De Kracht van de Psyche
door Dr Patrick Quanten MD
Het is overduidelijk dat gezonde mensen gelukkiger zijn dan ongezonde. Wat nu toenemend duidelijk wordt door onderzoek is dat het omgekeerde ook waar is: gelukkige mensen zijn gezonder dan ongelukkige mensen. Het lijkt erop dat geluk, hetgeen alleen maar meestal vrolijke gedachten hebben betekent, biologische veranderingen veroorzaakt in de hersenen, wat op zijn beurt diepgaande gunstige effecten hebben op de fysiologie van het lichaam.
Laten we een paar specifieke voorbeelden nemen, eerst van ongelukkige gedachten. Boze, vijandige gedachten zorgen voor een versnelde hartslag, een verhoging van de bloeddruk, en het rood worden van het gezicht, bovenop andere veranderingen. Angstige gedachten kunnen ook de hartslag versnellen en de bloeddruk doen stijgen, alsook trillende handen veroorzaken, koud zweet, een knoop in de maag, en een doorgedreven verzwakking, evenals veranderingen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor deze fysieke manifestaties. Ernstig verstoorde gedachten werden al lang in verband gebracht met verstoringen in de hersenchemie. Om een onderzoeker te citeren, "Er bestaat geen rare gedachte zonder een rare molecule".
Zo ook zullen vrolijke gedachten van alle soorten, liefdevolle gedachten, gedachten van vrede en rust, van medeleven, vriendelijkheid, aardig zijn, vrijgevigheid, affectie, warmte en intimiteit, elk een corresponderende toestand van fysiologie produceren via de stroom van neurotransmitters en hormonen in het centrale zenuwstelsel en doorheen het hele lichaam. De diepgaande fysiologische veranderingen die veroorzaakt worden door vrolijke gedachten leiden naar een goede gezondheid omdat de neurotransmitters, die hiervoor optreden in het lichaam, een stimulerend effect hebben. Als het immuunsysteem van het lichaam verzwakt is door gevoelens van woede, apathie, vijandschap, afkeer, conflict, en somberheid, dan zouden vrolijke gedachten dienst moeten doen om de weerstand van het lichaam tegen ziekte, door een gelijkaardig maar tegengesteld effect, te verhogen.
Op eender welk ogenblik is jouw gezondheid de totale som van alle impulsen, positieve en negatieve, die ontspruiten aan je bewustzijn. Je bent wat je denkt! Als je gelukkig bent, dan betekent dit alleen maar dat je meestal gelukkige gedachten hebt. Als je depressief bent, dan betekent dit dat je meestal triestige gedachten hebt. In deze berekening zijn ook al onze andere geestestoestanden omvat, ons dagelijks deel aan woede, angst, afgunst, hebzucht, vriendelijkheid, medeleven, goedwillendheid en liefde. Dit zijn allemaal eenvoudige gedachten. Als één ervan toevallig domineert, dan leidt dit tot een corresponderende fysiologische toestand.
De macht der gewoonte is praktisch onmogelijk te stoppen, eens zijn kanalen geopend zijn. De bewuste geest kan zichzelf wijsmaken dat het de alledaagse gewoontes onder controle heeft – gewicht verliezen wanneer het dit wenst, stoppen met roken, nieuwe geloofssystemen aanvaarden en onbekende gedachten denken – maar de macht der gewoonte is als een getijdengolf en de bewuste geest zijn onzekere roestige berijder. Gewoontes dragen bijvoorbeeld weinig zorg voor het feit of we denken dat het goed of slecht is. We kennen allemaal de roep van de kettingroker, "Ik wilde deze sigaret zelfs niet eens", en de persoon op dieet "Ik had zelfs geen honger toen ik die taart at". Om te kunnen begrijpen waarom gewoonte zo sterk is moeten we de aard van de geest wat nauwer bekijken.
Elke gewoonte is een samenwerkende vennootschap tussen lichaam en geest. Over het algemeen leidt de geest de vennootschap en het lichaam volgt als een stille partner om de leiding van de geest te materialiseren. Dit werkt heel goed als de gewoonte iets gepast is zoals met een tennisraket zwaaien of viool spelen. De enorme vaardigheden die het lichaam vertoont in sport worden mogelijk gemaakt door het eenvoudige feit dat de atleet of muzikant niet moet nadenken over wat hij aan het doen is. Zijn kleinste intentie wordt vertaald in een ongelofelijk gecoördineerde reactie van geest en lichaam. Hij haalt enorm voordeel uit de samenwerking van geest en lichaam dankzij de kracht van de gewoonte.
De mechanische aard van gewoonte kan ook ten nadele werken. Als de geest een kleine intentie heeft om voldoening te krijgen, maar de kanalen die hier normaal voor opengesteld worden omvatten roken, alcohol drinken, of teveel eten, dan zal de kracht der gewoonte het lichaam naar ziekte leiden. Het partnerschap van lichaam en geest is als een ballon: als je erin nijpt op één plaats, dan puilt het altijd aan een andere kant uit. Bij een slechte gewoonte geeft het lichaam zoveel mogelijk ruimte om te voldoen aan de wens van de geest, bijvoorbeeld toestaan dat de bloeddruk verhoogt, stresshormonen vrijlaten om ongeschikt de vecht-vlucht reactie op te wekken, en de verhoging van de hartslag, maar op termijn groeien de gespannen delen van het lichaam uit om de uitpuiling op te vullen, en dan is er geen flexibiliteit meer. Het resultaat is chronisch hoge bloeddruk, een uitgeput hormoonstelsel, en een gespannen hart.
