Maken van een Mens
Dr. Patrick Quanten
Te lezen artikels voor dit artikel:
Code van de Schepping
Code in Materie en Geest
Gezondheid vanuit Energetische Informatie
Opgroeien in Zeven Fasen
Oorsprong der Soorten
In onze studie over de code van het Universum en van de Schepping hebben we de zeven gemanifesteerde lagen ontdekt waar energie tot uitdrukking komt in materie. We weten nu dat de hele schepping een voortdurende herhaling is van een oneindig aantal variëteiten waarin dezelfde zeven frequenties onderling combineren. We hebben ook de menselijke energetische code geïdentificeerd en de code van de zeven weefsels waaruit elk cellulair organisme in het universum bestaat, inclusief mensen. Nu willen we dieper ingaan op de manier waarop het menselijk lichaam gestructureerd is en hoe het zich kan ontwikkelen en groeien van een foetus tot een volwassen persoon.
Het ontwikkelen van een foetus begint bij de bevruchting. Deze eerste magische cel, die anders is dan deze van zijn gastvrouw, de vrouw, komt tot stand. Wat is, gezien vanuit het standpunt van codes en frequenties, een cel? Herinner u de scheppingscode waarbij Dag 1 (frequentie 1) overeenkomt met de schepping van hemel en aarde, energie (golven) en materie (deeltjes) worden gesplitst; Dag 2 (frequentie 4) is de schepping van land en water, definitieve afscheiding in materie met verschillende vormen; Dag 3 (frequentie 6) creëert de planten; Dag 4 (frequentie 2) creëert eieren leggende dieren; Dag 5 (frequentie 5) staat voor de schepping van zoogdieren; Dag 6 (frequentie 7) is de dag van de schepping van de mens en Dag 7 (frequentie 3) is een rustdag, een dag die nog moet komen.
De cellen die zich vormen aan het einde van frequentie 6, van 2, van 5 en van 7 zijn specifiek voor de codelijn waarin frequentie 3 de meest compacte energieband is. Afgezien van het feit dat de bijdrage van elk primair weefsel tot de materiële cel voor elke cel hetzelfde is – de percentages voor water, bloed, spier, ver, bot, zenuw, zaad – is de “kwaliteit” van de primaire weefsels steeds anders omdat het energetische veld waarin de cel tot stand komt steeds anders is. Dit toont zich in de materie door een andere focus, en dus een andere samenstelling van de zeven lagen van de primaire weefsels. Deze cellen zijn dan ook zeer specifiek voor de soort omdat ze alle informatie over het soort van proteïnen en suikers enz., die deze lijn nodig heeft, bevatten. Dit betekent dat een cel van een graanzaadje alles produceert in een combinatie die uniek is om meer graanzaadjes te produceren en samen vormen zij graan. Hetzelfde geldt voor alle diersoorten en voor mensen. Alhoewel dezelfde moleculaire structuren gebruikt worden, is de manier waarop zij gecombineerd worden en de manier waarop zij samen functioneren, verschillend. Cellen zijn specifiek voor elke soort.
Meer zelfs, wanneer we de sprong maken van frequentie 7 naar frequentie 3, of anders gezegd, wanneer we die eerste nieuwe cel produceren, het zaadje van waaruit het hele organisme kan groeien, dan is er informatie nodig van andere specimen in de buitenwereld. Planten creëren bloemen, de voortplantingsweefsels van de plant, die een vrouwelijk orgaan hebben, de stamper, en een mannelijk deel, het stuifmeel. De meeldraad produceert pollen en laat deze vrij in de lucht. De stamper ontvangt deze pollen om de plant te bevruchten. Ze ontvangt pollen van andere planten van dezelfde soort, niet de pollen van zichzelf. Op deze manier communiceert de plant met de wereld waarin ze leeft en is ze in staat om zich aan te passen aan veranderingen in deze wereld. Ze neemt informatie op van de haar omringende planten om deze informatie in te lijven in haar eigen ontwikkelende structuur. Deze informatie wordt opgenomen in een gecodeerde vorm, het DNA. Een gelijkaardig proces gebeurt in de dierenwereld en bij de mens, een bepaalde vorm van bevruchting van buitenaf, van een ander organisme van dezelfde soort. Er vindt geen bevruchting plaats wanneer de pollen komen van een ander type van plant, zoals dit ook niet gebeurt bij het combineren van sperma van een bepaalde diersoort met eieren van een andere soort. Van het ogenblik het laatste stukje “ontbrekende” informatie opgenomen is, kan de cel, dus het zaad van waaruit het nieuwe specimen van het organisme gaat groeien, gevormd worden.
