Vaccinatie en Immuniteit
Door Dr Patrick Quanten MD
De controverse rond de mogelijke nevenwerkingen van vaccinaties gaat maar niet weg. Er wordt meer en meer gepraat over belangrijke onderwerpen zoals de echte doeltreffendheid van vaccins, de giftige bestanddelen van vaccins en de zware last voor een onvolwassen immuunsysteem door veelvuldige vaccinaties.
In dit artikel gaan we niet de belangrijkste punten herhalen, die we al elders behandeld hebben (Zie "Een Kritische Kijk op Vaccinatie"), maar we willen ons concentreren op het meer in detail uitleggen van hoe ons immuunsysteem werkt en hoe het negatief beïnvloed wordt door vaccinaties.
Maar vooraleer we dat doen, wil ik even benadrukken dat de bewijslast voor de reacties op vaccinatie niet bij de ouders zou mogen liggen, zoals momenteel in ons medisch rechtssysteem het geval is. De bewijslast voor de veiligheid van vaccins; dit betekent dat de vaccins geen negatieve genetische veranderingen veroorzaken, zou moeten liggen bij de fabrikanten, de gezondheidsorganisaties van de overheid, en de scholen die tegenwoordig een mandaat geven aan de vaccins. Totdat deze zaak uitgeklaard is, vraag ik me af of er wel iemand op eender welk niveau echt het recht heeft om vaccins op te leggen aan een steeds groeiend aantal generaties van kinderen?
Immunologie: de Basis
Traditioneel bekijkt ons Westers medisch systeem ons immuunsysteem als de verdediging van een middeleeuws kasteel. Als we deze analogie gebruiken, dan zijn er eerst wachtposten aan de buitenkant met schildwachten, dan een gracht, dan de belangrijke kasteelmuur, en uiteindelijke de verdedigingssystemen binnen deze muren, die het kasteel zelf omringen, waarin de koninklijke familie zich bevindt. Dit laatste vertegenwoordigt het menselijke genetische systeem, waarvoor het immuunsysteem ontworpen is om dit tot elke prijs te verdedigen.
De schildwachten worden vertegenwoordigd door een onderafdeling van lymfocyten (een vorm van witte bloedcellen), die "geheugencellen" genoemd worden omdat ze een geheugen hebben van eerdere blootstellingen aan vreemde indringers, en die een explosie van klonen zullen starten als ze opnieuw aan dezelfde indringer blootgesteld worden. De belangrijke kasteelmuur zou vertegenwoordigd worden door de slijmachtige membranen van het ademhalingsstelsel en het maag-/darmstelsel, en de verdediging binnen door de plasmacellen die antilichaampjes produceren (nog een vorm van witte bloedcellen) en gelokaliseerd zijn in het beendermerg.
Dit vormt de basis voor de indeling van ons immuunsysteem in twee delen: het inwendige verdedigingssysteem, immuniteit van het lichaamsvocht genoemd, en het uitwendige of cellulaire immuunsysteem.
Gedurende ontelbare millennia in de menselijke evolutie is de cellulaire immuniteit van de slijmachtige membranen van het menselijke systeem de belangrijkste route geweest voor het binnen komen van ziekteverwekkende micro-organismen in het menselijke lichaam, en hierdoor zijn de slijmachtige membranen uitgegroeid tot, door de evolutie, het belangrijkste verdedigingssysteem van het lichaam. Als we gezond zijn dan zijn deze membranen bedekt met een "antiseptische verf" die bestaat uit biljoenen en triljoenen moleculen van afgescheiden immunoglobuline A antilichaampjes, wiens rol het is om elke enkelvoudige molecule die doorheen deze kanalen komt te herkennen. Deze membranen sorteren de voedingsstoffen uit, in het geval van het darmkanaal, en onderscheppen alle vreemde substanties (gifstoffen), inclusief onvolledig verteerd voedsel (gifstoffen). We zouden verschillende zeer grote computers nodig hebben om de intelligentie van dit systeem te evenaren als het werkt zoals het zou moeten. Bovenop deze antiseptische verf is het belangrijkste werkende verdedigingsmiddel, tegen besmetting door micro-organismen van de slijmachtige membranen, de cellulaire immuniteit, waarvan de belangrijkste bestanddelen de fagocytische macrofagen (opschrokkende) en cytotoxische T-lymfocyten zijn.
