Antilichaampjes
Wat is dit?
Door Dr Patrick Quanten MD
Antilichaampjes zijn de geprezen helden van ons immuunsysteem. Hoe meer hoe beter, zo lijkt het toch. Als je er geen hebt dan loop je ernstig gevaar. Als je er geen hebt dan heb je alle bescherming nodig die je kan krijgen. Je bent een statische schietschijf!
Antilichaampjes, niet alleen helden per definitie, maar ze worden ook voorgesteld als het meest ingenieuze arsenaal dat de mensheid ooit is tegengekomen. Ze zijn zo gesofisticeerd dat ze specifiek afgestemd zijn op alle mogelijke vijanden waar je mee te maken kan krijgen. Een precies wapen op maat, gemaakt om enkel de specifiek ongewenste elementen uit te schakelen en de rest volledig onaangetast en intact te laten. Wat kan er nog mooier zijn op gebied van oorlogsvoering? Een verhaal van efficiëntie en van pracht, ongeëvenaard door al dat we kennen.
En hoe komt de medische wereld tot zulk een succesverhaal in biologie? Gebaseerd op wetenschappelijk bewijs kunnen we het verhaal stukje bij beetje samenstellen.
Wanneer cellen van ons immuunsysteem in contact komen met "vreemde" indringers in het lichaam, of zelfs met stukjes die niet thuishoren in het systeem, dan worden deze gescand. Er wordt een impressie van de vijand gemaakt en op basis van deze intelligente informatie creëert het lichaam een specifiek wapen, het antilichaampje, dat zal aanvallen wanneer de indringer terug gespot wordt en de vijand zal zonder falen vernietigd worden. Met andere woorden, door herkenning creëert het lichaam een wapen dat zich zeer specifiek op deze vijand richt en deze vernietigt. Als we een hoog niveau van zulke antilichaampjes in de bloedbaan aantreffen dan toont dit, per definitie, een hoog beschermingsniveau tegen deze specifieke vijand aan. Je bent veilig. Je bent goed beschermd en moet je nergens zorgen om maken, zelfs wanneer je omgeving overspoeld wordt met deze gevaarlijke indringers.
Wat vertelt de wetenschap ons nog over antilichaampjes?
Eerst en vooral hebben wetenschappers het altijd moeilijk gehad met de uitspraak van specifieke antilichaampjes omdat ze steeds te maken kregen met wat zij "vals negatieve" en "vals positieve" testresultaten noemen. "Vals negatief" betekent dat de test geen antilichaampjes aantoonde tegen een bepaalde ziekte en toch blijkt dat de persoon beschermd is, immuniteit heeft. "Vals positief" betekent dat de test specifieke antilichaampjes aantoonde maar blijkt dat de persoon weinig of geen immuniteit tegen de bedoelde ziekte heeft. Met andere woorden, de resultaten van testen, die zouden moeten aantonen of je al dan niet antilichaampjes hebt, komen niet altijd overeen met de toestand van jouw immuniteit.
Ten tweede hebben dokters, onder bepaalde omstandigheden, hoge niveaus van specifieke antilichaampjes niet geïnterpreteerd als een hoog niveau van bescherming maar als een teken van infectie. Blijkbaar beslissen zij wanneer een hoog niveau van antilichaampjes, een positief testresultaat, betekent of je goed beschermd bent tegen die ziekte of dat je behandeling nodig hebt tegen die ziekte. Dit zou kunnen leiden tot het besluit dat zelfs uit hun ervaring het niveau van antilichaampjes geen verband houdt met een bepaald niveau van bescherming.
Ten derde hebben medische studies altijd aangetoond dat bloedniveaus van specifieke antilichaampjes tegen een ziekte kunnen stijgen in aanwezigheid van een andere ziekte. Met andere woorden, de antilichaampjes waarvan wordt gezegd dat ze specifiek zijn voor een bepaalde ziekte, en waarvan het niveau een bescherming aantoont die specifiek is voor die ziekte, zijn in feite helemaal niet specifiek. Deze worden erkend wanneer het de dokter uitkomt en genegeerd wanneer het hem niet uitkomt. Dit leidt tot het besluit dat een hoog niveau van bepaalde antilichaampjes jou niets vertelt over een mogelijke immuniteit tegen die specifieke ziekte en het is ook geen indicatie om te bewijzen dat je besmet bent met die specifieke ziekte; het zou een reactie kunnen zijn op iets totaal anders.
Verder erkennen wetenschappers dat het lichaam immuniteit vertoont tegen ziektes waar het nooit mee in aanraking is gekomen. Dit betekent dat het lichaam de indringer niet eerst moet tegenkomen om een impressie ervan te maken en om dan daaruit een geschikt wapen ertegen te maken. Wetenschappers vermelden dit feit enkel als een waarneming. Ze geven ons geen verklaring over hoe dit mogelijk is. Ondertussen blijven hun beroemde collega's vrolijk het verhaaltje verder vertellen zoals het aan het begin van dit artikel voorgesteld werd en ze negeren de wetenschappelijke feiten en aanvaardde conclusies volledig.
Wat kunnen we besluiten als we rekening houden met het bovenstaande?
