een gevolg is van de opstapeling van afval binnenin de cellen en in de weefsels. Ze beschuldigen de omgeving nooit de oorzaak te zijn van gelijk welke ziekte. Ze zien de omgeving als een geheel van invloeden waar de mens op moet reageren. Hoe goed en efficiënt we hierop reageren is dan een reflectie van onze gezondheidsstatus. Met andere woorden, hoe meer energie we nodig hebben om in evenwicht te blijven en gezond te blijven hoe meer afval onze cellen produceren. Hoe meer afval we vergaren hoe moeilijker ons functioneren, ons reageren, wordt. Dit toont zich dan in allerlei manieren van slecht functioneren van ons systeem; sensaties en observaties die wij ziekten noemen.
Wanneer we het zo bekijken dan lijkt het er sterk op dat alles op dezelfde leest geschoeid is. Nu zou je dit van tafel kunnen vegen door te beweren dat het een te eenvoudige voorstelling is maar vele wetenschappers zijn er stellig van overtuigd dat het hele universum draait volgens wat men genoemd heeft universele wetten. Feit is dat Einstein, en elke serieuze natuurwetenschapper na hem, op zoek was naar de "eenheidstheorie", een groep wetten die alle gebeurtenissen en krachten van het universum zou verenigen. Vanuit dat startpunt vraag ik me af wat we kunnen leren uit onze omgeving voor zover het overleven aangaat? Vergeet niet dat de aarde het al een heel lange tijd gered heeft zonder onze aanwezigheid en ze is er toch nog steeds!
Wanneer we natuurlijke fenomenen die verwoesting veroorzaken en die veel afval achter laten eens van nabij gaan bekijken dan kunnen we enkel verbaasd zijn over de regeneratiekracht van de eenheid aarde. Laten we eens naar kleinere eenheden kijken om te zien wat er gebeurt. Eén ding dat ons opvalt is dat wanneer er veel voedsel aanwezig is het aantal beestjes dat zich daaraan voedt snel toeneemt in de omgeving. Ze verorberen veel voedsel hetgeen de voedselberg doet verminderen, hetgeen leidt tot verhongering van vele dieren en eventueel tot de dood. Nu is het gebied leeg, zowel van voedsel als van dieren. Wat er dan gebeurt is dat zich voedsel opnieuw begint op te stapelen en daarna komen de dieren terug. Nu al twee conclusies. Eén is dat het een cyclisch gebeuren is waarbij het op en neer beweegt op een natuurlijk ritme. De tweede conclusie is dat voedsel dieren aantrekt die zich daaraan voeden en dan hun uitwerpselen, hun afval, achterlaten dat dan weer voedsel is voor anderen. Het op en neer bewegen is op de eerste plaats veroorzaakt door de limiet van elk gegeven - elke omgeving kan maar zoveel van een bepaald voedsel produceren - en ook door de afval dat achter blijft, waar ook een ruimtelijke limiet voor aanwezig is waardoor deze twee samen de ruimte afbakenen voor een specifieke soort.
Dit toont duidelijk aan waarom geen enkel landschap ooit hetzelfde blijft. Het verandert voortdurend aangezien de opbouw van afval het type en het aantal "eters" bepaald, wat dan opgevolgd wordt door de eters van de afval van de eersten, en zo verder. Elke verandering van het evenwicht van het geheel, het evenwicht van de omgeving, verandering van seizoenen, verandering van water en zo meer, zal het leven in dat gebied drastisch beïnvloeden. Maar, de natuur produceert uiteraard geen enkel soort afval dat het niet zelf kan verwerken. Alles van CO en CO2 tot verwoestende natuurlijke fenomenen laten allemaal afval achter dat op een of ander manier "ten goede" komt aan levende wezens, planten of dieren. Met andere woorden, wat er ook gebeurt, of gebeuren moet, de aarde eindigt altijd in een situatie waar ze een antwoord op heeft. En dat is nu perfect afvalbeheer. In feite wordt niets ooit totaal vernietigd; het verandert alleen maar. De natuur beoordeelt één soort leven niet als "beter" of "nuttiger" dan een ander. Het is allemaal leven. Verschillende types van leven, maar allemaal nuttig en noodzakelijk. In de natuur vindt je opstapeling van afval waar niets of heel weinig lijkt te leven maar na verloop van tijd, heb een beetje geduld, en je ziet het leven weerkeren in wat een levenloze boel leek.