De inwendige verdediging wordt voorgesteld door plasmacellen in het beendermerg met hun productie van antilichaampjes, die normaal gezien dienen als tweede verdedigingslinie van het lichaam, en zij komen in actie ter ondersteuning van de mucosale (cellulaire) immuniteit, of als eerste verdediging als de cellulaire immuniteit doorbroken is. Deze immuniteit wordt ook humorale immuniteit genoemd. Plasmacellen kunnen macroglobuline, immunoglobuline G antilichaampjes en IgE antilichaampjes produceren. Macroglobuline verschijnt eerst bij een acute infectie, en werkt ongeveer als een niet specifiek natuurlijk antibioticum. Immunoglobuline G antilichaampjes zijn zeer specifiek voor een bepaalde vreemde indringer en verschijnen iets later na het begin van een infectie. IgE antilichaampjes worden geproduceerd als reactie op allergieën.
Er bestaat een gedachtegang dat de zogenaamde kleinere kinderziektes van vroeger, waaronder mazelen, bof, waterpokken, en rode hond, die het lichaam binnen drongen via de slijmachtige membranen, een positief en noodzakelijk doel dienden in het uitdagen en versterken van het immuunsysteem van deze membranen. Vaccins daarentegen worden rechtstreeks in het lichaam gespoten, waardoor deze de slijmachtige membranen vermijden, waardoor de mucosale immuniteit verzwakt en verdwaasd achter blijft, terwijl het immuunsysteem van het lichaamsvocht verrast wordt door de vorm en ernst van het verschijnen van de "indringer".
Als het gezond is kan het menselijke lichaam heel wat misbruik weerstaan, gifstoffen of ander, maar als de buitenste verdediging afgeschilferd is waardoor onze genetica relatief onbeschermd blijft (zoals bij vaccins), is het in dit soort scenario, theoretisch, dat genetische beschadiging plaats kan vinden. Situaties die kunnen leiden tot dit soort van genetische kwetsbaarheid omvatten onder meer de volgende:
• Een aantal jaren geleden, op een conferentie, maakte Dr. H.H. Fudenberg, een wereldberoemde immunoloog met honderden publicaties op zijn naam, de volgende opmerking: "Eén vaccin vermindert de immuniteit van een cel met 50%, twee vaccins met 70%... alle drievoudige vaccins (MMR, DTP) verminderen de immuniteit van de cel aanzienlijk, hetgeen het lichaam voorbestemt voor weerkerende virale infecties, vooral middenoorontsteking, maar ook gist en schimmelinfecties."
- Ernstige en/of aanhoudende stress doet zowel de endogene adrenaline als het serum cortisol stijgen. Het is al lang bekend dat medicijnen met cortisone de neiging hebben het immuunsysteem te onderdrukken. Endogene verhoging van cortisone kan hetzelfde effect hebben.
- Giftige chemicaliën, zowel het Perzische Golfoorlog Syndroom (Urnovitz Mei 1999) als terreinen met giftig afval worden in verband gebracht met een stijging van chromosomale aangeboren afwijkingen bij bewoners die dicht bij deze plaatsen wonen. (Vrijheid M, Dolk H, Armstrong L et al, Lancet, 26 Januari 2002)
- Voedingstekorten, hoofdzakelijk tekorten in folinezuur, hetgeen een kritische functie heeft in het maken en repareren van chromosomen. Zoals besproken wordt in een monografie over folinezuur door Sidney M Baker, M.D., werd pre-kanker chromosomale schade aangetroffen in de cultuur van cellen als het medium van deze cultuur kleine hoeveelheden folinezuur bevat. Rokers met een laag niveau van folinezuur in hun bloed hebben meer kans op pre-kanker chromosomale veranderingen dan niet-rokers met een normaal folinezuurgehalte.