Laten we eens kijken naar de menselijke zaadcel, die gevormd werd in de derde frequentie van de moeder. Het moet wel de derde frequentie zijn, want dit is de “zaadfrequentie” in het hele universum. Het is ook de frequentie waarin alle weefsels gecreëerd worden. Weefsels worden gevormd uit de uitzetting van de derde frequentie en de code die we geïdentificeerd hebben is 1 (sappen/huid), 4 (bloedweefsel), 6 (spierweefsel), 2 (vetweefsel), 5 (botweefsel), 7 (zenuwweefsel) en 3 (zaadweefsel). Deze worden eerst gevormd in de zaadcel zelf. De ontwikkeling wordt beheerd door de gecodeerde DNA-informatie.
We hebben eerder verwezen naar de onmogelijkheid voor een directe samensmelting van de vaderlijke en moederlijke DNA omdat dit geen identieke strengen zijn. Nu hebben wetenschappers ook al aangetoond dat het DNA van alle mensen, van gelijk welk ras of achtergrond, voor meer dan 99% identiek zou zijn. Al de verschillen waar de medische wereld zo hoog mee oploopt zouden eigenlijk minder dan 1% van de totale genetische informatie uitmaken. We hebben ook al gezien dat het genetische materiaal eigenlijk dient om een menselijk lichaam te vormen in zijn meest rudimentaire vorm. Als we het van dat standpunt uit bekijken dan is het inderdaad wel zo dat het vaderlijke en moederlijke DNA wel identiek zijn, op kleine uitzonderingen na op de uiteinden, zeg maar. Dus het samenbrengen van de twee DNA strengen van twee verschillende personen levert dus wel een dubbelstreng op! En over de minieme details kan er dan gekibbeld worden. Wat dit dan ook duidelijk maakt is dat een samenkomen van één menselijke streng en een niet-menselijke streng nooit tot een menselijke structuur kan evolueren. En een laatste conclusie moet dan zijn dat afwijkingen in de genetische structuur van een nieuwe foetus, hetgeen dan ontwikkelt tot een volwaardige baby, uiterst zelden gaan voorkomen omdat deze codes informatie bevatten over het universum en het verre verleden van de mens en niet over de latere ontwikkeling van die mens.
De initiële groei van de eerste foetale cel is gebaseerd op de ontwikkeling van de DNA-informatie. Deze vertelt ons over de achtergrond van de zaadcel. Ze komt van een specifieke soort, een menselijke cel. Ze bevat informatie over de mensen en hun geschiedenis, waarin ze werd gevormd, en kan dus Kaukasisch, Afrikaans of Aziatisch zijn. Verder werd er nog informatie opgeslagen over de leefomgeving, een gebied nabij de pool of de evenaar, nabij de zee of in de bergen, enzovoort. Dan bevat ze ook informatie over de groep van mensen, hun geloofssystemen, over familiegewoonten en familietrekjes. Deze informatie “stroomt naar buiten” onder de vorm van vibraties, van frequenties. Zeven belangrijke frequenties leveren deze informatie aan het energieveld van de derde frequentie van de moeder en samen zal deze informatie zich manifesteren in materie die de energie een vaste vorm geeft en in een zeer specifieke vorm giet. Deze zeven frequenties, zoals we gezien hebben, bevatten informatie over aspecten van het leven en van het universum. In volgorde van hun verschijning na de Big Bang en sindsdien in elke ontwikkelingssprong, beginnend vanuit de derde frequentie en de informatie die elke frequentie bijbrengt aan de ontwikkeling is als volgt:
1 – geeft vorm (is de eerste en minst vaste energie en weefsel)
4 – brengt evenwicht
6 - bewustzijn
2 – brengt beweging
5 - communicatie
7 - kennis (zeer vast compact weefsel)
3 – persoonlijke kracht (gecodeerd weefsel)
De primaire weefsels die aanwezig zijn in de foetale cel worden gevoed en gestimuleerd door het vrijkomen van de energie uit het vervolledigen van frequentie 3. Wanneer frequentie 3 “overloopt” dan ontwikkelen zich de weefsels die deze energieën absorberen en de gekende volgorde is 1-4-6-2-5-7-3.
