Code Trilogie - Code van de Schepping
Door Dr Patrick Quanten
Zoals het groot is, zo is het klein; zoals het vanbinnen is, zo is het vanbuiten; dit is een fundamentele universele regel die aangeeft dat alles op dezelfde wijze geschapen is, ongeacht hoe complex of eenvoudig het mag lijken voor jou en mij. Als dit zo is dan zou het logisch zijn om op zoek te gaan naar een bepaalde code, die zichzelf steeds weer herhaalt en die het geheel van de schepping omvat, vooral wanneer we de schepping zelf en de delen erin proberen te begrijpen. Dat zou, in zekere zin, een geïntegreerde theorie vestigen waarin de kwantumwereld zou samenkomen met de kosmische wereld. Dit type van "eenmakingtheorie" zou gebaseerd zijn op een repetitieve code die frequenties aangeeft en niet op een reeks krachten en hun mogelijke reactiepatronen in verschillende delen van de schepping, zoals dat nu het geval is. De laatste methode wordt hoe langer hoe ingewikkelder naarmate we meer informatie verzamelen en we zullen snel het overzicht, het grotere beeld, verliezen.
Het grootste probleem om deze code te zien is het feit dat we verschillende lagen van de schepping samen moeten begrijpen, elk met hun fundamentele samenstelling, om de structuur van een groter deel te vergelijken met deze van de kleinere deeltjes die ontstaan zijn uit het grotere deel. We moeten in staat zijn om de pijlers van de structuur van elke laag te identificeren om eventueel een code te vinden die alles met elkaar verbindt.
Het bestuderen van de structuur van het zichtbare licht toont ons een verdeling in zeven kleuren, volgens de Gulden Snede. Wit licht is samengesteld uit de zeven kleuren in de volgende proporties: rood (frequentie 1) 39.55%, groen (frequentie 4) 24.45%, indigo (frequentie 6) 15.11%, oranje (frequentie 2) 9.34%, blauw (frequentie 5) 5.77%, violet (frequentie 7) 3.57% en geel (frequentie 3) 2.20%. De percentages worden bepaald door de Gulden Snede en blijven onveranderd bij elke verdeling van een lijnstuk in zeven delen doorheen het hele universum. We merken ook op dat het kleinste deeltje, geel, precies in het centrum van het volledige spectrum komt te liggen. Het zichtbare licht zelf maakt deel uit van het elektromagnetische spectrum, dat de hele reeks van frequenties in dit universum omvat. Het begon allemaal met de Big Bang. Binnen het immense bereik van frequenties van het elektromagnetische spectrum, dat ontstond na de Big Bang, is het zichtbare licht het kleinste deeltje. Meer zelfs, voor zover we kunnen bepalen ligt het ook in het centrum van het hele spectrum. Hierdoor vertegenwoordigt het de derde frequentieband binnen het "octaaf" van het elektromagnetische spectrum; de eerste schepping verdeeld in zeven lagen. En dan, geel vertegenwoordigt frequentie 3 binnen het octaaf van het zichtbare licht, dat een volledige reeks "noten" lager is, één octaaf. Het zichtbare licht is dus gevormd zoals het hele elektromagnetische spectrum. De verdere verdeling van elk van de eerste zeven lagen zal dezelfde Gulden Snede regel volgen, waarbij een respectievelijk gelijkaardige bijdrage in percentages bereikt wordt, gaande van groot naar klein, zoals we zien in de kleuren waaruit wit licht samengesteld is.
Het zichtbare licht, frequentie 3, binnen het elektromagnetische spectrum creëert the seven kleuren. Van de grootste tot de kleinste bijdrage deelt elke kleur de informatie die ze houdt met alle andere kleuren en wanneer we de nummering uit de vorige paragraaf gebruiken dan is de "code" die het zichtbare licht voorstelt 1-4-6-2-5-7-3. Dit vertelt ons ook in welke volgorde de kleuren tevoorschijn treden uit het zichtbare licht; ze materialiseren de ene uit de andere, net zoals de Vedische Geschriften ons al bijna zeven duizend jaar lang leren. Frequentie 3, zoals we gezien hebben, ligt in het centrum van het elektromagnetische spectrum. We kunnen ons dit voorstellen als 3 zijnde het middelpunt van een bol van waaruit de golf zich verspreid en welke dan zich gaat verdelen in de verschillende lagen waaruit het geheel is opgebouwd. Uit deze frequentie ontstaat de eerste kleur en deze is in dit geval rood (1), dan groen (4), indigo (6) en zo door helemaal tot bij geel (3).