- Zoals besproken in de standaard pediatrieboeken zijn pasgeboren baby's en kleuters, die van zichzelf slechts weinig immuniteit hebben, grotendeels afhankelijk van antilichaampjes die ze gekregen hebben van hun moeder gedurende ongeveer 6 maanden na de geboorte, hetgeen weergegeven wordt door hun kleine lymfeknopen, weinig plasmacellen in hun beendermerg, en zeer kleine hoeveelheden van immunoglobuline synthese. Normaal is er ongeveer 6 jaar nodig alvorens verschillende immuunparameters op punt staan. Tenminste theoretisch, omwille van de onrijpheid van het immuunsysteem bij kleuters en in de eerste kinderjaren, is de genetica van het kind gedurende deze eerste jaren veel kwetsbaarder voor beschadiging.
- Hoewel het ultieme bewijs nog steeds ontbreekt, is er heel wat indirect bewijs dat vaccins het menselijke immuunsysteem omvormen, weg van het cellulaire immuunsysteem, hetgeen normaal domineert voor de gezondheid, vergeleken met het zwakkere immuunsysteem van het lichaamsvocht, hetgeen in verband gebracht wordt met allergieën en auto-immuniteit evenals met een verhoogde kwetsbaarheid voor virale- en schimmelinfecties. Dit besluit kunnen we moeilijk omzeilen omdat de meeste, zoniet alle, vaccins tijdens de kindertijd tegenwoordig rechtstreeks in het lichaam ingespoten worden en gericht zijn op het stimuleren van de productie van antilichaampjes in het beendermerg. Door voorbij te gaan aan de slijmachtige membranen van het lichaam, wat ze doen, blijft het cellulaire immuunsysteem zwak en relatief gebrekkig tengevolge van een tekort aan stimulatie.
Elk van de twee systemen heeft identificeerbare merktekens die we cytokinen noemen (peptiden die werken als boodschappers), en dit is hoe ze geïdentificeerd worden. Een studie door Sudhir Gupta bij 20 autistische kinderen, een aandoening waarvan hoe langer hoe meer ouders en dokters overtuigd zijn dat ze in verband gebracht kan worden met het vaccineren, toonde consistente verhogingen aan van cytokinen in het lichaamsvocht en een verlaging van cellulaire cytokinen. Hieruit volgt dat als vaccins het immuunsysteem van kinderen omvormen, door een dominerend systeem van lichaamsvocht op te wekken tijdens een zeer kwetsbare leeftijd, dan zouden ze wel eens een dubbel kansspel kunnen creëren vanuit het standpunt van de genetische mutaties.
De genetica van ons immuunsysteem wordt niet goed begrepen door wetenschappers. Maar er zijn wel vele studies die ernstige vragen oproepen. Hier één voorbeeld, MG Montinari en zijn collega's onderzochten het verband tussen ziektes van het centrale zenuwstelsel na vaccinatie en de menselijke leukocyte antigenen (HLA), die in essentie de hersenen van het lichaam beroven en zenuwweefsel uit de buitenste myelinelaag beschadigen.
Om even uit te leggen, het HLA-systeem helpt het immuunsysteem van een persoon om het onderscheid te maken tussen wat "eigen" en "niet eigen" is. Hoewel de mechanismen ingewikkeld zijn, is het een systeem dat, tijdens het embryonale leven, gezonde en normale cellen van het lichaam als "zelf" leert zien, zodat deze cellen onaangeroerd blijven door de zoek- en vernietigingsmechanismen van het immuunsysteem, waardoor deze laatste vrij blijven om het lichaam te beschermen tegen vreemde indringers.
Waar we ons speciaal zorgen om moeten maken is dat het HLA-systeem ook een verhoogde kwetsbaarheid vertoont van polymorfisme (mutatie), de hieruit voortvloeiende mutaties kunnen resulteren in een onmogelijkheid om het zelf te herkennen. Dit proces zou de fundamentele oorzaak kunnen zijn, of één van de belangrijkste oorzaken, die aan de basis liggen van auto-immuun aandoeningen waarbij het immuunsysteem de cellen binnen het lichaam aanvalt. Het HLA systeem speelt een belangrijke rol in dit proces.