Elke zaadcel, van een plant of dier, wordt gebouwd op dezelfde codering voor weefsels, en dat is 1-4-6-2-5-7-3. De informatie die frequentie 3, het zaad, opgeslagen heeft komt hier tot ontplooiing en de ontwikkeling verloopt tot de hoogste evolutionaire laag waarvan het DNA de gecodeerde informatie bevat. Voor planten is dit laag 1, dan 4 tot aan laag 6 omdat planten ontstonden op de derde dag van de schepping, en dat is frequentie 6. Eieren leggende dieren gaan één laag hoger tot 2. Zoogdieren tot laag 5 en mensen helemaal tot aan laag 7. De laag 3 zal zich niet ontwikkelen omdat er nog geen beschikbare ervaringen over bestaan.
Als we kijken naar de ontwikkeling van de foetus in deze vroege stadia, dan merken we op dat er ongeveer 12 weken nodig zijn voor de foetus om een menselijke vorm aan te nemen. Hij loopt doorheen fasen van een bal, een cluster van cellen, dan een waterzak omgeven door een dunne laag cellen, neemt dan de vorm van een boon aan, daarna een vis en een aap alvorens herkenbaar te worden als een menselijke foetus. Deze stadia zijn exact de dagen van de schepping en zijn een weerspiegeling van de ontwikkelingsfasen van het hele universum tot aan de introductie van de mensheid. Het DNA van de zaadcel is de belangrijkste vereiste om de menselijke vorm te laten ontstaan en dit gebeurt in twaalf weken. Als de genetische informatie, die opgeslagen zit in het DNA, correct is en niet beschadigd, dan neemt de foetus een menselijke vorm aan zonder tussenkomst van de buitenwereld, in dit geval de moeder. Als het wel beschadigd is, zal er een miskraam volgen omdat eender welke soort enkel in staat is om zich voort te planten als de automatische ontwikkeling alle aspecten van die unieke en specifieke soort vertoont alvorens het gevoed kan worden en kan groeien als een specimen van die specifieke soort. Er bestaan leefbare afwijkingen maar neem nota van het feit dat zelfs deze nog steeds als mens herkenbaar zijn. Iets anders is in dit ontwikkelingsstadium niet mogelijk.
Bij deze potentiële mens, in zijn meest primitieve foetale fase, zijn alle systemen ontwikkeld die hij nodig heeft. Welke zijn deze fysieke systemen en hoe staan ze in relatie tot de energie en de frequenties waaruit het lichaam gemaakt is? Laten we even kijken naar de zeven lagen van frequenties, wat ze vertegenwoordigen en welke de systemen zouden kunnen zijn die hiermee verbonden zijn.
1 – verschijnt eerst en is het meest overvloedig aanwezig - waterhuishouding, lymfatisch stelsel
4 – vormt bloedweefsel - circulatiesysteem
6 – laag waarin planten gevormd worden met een duidelijke scheiding tussen het wortelgedeelte en het plantgedeelte; deze delen zijn heel gelijkaardig van structuur; het onderste deel (wortels) voedt zich in de zware materie (bodem) en het bovenste deel in de lucht – spijsvertering en ademhalingsstelsel
2 – brengt beweging - mobiliteitssysteem (skelet, spieren, ligamenten)
5 - communicatie - de zintuigen
7 - kennis - hersenen, zenuwstelsel
3 – persoonlijke kracht - klierstelsel
Op een leeftijd van twaalf weken zwangerschap zijn alle systemen ontwikkeld, aanwezig en correct, behalve het klierstelsel.