Fysieke manifestatie komt uit een energie centrum, een "zaad". Dit betekent dat elke kleur op zich uit een energie centrum voortkomt. Om een idee te krijgen hoe sterk de invloed is van elke kleur op alle andere kleuren - hoeveel elk centrum bijdraagt tot en een invloed uitoefent op de andere centra - hebben we een ruimtelijk beeld nodig waarin die centra zich situeren. Hier gebruiken we ook weer de regel zoals het groot is, zo is het klein. Een gebied waarin we meer direct toegang hebben tot energiecentra is het menselijke energiesysteem, en meer specifiek de chakra's. De zeven chakra's komen op specifieke plaatsen voor gelokaliseerd op de ruggengraat tussen de kroon, de top van het hoofd (chakra 7), en de stuit, de basis van de bekkenbodem (chakra 1). We kunnen de juiste positie van elke chakra berekening in relatie tot de lengte van de romp (gemeten kruin tot stuit). Dit geeft ons hun relatieve posities en dan kunnen we ze visueel op de volgende manier voorstellen:
We weten ook dat gedurende het creatieve proces van het universum de volgorde waarin de energiecentra verschijnen anders is dan deze die wij observeren eens het geheel gevormd is. Van de derde frequentie begint het proces en worden de zeven lagen gemanifesteerd in volgorde 3'-1-4-6-2-5-7-3. Frequentie 3 blijft altijd "het zaad" en, net zoals bij de structuur van de muzieknoten, is het het begin en einde van de reeks (3' en 3). Aangezien het universum uit frequentie 3 ontstaan is, kunnen we ook het zaad of de wortel van de creatie noemen. Dus zit deze frequentie altijd op de basisplaats, op nummer 1. Naar boven toe vullen de andere frequenties de plaatsen in in de volgorde waarin ze tevoorschijn komen tussen 3' en 3, waarbij frequentie 1 op nummer 2 terecht komt. Wanneer we op deze manier de plaatsen invullen dan krijgt elke frequentie een vaste plaats:
Om nu te begrijpen welke bijdrage elke frequentie, kleur, levert naar de andere kleuren toe moeten we enkel cirkels tekenen doorheen de centra en met middelpunt in een enkel centrum. Dit geeft ons een beeld van hoe de informatiegolf vanuit dit centrum de andere aandoet; welke eerste, tweede en zo verder. We zien dan in welke centra de invloed vanuit dit ene centrum het grootst is. Voor geel (3) zit het er als volgt uit:
Dit betekent dat de gele kleur bestaat uit geel (39.55%), rood (24.45%), groen (15.11%), indigo (9.34%), oranje (5.77%), blauw (3.57%) en violet (2.20%). En dit gebeurt telkens opnieuw wanneer we "binnenin" geel kijken.
Voor groen, bijvoorbeeld, ziet de verdeling er dan zo uit:
We hebben vastgesteld dat de scheppingscode voor zichtbaar licht, de manier waarop het samengesteld is uit de zeven lagen, de zeven kleuren, 1-4-6-2-5-7-3 is. Tot dusver hebben we de Big Bang als het begin van dit universum, wat geleid heeft tot zeven gemanifesteerde scheppingslagen, het elektromagnetische spectrum. Al deze lagen bestaan enkel als verschillende energieën, verschillende frequentiebanden. In deze fase is er nog geen materie geschapen. Maar, uit de derde laag, het witte licht, verschijnen zeven kleuren, die de samenstelling van frequentie 3 zijn. Wat weten we nog over het begin van de schepping, naast de Big Bang en de informatie over golven en frequenties?
We hebben een Bijbelverhaal dat ons vertelt dat de schepping gebeurde in zeven dagen. En we hebben zeven lagen, zeven kleuren, zeven frequenties. Het vertelt ons ook dat alles geschapen werd uit licht. We hebben al wit licht (frequentie 3) dat de code levert voor de eerste materialisatie na de Big Bang; deze is 1-4-6-2-5-7-3. In deze context zou Dag 1 frequentie 1 zijn; Dag 2 frequentie 4; Dag 3 frequentie 6; Dag 4 frequentie 2; Dag 5 frequentie 5; Dag 6 frequentie 7; en Dag 7 frequentie 3. Op Dag 6 worden de mensen geschapen uit frequentie 7. De samenstelling van 7, volgens de bijdrage van elke frequentie, kleur, zoals we die gevonden hebben vanuit de ruimtelijke posities, kan voorgesteld worden door de code 7-5-2-6-4-1-3. Dit stelt de creatiecode van het energetische veld voor waaruit de mens uiteindelijk tevoorschijn zal komen. Dit is de energetische code, van waaruit het fysieke lichaam zich moet gaan manifesteren.