- Dat er geen betrouwbaar testresultaat is.
- Dat er geen rechtstreeks verband is tussen niveaus van antilichaampjes en niveaus van bescherming.
- Dat er niet zoiets bestaat als specifieke antilichaampjes voor specifieke ziektes.
- Dat het lichaam immuniteit vertoont zonder in aanraking te zijn gekomen met de ziekte.
Dit laatste punt is, alweer, een bevestiging dat het leven niet gaat over materieel spul. Opdat het leven kan evolueren, opdat dingen kunnen gebeuren in het leven, moet er niet noodzakelijk een fysiek contact plaatsvinden. Het leven is energetisch. Alle uitwisselingen in het universum zijn energetische uitwisselingen, waarvan sommigen resulteren in materialisatie. Dit betekent, onder andere, dat wanneer de omgeving van een persoon een zeer sterke en onvermurwbare bescherming biedt tegen bepaalde invloeden, dan zal deze persoon bescherming genieten. Het fysieke systeem van die persoon zal de energetische boodschap van bescherming ontvangen hebben en we zullen ook in de materie van die persoon, het lichaam, tekenen van bescherming aantreffen. Dit is ook de manier waarop dieren en mensen (ook planten) leren zonder dat het voorgedaan werd. Waarnemingen van het gedrag van apenstammen in het wild en de aangeleerde processen van laboratoriumratten en de overdracht van deze kennis naar anderen van dezelfde soort hebben dit bevestigd. Op de een of andere manier weten dieren wat hun soortgenoten elders aangeleerd hebben. De overdracht van deze informatie is energetisch; moet zo zijn als de dieren geen fysiek contact met mekaar gehad hebben.
Waar treffen we antilichaampjes aan? Er wordt meestal in het bloed op getest, soms in ziek weefsel. Wanneer testen uitgevoerd worden op weefsel dan worden de antilichaampjes aangetroffen in de extracellulaire ruimte, met andere woorden buiten de cellen. Bloed wordt genomen uit een ader (een vene), meestal in de arm. Een ader is een bloedvat dat het "vuile" bloed wegvoert uit de cellen. Dit bloed voert cellulaire afvalproducten terug naar de lever om te ontgiften en daarna naar de longen om te revitaliseren. Wanneer we een klein monster nemen, dan nemen we in het bijzonder bloed dat ontdaan is van voedingsstoffen en vol zit met afval. In dit bloed treffen we antilichaampjes aan. Zou het kunnen dat antilichaampjes deel uitmaken van het cellulaire afval dat in het bloed gedumpt wordt en afgevoerd wordt om te recycleren? Dit zou betekenen dat antilichaampjes door al de cellen zelf geproduceerd worden, niet enkel door specifieke cellen in de bloedbaan, en dat de antilichaampjes die we aantreffen in veneus bloed overschotten zijn, gebruikte en weggegooide producten uit specifieke cellulaire activiteit. Weten we dat cellen hun eigen spullen aanmaken? Ja, dat weten we. Sinds de tachtiger jaren hebben wetenschappers bewezen dat cellen alles wat ze nodig hebben zelf aanmaken: alle suikers, vetten, proteïnen, enzymen, hormonen, insuline, water, gewoonweg alles. Wanneer het product gebruikt is dan wordt het vrijgelaten in de bloedbaan. We weten dit al meer dan dertig jaar. Maar toch blijven onze gerenommeerde professoren het verhaal vertellen alsof deze feiten niet bestaan.
Dit zou desalniettemin ook verklaren waarom antilichaampjes geen specificiteit hebben. Cellulaire activiteit heeft overeenkomsten met betrekking tot te nemen acties in verband met immuniteit, omdat bepaalde bedreigingen van vergelijkbare aard zijn hoewel de details verschillend zijn. Dit kan dan als resultaat hebben dat dezelfde antilichaampjes afgevoerd worden door de cellen, zelfs wanneer wij geloven dat de ziektes door verschillende entiteiten veroorzaakt worden, en de antilichaampjes zouden dan een aanwijzing zijn van een bepaalde cellulaire activiteit en niet van een verband met een bepaald specifiek micro-organisme.
Maar wat is het probleem met deze versie? Het probleem is dat deze versie eigenlijk aangeeft dat in eerste instantie je niet kan en moet testen om het veroorzakend bestanddeel van de besmettelijke ziekte te vinden. Dit bespaart geld. En dat, ten tweede, antilichaampjes geen aanduiding zijn van immuniteit en dat je daarom ook niet moet proberen om ze te "creëren"; met andere woorden, er is geen behoefte aan vaccinatie. Dit bespaart geld. En ten derde dat de basis waarop je het gezondheidssysteem verkoopt, en dat is "repareer het fysieke" volledig fout is en zinloos. Als je wil begrijpen en helpen, moet je zoeken naar antwoorden in de energie waaruit die persoon is opgemaakt. Er is dus geen behoefte meer aan grote, dure machines om te testen en jouw interne materie te visualiseren. Dit bespaart geld.
En dat is het probleem!
Alles wat ik kan zeggen is: als dokters niet bereid zijn om de wetenschappelijke feiten te omarmen, laat dit jou niet tegenhouden om dat wel te doen.