Na twaalf weken zal de foetus in zijn menselijke vorm gevoed worden door de moeder. Aangezien alle interacties in het universum energetische uitwisselingen zijn, hoe voedt de moeder de foetus dan en welk soort informatie neemt de foetus dan op? De foetus heeft een menselijke vorm en moet daarom een menselijk energieveld hebben. Mensen worden gecreëerd vanuit frequentie 7 en deze is samengesteld uit de andere frequenties als volgt, 7-5-2-6-4-1-3. De specifieke informatie die tot uitdrukking komt via deze code bevat informatie over de achtergrond van de moeder alsook van de vader, die opgenomen werd door de incorporatie van zijn DNA, de ontbrekende schakel om de eerste foetale cel te creëren. Dit foetale energieveld wordt omringd door het energieveld van de moeder, ook weer gecodeerd als 7-5-2-6-4-1-3. Het foetale veld zal informatie onttrekken, laag per laag, uit het veld van de moeder. Dit stelt de foetus in staat om deze informatie op te slaan door het creëren van meer cellen binnen de zeven systemen die al aanwezig zijn. Daar waar de overgeërfde informatie in de foetus overeenkomt met de informatie die verkregen wordt van de moeder zullen de weefsels sterk en zeer uitgesproken worden, gevormd zoals het geval is bij de moeder. Daar waar de informatie in de foetale structuur tegengesteld is aan die van de moeder zullen weefsels gevormd worden die conflicten bevatten. Deze zullen zwak zijn en zullen niet gemakkelijk functioneren. Daar waar er sterke informatie is van de vader in de foetus kan er nog steeds voeding komen vanuit het energieveld van de moeder omdat bepaalde aspecten van een persoon niet heel goed tot uitdrukking komen ondanks het feit dat ze voldoende aanwezig zijn in het energieveld. Dit betekent dat de foetus zich zou kunnen voeden aan een specifiek kenmerk van de vader en dit zou kunnen ontwikkelen ondanks dat het zijn informatie krijgt vanuit het veld van de moeder. Dit gebeurt wanneer de moeder zich in het bijzonder verwant voelt met het kenmerk dat de vader openlijk vertoont. Op deze manier ontwikkelt de foetus al zijn systemen, laat ze groeien en wordt een volgroeide foetus na een totale zwangerschap van 36 tot 40 weken. Wanneer hij alles geabsorbeerd heeft wat hij maar kan vanuit het energieveld van de moeder, is de tijd om die specifieke omgeving te verlaten gekomen. Het is tijd om geboren te worden. De foetus sterft, de baby begint aan het leven.
Wanneer de baby in de wereld komt waarin wij leven dan doet hij dit als zaadje. Hij heeft veel potentieel maar hij moet nog ontwikkelen. Hij komt in de wereld als een menselijk energieveld, gecodeerd als 7-5-2-6-4-1-3. De exacte gedetailleerde uitdrukking van deze frequenties is zeer specifiek en uniek omdat het al een ontwikkeling achter de rug heeft. De eerste menselijke vorm die hij aannam was gestructureerd op de informatie verkregen uit het DNA, gecodeerde informatie van de hele ontwikkeling van het universum. De informatie die gebruikt werd om deze specifieke menselijke vorm te bouwen kwam van het universum, alsook van de hele achtergrond van moeder en van vader, teruggaand tot het begin van de mensheid zelf. Deze informatie leidt al tot het maken van een zeer specifiek individu. Dan wordt deze informatie uitgebreid door de voeding die deze menselijke vorm ontvangt vanuit het energieveld van de moeder. Het benadrukt specifieke energieën binnen dat leven die de basis vormen waarop dit leven zich zal ontwikkelen. Dat is het volledige product van de foetus, klaar om een baby te zijn. Dat is de zeer specifieke en unieke vorm van de code van het menselijke energieveld, 7-5-2-6-4-1-3, dat we in onze handen houden eens de baby “afgeleverd” is. Een vers geboren baby is dus zeker geen ongeschreven blad!
Ook nu zal de baby zichzelf voeden uit het energieveld dat hem omringt. Hij is binnengekomen in het universele energieveld, dat de code 1-4-6-2-5-7-3 draagt. Dit beïnvloedt het menselijke veld maar we kunnen al zien dat energetisch gezien dit geen zachte en volledige voldoening schenkende voedingsbodem is omdat de stroom van informatie binnen elk van de zeven lagen niet bij elkaar past. Het universum bestaat voor 39,55% uit frequentie 1 en voor 24,45% uit frequentie 4, daar waar het menselijke veld enkel 5,77% van frequentie 4 en 3,57% van frequentie 1 nodig heeft, zoals we eerder berekenden. Maar de baby wordt niet overgeleverd aan het universum, er wordt voor gezorgd door mensen. Met andere woorden, het energieveld van de baby wordt gevoed door het energieveld van andere mensen en zo kan hij zijn potentieel vlug opvullen, begeleid door de input die hij ontvangt van de menselijke omgeving waarin hij opgroeit. Wanneer deze informatie vergelijkbaar is met de informatie die gebruikt werd om zijn weefsels te bouwen, met de info van het DNA en van de moeder tijdens de zwangerschap, dan zal het kind zich ontwikkelen tot een evenwichtige en standvastige persoon en zal het de kenmerken van de moeder en/of de vader vertonen en de trends die door hen gezet werden verderzetten. Wanneer er grote verschillen zijn tussen het nieuwe menselijke energieveld en het energieveld dat de moeder ten toon spreidde, dan zal de ontwikkeling van het kind heel veel onzekerheden en conflicten binnen het systeem zelf kennen. De manier waarop de weefsels en het systeem werden gebouwd komt niet overeen met de taak die later van hem gevraagd wordt, die gevraagd wordt door zijn nieuwe uitgebreide omgeving, en conflict is het resultaat.