Wanneer je dit waarneemt dan zou het weleens kunnen dat je bewust wordt van het feit dat de mens nog veel te leren heeft van de leraar die ons toelaat om zijn huid te irriteren, de aarde. We zijn voortdurend bezig met productie, met wat we willen, met het leven gemakkelijker te maken voor onszelf, en we vergeten wat we daardoor achterlaten. We zijn voortdurend bezig met onszelf te voeden en onze zinnen te bevredigen, met een krasse onwil om verantwoordelijkheid te nemen voor de vuiligheid die we laten liggen. Maar natuurlijk, het is toch heel normaal dat we zo handelen want de natuur levert organismen die zich voeden op, die groeien door, onze afval en die dan op hun beurt zelf hun afval zien verwerkt worden door andere organismen. Dus de natuur vraagt niet om de aandacht van de vervuiler. Het is dan ook volkomen onterecht dat men ons vraagt om nota te nemen! Waarom zou de natuur ons anders behandelen dan al de rest? Is het een straf van God? Een direct resultaat van de verdrijving uit de Hof van Eden?
Rustig aan. Draai de klok wat terug naar de tijd toen de mensen nog veel meer in een direct afhankelijke leefsituatie verkeerden met de natuur. Sommige groepen trokken rond en lieten hun rotzooi achter, waardoor de natuur tijd had om het op te kuisen terwijl de mensen een tijd lang weg waren. En de natuur deed dit plichtsgetrouw. Anderen wierpen hun afval in rivieren en stromen en de natuur nam het allemaal mee naar de grote buik van de oceaan waar het allemaal opgeklaard werd, verteerd werd. Al de afval die de mens produceerde werd uitgestoten in een veel grotere ruimte waar nog steeds de capaciteit aanwezig was om het allemaal "op te eten". Lucht, water en land hadden allemaal nog ruimte en capaciteit over om de mens toe te laten te nemen wat ze nodig hadden of wilden. Maar geleidelijk veranderden twee dingen.
Mensen gingen in grotere getallen bij elkaar hokken in steeds kleiner wordende gebieden, vooral omdat het leven daar gemakkelijker was. Langs grote rivieren, aan de kust, in vruchtbare bergvalleien, in gebieden van grote voedselproductie, op kruispunten van handelswegen, ze kropen dicht bij elkaar zonder zich nog te verplaatsen. Onder zulke condities gaat afval zich snel stapelen. Daar bovenop komt nog dat de vraag naar voedsel en comfort al snel het aanbod overstijgt. Dus het beschikbare land wordt geplunderd, leeg geroofd, voor dood achtergelaten, niet meer in staat om de afval te verwerken. Het verwijderen van bomen om warmte op te wekken zorgt er ook voor dat er geen bomen meer zijn om de dioxines uit de atmosfeer om te zetten naar zuurstof. Neem het voorbeeld van maar één bepaald soort afval dat specifieke eters aantrekt. De natuur zit met afval maar de mens heeft al de eters opgepakt voor hun eigen voedsel of omdat die eters de menselijke rust verstoren, hetgeen het land laat verstikken in afval van een bepaald type omdat het niet meer verwijderd wordt op een natuurlijke en evenwichtige manier. De eerste vernietigende impact is het feit dat mensen in grote aantallen meer consumeren dan de omgeving kan leveren en dat ze meer afval produceren dan de omgeving kan verwerken.