Dr. Urnovitz en zijn collega's hebben de gevolgen bestudeerd van vaccins op kanker, het Perzische Golfoorlogsyndroom, multiple sclerose, en AIDS. Urnovitz, die doctoraten heeft in Immunologie en Microbiologie van de Universiteit van Michigan waar hij vaccins bestudeerde, is één van de meeste vocale tegenstanders geworden, om wetenschappers bewust te maken van de genetische mutaties die verband houden met vaccinatie. Zijn werk op dit gebied ondersteunt de volgende concepten:
- Ons lichaam heeft een "genetisch geheugen" over vreemde bestanddelen die het ontmoet, inclusief vaccins.
- Er is een grens aan de hoeveelheid vreemde materialen die ons lichaam aan kan alvorens genetische beschadiging optreedt en/of een chronische ziekte ontstaat.
- Elke persoon heeft zijn eigen unieke genetische blauwdruk, die verschillend reageert op vreemde bestanddelen.
In een brede betekenis kan de vraag over de mogelijke effecten van vaccins bij het veroorzaken van negatieve genetische veranderingen overwogen worden als een "zwart gat" in de wetenschappelijke kennis. Zelfs als het gebeurt, hebben we dan de technologie om dit te identificeren, en zo niet, hebben we dan de tijd om de langzame procedures van de wetenschap af te wachten om dit verband te kunnen bewijzen? Studies uit Afrika, Engeland, Zweden en Nieuw Zeeland hebben consistent aangetoond dat er meer allergische problemen voorkomen, zoals astma en eczeem, samen met verhoogde aantallen van ziektepatronen, bij volledig gevaccineerde kinderen vergeleken met de kinderen met slechts een beperkt aantal of geen vaccinaties.
Enkele besluiten kunnen er al getrokken worden:
- Vaccinaties verlagen de immuunreactie door het verzwakken van het uitwendige verdedigingssysteem.
- Het op deze manier drastisch verhogen van de giftige belasting in de inwendige werking van het immuunsysteem zou verantwoordelijk kunnen zijn voor de verhoging van de auto-immuun ziektes die we kennen.
- De verhoogde giftige belasting is verantwoordelijk voor genetische modificaties van de cellen, hetgeen leidt naar ernstige ziektes waarvoor de moderne wetenschap "genen-behandelingen" hoopt te vinden.
- Het vaccineren van kinderen met voedingstekorten (meer risico bij baby's op flesvoeding) zal leiden tot een ernstige beschadiging van de chromosomen.
- We zijn allemaal uniek in onze reactie op vreemde bestanddelen, zoals vaccins, en het algemene gebruik van deze technieken zal onvermijdelijk leiden naar het beschadigen van het individu.
Een korte Geschiedenisles
De schadelijke neveneffecten van vaccinatie voor het systeem zijn te vergelijken met de verschillende serum en antigifstof behandelingen. De eerste inentingen, met de bedoeling een besmettelijke ziekte te voorkomen, werden gebruikt bij een Circassische vrouw, die in 1672 Constantinopel verbaasde door de aankondiging dat de Maagd Maria aan haar een onfeilbaar preventief middel tegen pokken geopenbaard had. Het kwaadaardige pokkenvirus werd gebruikt voor de inenting. Maar zelfs lang hiervoor werd het principe van isopathie (het genezen van een ziekte met hetzelfde product dat de ziekte veroorzaakt) al aangeleerd gedurende meer dan honderd jaar door Paracelsus, de beroemde genie van de Renaissance. En ook hij verwoordde slechts de geheime leringen van oude folklore, sympathie genezing en magische gegevens die terug gaan tot de Druïden en Profeten van het oude Brittania en Duitsland.
Populair bijgeloof volgt een weg die gelijk loopt met deze van epidemieën. Het heeft een periode van inburgering, van hevig verzet en van bestrijding, en het sterft uit als een natuurlijk gevolg van eigen valkuilen en overdrijvingen. Het werd al snel duidelijk dat het inspuiten met het virus geen preventie was voor pokken, maar in tegendeel regelmatig pokken veroorzaakte; en hierdoor werd deze praktijk buiten gebruik gesteld. Ongeveer honderd jaar later werd het nieuwe leven ingeblazen door Edward Jenner, zij het in een aangepaste vorm. Hij verving het koepokken virus met het pokken virus. Vanuit Engeland verspreidde de vaccinaties zich geleidelijk doorheen de beschaafde wereld en tijdens de negentiende eeuw verminderde de pokken ziekte voortdurend in ernst en frequentie tot op de dag van vandaag waar ze uitermate zelden voorkomt. "Hieruit volgt dat de vaccinatie de pokken uitgeroeid heeft", zeggen de leerlingen van Jenner.