Nu hebben we de fysieke structuur van de mens zoals hij zich gevormd heeft vanuit energetische informatie. Nu zie je dat de eigenlijke vorming van de fysieke vorm een uitwisseling is tussen de informatie die in het zaad zit en deze die in de omgeving beschikbaar is. In de combinaties kunnen we antwoorden vinden over waarom het lichaam er zus of zo uitziet in een bepaald gebied. De volgende vraag is; “Hoe gaat dit menselijk wezen leven?”
De ontwikkeling van menselijk leven zoals wij het kennen loopt ook doorheen zeven fasen terwijl de baby zijn lagen opvult. Het nieuwe menselijke veld breidt zich uit met de informatie die hij krijgt vanuit het menselijke veld waarin hij leeft en de lagen worden de ene na de andere gevormd.
7 - baby – leeft op de universele kennis, reageert alleen maar intuïtief
5 - peuter – ontwikkelt communicatievaardigheden, maakt geluid, begint te praten
2 - kind – onderzoekt een groter deel van zijn omgeving via beweging, sport, dans
6 - tiener – ontwikkelt een bewustzijn over zichzelf en over de wereld
Hier komt voor het eerst frequentie 3 in zijn meest gecondenseerde vorm voor, wat de ontwikkeling van het kliersysteem vervolledigt. Vandaar dat de seksuele ontwaking in dit stadium plaatsvindt.
4 – jong volwassene – probeert evenwicht te vinden in het leven: thuis en werk, eigen achtergrond (geloofssystemen) en achtergrond van de partner, eigen leven en het leven van de kinderen
1 - post menopauze – tijd om vorm te geven aan het eigen leven, meer dingen doen die men wil doen en moet doen voor zichzelf
3 - pre-dood – enkel wat men zelf wil is belangrijk, persoonlijke kracht (wat ik weet!) is het belangrijkste, rechtzetten wat ik weet om me klaar te maken om de informatie te transformeren op het ogenblik dat ik de fysieke structuur afstoot.
En daar heb je het dan! Het leven is een ontwikkeling in drie belangrijke fasen waarbij elke fase een ontwikkeling is van de structuur die aangeboden wordt. Drie keer werd er een zaadje geplaatst in een veld om te kunnen groeien. Het eerste zaadje is de DNA-informatie die in de eerste cel omvat zit; het eerste voedingsveld is het kliersysteem van de moeder. Dit ontwikkelt de cel naar een menselijke vorm. Het tweede zaadje is de menselijke vorm; het tweede voedingsveld is het menselijke veld van de moeder. Dit ontwikkelt de menselijke vorm naar een baby menselijk wezen. Het derde zaadje is het baby menselijke wezen; het derde voedingsveld is het menselijke veld van de maatschappij van de mens. Dit ontwikkelt het baby menselijke wezen naar een mens. Doorheen deze fasen ervaren we specifieke aspecten van het leven die ons in staat stellen ons begrip over het leven te ontwikkelen. Elk leven heeft een uniek doel en brengt informatie naar het menselijke veld, dit helpt de ontwikkeling van de hele zevende frequentie van de universele lagen. Deze ervaringen worden opgeslagen in de frequenties van het menselijke veld en ze worden vrijgelaten in dat veld bij de dood van de fysieke incarnatie. De verrijking die het menselijke veld op deze manier ervaart helpt op zijn beurt de nieuwere zaadjes die dat veld binnenkomen te voeden en op deze manier boeken we allemaal snel vooruitgang in ons leerproces zonder dat we “persoonlijk” alles onder de zon moeten ervaren.
We hebben allemaal een kruis dat we moeten dragen verwijst naar de specifieke taak die elk leven heeft.
Door onszelf te veranderen, veranderen we de wereld verwijst naar de essentiële kennis die komt uit individuele ervaringen en die vrijgelaten worden in het menselijke veld en alle mensen kunnen dit ter harte nemen en ervan leren.
Door het volgen van de lijnen van de codes, terwijl ze uitbreiden doorheen de verschillende lagen van ontwikkeling, kunnen we veel meer begrijpen van de Wetten van de Natuur. We kunnen beginnen met de waarheid te scheiden van de misvattingen. Het is een begin!
Juli 2014
Bijgewerkt in Februari 2016