Een tweede storende factor in de evolutie van de mensheid is de aangeleerde capaciteit om onnatuurlijke dingen te maken. Met andere woorden, ze maken dingen die na verloop van tijd afval worden maar die niet meer natuurlijk zijn. Dit soort afval kan niet door de natuurlijke krachten snel en efficiënt afgebroken worden. Het blijft aanwezig voor een hele lange tijd en is dus onttrokken aan de cyclus van bouw en afbraak. Onze musea liggen vol met dat soort objecten. En misschien jouw kelder of zolder ook. Nu hebben we dus dingen genomen, we hebben onszelf voldaan, en afval geproduceerd dat blijvend is. Hoe meer wij blijven produceren hoe sneller de berg afval groter en groter wordt. We begonnen met ijzeren objecten en andere metalen, maar we zijn geëvolueerd naar materialen die nog veel langer aanwezig blijven in een bijna onveranderde vorm en die misschien nooit zullen vergaan. Voorbeelden zijn plastiek en radioactieve materialen. Dit zijn voorbeelden van afval waar de natuur bijna helemaal geen vat op heeft.
Op dezelfde manier is onze gezondheid afhankelijk van hoe goed het systeem kan omgaan met de hoeveelheid en de materie van de afval die geproduceerd wordt. Hoe meer energie je verbrandt gedurende de dag hoe meer afval je produceert en hoe meer energie er nodig is om de afval te verwerken en te verwijderen. Wanneer dit een dagelijkse routine wordt van hoog energieniveau dan ga je snel zonder energie vallen en het systeem valt stil als gevolg van de afval die overal in de weg ligt, hetgeen eindigt in de dood, het eindstation op een lange weg van ziekte en problematisch leven. De hoeveelheid energie die je verbruikt wordt voornamelijk bepaald door de druk waaronder het systeem moet werken. Dit betekent dat hoe groter de druk is om te overleven hoe moeilijker het wordt om te overleven en hoe sneller we tekort zullen schieten om het nog gedaan te krijgen. Als je niet kan overleven dan ga je dood. In onze maatschappij doen we er alles aan om het ons steeds weer gemakkelijk te maken, waardoor we de indruk krijgen dat het leven er steeds gemakkelijker op wordt. Helaas weigeren we in rekening te brengen de inspanning die we moeten leveren om het ons "gemakkelijker te maken". Het verminderen van de fysieke inspanning die we leveren is vervangen door een hogere druk om genoeg geld te verdienen zodat we het ons kunnen veroorloven het gemakkelijker te hebben, want het leven vraagt ons niet langer om voedsel te vergaren, om kennis te vergaren, om vaardigheden te leren, maar om geld te verzamelen. Overleving van een jong gezin ten tijde van mijn ouders was gebaseerd op één persoon in het gezin die ging werken. Zo overleefden ze vrij gemakkelijk en comfortabel. Nu zijn het er twee, en zelfs dan is het dikwijls kantje boordje. Daarbij komt nog dat mijn vader, zoals zoveel anderen in die dagen, tien minuten na het beëindigen van zijn werk thuis was. Hij zat geen uren vast in het verkeer. Hij moest niet werken tijdens het weekeinde. Dus, alhoewel het er op lijkt dat we het leven comfortabeler en gemakkelijker gemaakt hebben en dat daardoor overleven vanzelfsprekend geworden is, blijkt dit een bleke illusie te zijn. De realiteit vertelt ons dat het veel erger geworden is. Hoe groter de druk op zo'n leven hoe meer energie er verbrand wordt, hetgeen tot een grotere productie van afval leidt, hetgeen uitmondt in chronische ziekten en prematuur overlijden.
Het creëren van een gezonde wereld of een gezonde persoon hangt grotendeels af van het afvalbeheer. Andere factoren spelen hier ook een rol in maar het mag duidelijk zijn dat zonder degelijk afvalbeheer het onmogelijk is om een evenwicht te behouden en om gezond te blijven. Wat verstaan we dan onder goed afvalbeheer?
We hebben twee potentiële problemen met afval blootgelegd: het ene is de hoeveelheid afval dat geproduceerd wordt en het andere is de aard van het afval. We hebben ook de link kunnen leggen tussen afval en de energie die verbruikt wordt en hier komen ook twee punten duidelijk naar voor: het ene is de hoeveelheid energie die verbrand wordt en het andere is de kwaliteit van die energie. Van hieruit kunnen we de volgende belangrijke punten aanstippen in verband met afvalbeheer.