Is dat echt zo? Is vaccinatie echt een preventie voor pokken? Dit lijkt erg onwaarschijnlijk, vooral omdat de voorstanders van vaccinaties dit zelf niet geloven. Als ze het wel zouden geloven, waarom zouden ze dan bang zijn om het "op te lopen" van diegenen die niet ingeënt zijn? Als zij volledig beschermd zijn, zoals ze beweren, hoe kunnen ze dan de ziekte oplopen van hen die niet beschermd zijn? In de jaren 1870-1871 kwamen de pokken veel voor in Duitsland. Meer dan 1.000.000 mensen hadden de ziekte en 120.000 stierven. Zesennegentig procent van hen was ingeënt, en slechts vier procent waren niet goed "beschermd". De meeste van de slachtoffers waren zelfs kort voor ze de ziekte kregen ingeënt.
De ziekte is in absolute termen afgenomen. Maar de plaag, de "Zwarte Dood", cholera, de builenpest, gele koorts en talrijke andere epidemische pesten, die tot voor kort sporadisch volledige naties ontwricht hebben, zijn ook afgenomen en, in feite, zijn ze bijna helemaal verdwenen. Geen enkele van deze epidemieën werd met vaccinatie behandeld. Waarom dan zijn zij verminderd en bijna volledig verdwenen? Het antwoord is, door het meer algemeen gebruik van zeep, badkuipen, allerhande sanitaire maatregelen, zoals loodgieterij, afvoerkanalen en ventilatie, en omwille van meer hygiënische manieren van leven.
Nu stelt zich de vraag, waarom overleeft van al de gevreesde plagen uit het verleden enkel nog de pokken tegenwoordig? Het antwoord is, omwille van de vaccinatie. Dankzij de regelmatig herhaalde verplichte vaccinatie van elke burger, jong en oud, zijn wij als land verzadigd met het pokkenvirus. Is het dan verwonderlijk dat sporadisch dit latente virus uitbreekt in acute epidemieën? Door het verzwakken van de reagerende krachten van het systeem tegen één ziekte, wordt de reagerende kracht tegen alle ziektes verzwakt. Met andere woorden, door het creëren van een vorm van chronische pokken in het lichaam door middel van vaccinatie wordt de ontwikkeling van alle soorten chronische ziektes aangemoedigd. En denk er maar eens aan hoeveel verschillende besmettelijke ziektes we tegenwoordig in leven houden ten gevolge van een meervoudige vaccinatiepolitiek, en hoe de combinatie van dit alles de kracht en efficiëntie van ons immuunsysteem verzwakt.
Specifieke Immuniteit en Preventie
Henry Lindlahr MD bevestigt dat het soort vaccinatie en de immunisatieprocedures die in orthodox medische kringen gehanteerd worden een perverse, verstoorde of misbruikte toepassing zijn van de homeopathische principes en methoden.