Ayurveda leert ons een beetje meer over deze zeven lagen van de creatie van materie. Elke opvolgende laag wordt dichter dan de vorige, van waaruit ze gematerialiseerd is, tot en met de laatste, die het zaadje is van waaruit de volgende reeks van zeven lagen zal ontstaan. Deze structuur vinden we terug in de muzieknoten en hun groepering in octaven. De lagen van gecreëerde materie, van waaruit al het levende materiaal zal gevormd worden, worden als volgt benoemd en beschreven:
- Sap – of weefselvloeistof, inclusief chyle, lymfe en bloedplasma; soms ook huid genoemd.
- Bloed – rode bloedcellen; dikkere vloeistof dan sap.
- Vlees – skeletale spier; nog steeds in staat te bewegen maar beperkt vanwege zijn vasthechting in de ruimte.
- Vet – vet in de ledematen en torso; niet in staat te bewegen.
- Bot – alle botten; hard structureel weefsel.
- Merg – alles in een bot: rood en geel beendermerg, de hersenen en het ruggenmerg; zeer samengedrukt onbeweegbaar weefsel waarbij er zeer snelle beweging plaatsvindt binnenin het weefsel
- Seksuele vloeistoffen – mannelijk en vrouwelijk.
Deze namen duiden op eigenschappen die het verschil bepalen tussen de verschillende lagen. De namen die hier gebruikt worden verwijzen naar de structuur van de mens omdat dit de structuur is die we het best kennen en waarmee we het meeste voeling hebben om deze verschillende eigenschappen te kunnen begrijpen. De lagen manifesteren zich altijd in deze volgorde, van lichte en minder dichte materie naar zware en dichtere materie; van meer beweeglijke naar meer vaste en gefixeerde materie. Dit betekent dat in de zevendaagse schepping elke dag een dichtere en meer complexe reeks van materie toevoegt aan de reeds gemanifesteerde materialen.
In dit universum werd op Dag 1 (frequentie 1) de scheiding van hemel en aarde een feit. Met andere woorden, uit de energetische toestand die op dat ogenblik bestond, scheidde zich een zeer fijne laag van "materie" af, van waaruit alle andere materie in dit Lichtuniversum zal ontstaan. Uit het meest dichte deel van laag 1, scheidde op Dag 2 (frequentie 4) het water zich van het land, wat erop duidt dat de lichtere delen gescheiden werden van de zwaardere en dat dingen echt reëel begonnen te worden in de zin dat het duidelijk echte "objecten" werden. Uit deze twee, water en land, ontstonden op Dag 3 (frequentie 6) de planten, zowel in water als op land. Op Dag 4 (frequentie 2) zien we eieren leggende dieren verschijnen, zowel in het water als op het land. Op Dag 5 (frequentie 5) komen zoogdieren ten tonele, weer zowel in het water als op het land. Op Dag 6 (frequentie 7) werd de mens geschapen. En op Dag 7 (frequentie 3) rustte God.
De mens wordt gecreëerd binnen frequentie 7 en de code voor deze frequentie is 7-5-2-6-4-1-3. Dit is de energetische blauwdruk voor de materialisatie die uiteindelijk de mens zal worden. Vanuit de meest compacte laag binnen het energieveld dat de mens is, zullen de eerste zeven lagen van materie, die de menselijke manifestatie van deze energie zullen vormen en vormgeven, gecreëerd worden. In deze code is 3 dat zaadje, de meest compacte energetische laag, en de code voor 3 is 3-1-4-6-2-5-7. Hieruit kunnen we afleiden uit welke frequentie elk van de zeven lagen van weefsel gevormd zal worden want dit is de code voor de materialisatie van de mens, van het menselijke lichaam. Vanuit het zaad (frequentie 3) zal sap verschijnen (frequentie 1), dan bloed (frequentie 4), dan spier (frequentie 6), gevolgd door vet (frequentie 2), dan bot (frequentie 5) en uiteindelijk zenuwweefsel (frequentie 7). De eerste drie zijn representaties van het beweeglijke deel van de mens (water elementen). De vierde, vet, vertegenwoordigt de energetische kern van de structuur, in het centrum van de structuur, en de laatste drie vormen het meer vaste structurele deel van de mens (vet elementen).