Hoe meer energie er gebruikt wordt om iets te produceren (materie, een gedachte, een gevoelen, een ervaring) hoe meer afval zal moeten verwerkt worden. Vandaar dat het een goede richtingwijzer is om te kiezen om alles zo eenvoudig mogelijk te doen. Maak het niet meer ingewikkeld of moeilijker dan nodig is. In maatschappelijke termen betekent dit dat als iemand iemand anders iets kan laten doen dan is dat efficiënter dan wanneer er een instituut, verschillende afdelingen en een aantal departementen bij komen kijken om dezelfde job te doen. Op een persoonlijk niveau moeten we zoeken naar manieren om alles zo ontspannen mogelijk te doen, zo gefocust mogelijk, in plaats van gehaast, onder druk en ongeïnteresseerd.
Het soort energie dat je verbruikt maakt ook een verschil naar het soort afval dat er achter blijft. Bijvoorbeeld, het verbranden van benzine laat geen materiële afval achter, enkel gassen. Het verbranden van steenkool daarentegen laat afvalgas maar ook vaste afval achter. Dit laatste vraagt dan weer meer energie, meer inspanning, om er vanaf te geraken. Dus het soort afval kan een enorme last worden voor de omgeving. Om het afval te verwerken - om het op te eten, te verteren en iets bruikbaars te produceren - wordt moeilijker, vraagt meer energie en duurt langer naarmate het afval zwaarder is. Gassen zijn gemakkelijk om te verwijderen. Water verandert ook vrij snel en gemakkelijk, maar vaste materie heeft meer vertering nodig. Hoe eenvoudiger het is voor een stof om zich te verspreiden in een grote ruimte, hoe eenvoudiger het is om het af te breken omdat elk deeltje onmiddellijk blootgesteld wordt aan z'n eigen privaat omgeving waar de verandering kan plaats vinden. Vaste materie blijft een onverdeeld geheel en kan enkel veranderen aan de buitenkant. Dat vergt veel meer energie en tijd. Verroest ijzer kunnen honderden jaren later nog steeds in de grond teruggevonden worden terwijl ik een volledig vrachtschip heb zien afbreken en oplossen door de oceaan in een jaar tijd. Hetzelfde gebeurt binnen in ons lichaam waar de cellen verschillende soorten afval produceren. Sommige deeltjes zijn "gewoon afval" en deze worden snel en efficiënt verwerkt, terwijl andere onder normale omstandigheden zelden voorkomen en dus is de capaciteit om deze te verwerken erg gelimiteerd. Het blokkeert bepaalde cellulaire functies al redelijk snel. Ieder individu is een uniek specimen en functioneert dus ook op zijn eigen unieke manier. Zolang het individu bezig is met te leven waar het voor gebouwd is wordt er weinig afval geproduceerd. Wordt het echter gedwongen om het anders te doen dan resulteert dat in een soort afval dat anders hier zelden gezien wordt en dan heeft het systeem een groot probleem om hiervan af te geraken. Hoe langer de afval blijft liggen hoe langer het duurt alvorens de weg weer vrij gemaakt is en hoe meer energie verloren gaat door te moeten functioneren onder de extra druk van achtergebleven en ruimte innemende afval.
Nu wordt het duidelijk dat het geheim van een goed afvalbeheer eigenlijk heel eenvoudig is.
- Produceer niet meer afval dan je kan verwerken. Een manier om dit te bewerkstelligen is om er voor te zorgen dat alle afval een andere bestemming heeft, voeding is voor iets anders. Variëteit in het leven is dus van vitaal belang.
- Produceer geen afval dat moeilijk of zelfs onmogelijk is om van af te geraken. Blijf ten alle tijde jezelf.
Verandering in de wereld gebeurt niet door politiek of geld. Het begint bij elk individu. Jij hanteert jouw afval op een meer efficiënte manier en je toont het jouw buurman. Al snel zal de hele straat, het dorp, het land en de wereld veranderd zijn.
Februari 2018