Ergens rond het jaar 1500 gebruikte en verdedigde Paracelsus het idee van isopathie, de theorie dat een ziekte genezen kon worden door het toedienen van hetzelfde product dat de ziekte veroorzaakt had. Paracelsus bewees de waarde van zijn ideeën door bijna elk geval van cholera, waarmee hij te maken kreeg, te genezen terwijl zijn collega's ongeveer hulpeloos waren. Homeopathie heeft dit specifieke idee van behandelen grondig bestudeerd en homeopathische therapeuten van de oude school waren uniform succesvol in het beschermen van hun patiënten, door de toediening van potentiële ziekteproducten. Deze werden oraal toegediend, niet hypodermisch, en dat is het belangrijke verschil. Deze zogenoemde nosoden worden in zeer hoge verdunningen (sterk verdund) toegediend, hetgeen betekent dat er geen mogelijkheid bestaat dat er nog iets van het originele materiaal of moleculen aanwezig is in de remedie die gegeven wordt. De bedoeling van de dokter was om de energie te versterken van de remedie door ze te verdunnen en de oplossing te schudden, zodat de energie die vrij kwam in het lichaam van de patiënt zou werken als een afgestemde muzieknoot, waardoor elk symptoom in het lichaam zou verergeren tot in de mate waar het zou resulteren in het neutraliseren van de ziektedeeltjes of entiteiten in het lichaam. De homeopathische therapeut werkt alleen maar met energie. In serologie, gebruikt de therapeut grote hoeveelheden van materiaal dat, op zichzelf, zeer gevaarlijk is voor het menselijke lichaam, wat nog niets zegt over het injecteren van deze materialen hypodermisch, hetgeen geen natuurlijke weg is om iets in het lichaam te brengen.
De anti-vaccinatie mensen zouden hun taak veel gemakkelijker vinden als ze zich in een positie zouden bevinden dat ze naar een alternatief zouden kunnen verwijzen waardoor de bescherming, waarvan men zegt dat de verschillende serums en vaccins die bieden, onschadelijk kan bereikt worden op een andere manier.
Er zou ook benadrukt moeten worden dat de koorts en de bacteriële werking die plaats vindt bij acute ziektes opbouwend en nuttig zijn en in sommige gevallen het enige middel zijn waardoor ziekteverwekkende bestanddelen in het lichaam kunnen afgebroken worden en uitgescheiden. Daardoor lijkt het twijfelachtig of het wenselijk is om een absolute immuniteit proberen te bereiken tegen alle besmettelijke ziektes, zelfs als dit mogelijk zou zijn. Het lijkt erop dat de bescherming, die men hoopt te bereiken door een nosode of ander homeopathische remedie, eerder relatief dan absoluut zal zijn en dat het zal werken door ervoor te zorgen dat het lichaam een gunstige reactie zal vertonen op een infectie in plaats van er niet door beïnvloed te worden. Het ultieme doel zou moeten zijn om een algemene gezondheidstoestand te creëren, die zo perfect is dat immuniteit natuurlijk zal verrijzen.
De natuurlijke immuniteit wordt versterkt door onze ervaringen en ontmoetingen. Omdat het lichaam leert door ervaring wie de "vijanden" zijn en hoe deze bestreden moeten worden, wordt het er beter en beter in. Dit vertaalt zich naar een efficiënter immuunsysteem. De enige manier waarop het lichaam dit kan leren is via natuurlijke methoden. Als het de vijand tegenkomt op plaatsen waar het verwacht dat de vijand is, dan zal het een geschikte verdediging produceren, zowel op een cellulair niveau als op het niveau van het lichaamsvocht. Herhaalde ontmoetingen zullen verdere sofisticatie van het systeem verzekeren en een voortdurende bijwerking van het gebruikte verdedigingssysteem. Vaccinatie, door de manier waarop het voorbij gaat aan de belangrijkste verdedigingslinies, laat niet toe dat er een geschikt leerproces plaats vindt, waardoor dit niet zal resulteren in een geschikte immuniteit. Vandaar de blijvende hoge besmettingsgraad bij gevaccineerde kinderen in vergelijking met niet-gevaccineerde.
Dit leidt tot het besluit dat de beste natuurlijke preventie de blootstelling aan de ziekte op het juiste tijdstip in het leven is. Kinderziektes waren vroeger precies dat: ziektes tijdens de kindertijd. Deze zorgen voor een eerste, bijna onschuldige, stap naar het bouwen van een goede natuurlijke immuniteit en zal ons uitrusten met een actief en hoog begaafd immuunsysteem dat in staat is ons te beschermen door zijn leermogelijkheden in plaats van via de eigenlijke antilichaampjes die het momenteel met zich meedraagt.
Het bouwen van dit natuurlijke immuunsysteem kan bijgestaan worden door het gebruiken van nosoden als stimulatie, een extra oppepper voor de natuurlijke methoden die gebruikt worden door het lichaam om te beschermen en te verdedigen.