Er wordt ons verteld dat twee derde van het lichaam water is. De eerste twee lagen van materie dragen respectievelijk 39.55% en 24.45% bij aan het geheel, en dit is een totaal van 64% aan vloeistoffen in het lichaam. Dat lijkt dus te kloppen.
Verder weten we uit oude leringen dat frequenties, uitgedrukt in kleuren, verschillende boodschappen bevatten en verspreiden. Elke frequentie vertegenwoordigt een bepaald type van informatie die nodig is om een complete structuur te bouwen. We weten nu ook dat elke levende cel deze zeven lagen van structuur in zich heeft; ze bezit alle fysieke structuren die het hele lichaam heeft en daarom moet ze gebouwd zijn uit dezelfde informatie, dezelfde frequenties.
- Frequentie 1 bevat informatie over vorm en vormgeving - in het lichaam van de mens uitgedrukt in lichaamsvloeistoffen
- Frequentie 4 bevat informatie over evenwicht, over geven en nemen - in het lichaam van de mens uitgedrukt in bloed
- Frequentie 6 bevat informatie over bewustzijn en gewaarwording - in het menselijke lichaam uitgedrukt in spierweefsel
- Frequentie 2 bevat informatie over beweging, over vasthouden en loslaten - in het lichaam van de mens uitgedrukt in vetweefsel
- Frequentie 5 bevat informatie over communicatie - in het lichaam van de mens uitgedrukt in botweefsel
- Frequentie 7 bevat informatie over kennis - in het lichaam van de mens uitgedrukt in zenuwweefsel
- Frequentie 3 bevat informatie over emoties en persoonlijke kracht - in het lichaam van de mens uitgedrukt in het zaad
Dit zou de basis lay-out van de structuur van de mens zijn, zowel energetisch als fysiek. Het lijkt ook op de basisstructuur van de planten en dieren alsook van het hele universum zelf. Denk eraan dat de namen die we gaven aan elk van deze gestructureerde lagen aanwezig zijn in elke cel van het hele lichaam; zoals het groot is, zo is het klein - zoals het vanbinnen is, zo is het vanbuiten. Dus zal je een equivalent vinden voor, bijvoorbeeld, de botten van het lichaam - de laag die het stabiliteit geeft en ervoor zorgt dat de structuur kan "staan" in zijn omgeving (communiceert door positionering) - in elke cel en elk deel in het hele lichaam.
Door gewoon elk van de zeven materialisaties van de universele energie te verdelen in hun respectievelijke zeven lagen volgens de contributiecode van deze lagen, kunnen we eenvoudig doorgaan met de schepping te splitsen in steeds meer complexe creaties, die allemaal een ander accent hebben en hierdoor een andere uitdrukking. Door al deze lagen te combineren gebruiken we ze als bouwstenen om de meest verbazende schepsels en landschappen te creëren; van een eenvoudig begin combineren we naar complexe structuren die eigenlijk een eenvoudige basis hebben.
Als we de stroom van informatie in de zeven afzonderlijke lagen van manifestatie volgen, dan herkennen we de herhaling waarop de hele structuur gebouwd is. De enorme diversiteit in de fysieke wereld die we ervaren is enkel het gevolg van het feit dat deze frequenties eigenlijk banden van frequenties zijn. Hierdoor kunnen frequenties lichtjes verschuiven en toch een herkenbaar geheel creëren, maar één die tegelijkertijd ook verschillend is. Gelijktijdig is het hele universum uiteraard in evolutie, verschuift lichtjes, waardoor er verzekerd wordt dat niets dat ooit gebeurd is op exact dezelfde manier kan terugkomen; er zal altijd iets anders aan zijn. En dat noemen we uiteraard "Evolutie". De beweging van de schepping moet verdergaan.
Eens we de code waarop het geheel van de schepping gebouwd is hebben geïdentificeerd, kunnen we de blancos invullen en beginnen te begrijpen waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Het begrijpen van de code van de schepping is essentieel voor het begrijpen van het leven dat we leiden.
Illustraties en research door Erik Bualda