Als we gezondheid willen creëren, en op dit moment willen beginnen, dan moeten we de onbewuste geest in goede banen leiden door gewoonte. Elke benadering van nieuwe gewoontes zou de volgende richtlijnen moeten volgen: De gewoonte moet zonder moeite tot stand komen over een tijdsperiode. Ze moet begeleid zijn door vrolijke gedachten. En ze zou voortdurend herhaald moeten worden, maar altijd in een gunstig kader van de geest, nooit geforceerd als een vijand of een slechte gewoonte. Als ze op deze manier gekweekt worden zullen nieuwe gewoontes het hele lichaam-geest-systeem conditioneren om automatisch gezondheid en geluk te creëren. Ik herinner me twee zinnen van Abraham Maslow over zeer gezonde, creatieve mensen: "Wat zo een persoon wil en waar hij van geniet is precies datgene wat goed voor hem is. Zijn spontane reacties zijn even waardevol, efficiënt en goed als ze zouden zijn als ze op voorhand bedacht waren." Het lijkt te mooi om waar te zijn, maar het is alleen maar de gewoonte aan het werk.
Hier zijn wat meer voorbeelden om te illustreren hoe het lichaam reageert op de boodschappen van de psyche.
De bijdrage van de psyche
De psyche is veel meer dan de chemicaliën, neuropeptiden, die helpen om de boodschappen te verzenden naar de rest van het lichaam.
Het is toch niet alleen de adrenalinemolecule die ervoor zorgt dat een moeder een brandend gebouw inloopt om haar kind te redden of een endorfinemolecule die haar beschermt zodat ze de vlammen niet voelt. Liefde zorgt ervoor dat ze naar binnen loopt, en vastberadenheid beschermt haar tegen de pijn.
Chemische verslaving
Er wordt algemeen geloofd dat mensen die verslaafd zijn aan alcohol, sigaretten, of drugs een "chemische verslaving" hebben, hetgeen betekent dat hun cellen afhankelijk zijn van nicotine, alcohol, heroïne enz.. Maar als je kijkt op het niveau van de lichaamschemie, dan merk je dat heroïne en nicotine in dezelfde receptoren passen van de celwand, die bij iedereen aanwezig zijn. Een verslaafde heeft geen receptoren die zorgen voor een abnormale drang.
Zo ook is niet de maagwand van een dikke man verslaafd aan voedsel – het aanvaardt alleen maar wat het aangereikt wordt. De waarheid lijkt te zijn dat het geheugen van de cel aan het verslavende bestanddeel de verslaving veroorzaakt, en dit blijft verstoorde cellen aanmaken die deze zwakheid vertonen. Met andere woorden, een verslaving is een verstoorde herinnering.
Als je een verslaafde neemt, zijn lichaam ontgift, en hem geen alcohol of drugs meer geeft gedurende enkele jaren, dan zijn al de oude cellen, die "chemisch verslaafd" waren, verdwenen. Maar de herinnering blijft, en als je het een kans geeft zal de herinnering terug vallen op het verslavende bestanddeel.
Tumoren die smelten als sneeuw voor de zon
Psycholoog Bruno Klopfer behandelde een man, Wright genaamd, die vergevorderde kanker van de lymfeknopen had. Alle standaard behandelingen waren geprobeerd en het leek erop dat Wright nog maar een korte tijd te leven had. Zijn nek, oksels, borst, buikholte en lies zaten allemaal vol tumoren met de grootte van sinaasappelen, en zijn milt en lever waren zo uitgezet dat men elke dag een halve liter melkachtige vloeistof uit zijn borst moest draineren.
Maar Wright wilde niet sterven. Hij had gehoord over een opwindend nieuw medicijn, Krebiozen genaamd, en hij smeekte zijn dokter om het te mogen proberen. Eerst weigerde zijn dokter dit omdat het medicijn enkel getest was op mensen met een levensverwachting van meer dan drie maanden. Maar Wright bleef aandringen zodat zijn dokter eindelijk toegaf. Hij gaf Wright een inspuiting van Krebiozen op vrijdag, maar in zijn hart geloofde hij niet dat Wright het weekend nog zou overleven. De dokter ging naar huis.
Tot zijn verbazing trof hij de volgende maandag Wright uit zijn bed rondwandelend aan. Klopfer rapporteerde dat zijn tumoren waren "gesmolten als sneeuw voor de zon" en nog maar de helft van hun originele omvang hadden. Dit was een veel snellere vermindering dan zelfs de sterkste bestraling zou kunnen bereiken. Tien dagen na de eerste behandeling met Krebiozen verliet Wright het ziekenhuis en was, voor zover de dokters konden vaststellen, kankervrij. Toen hij het ziekenhuis binnenkwam had hij een zuurstofmasker nodig om te ademen, maar toen hij wegging was hij goed genoeg om met zijn eigen vliegtuig te gaan vliegen op een hoogte van 12.000 voet zonder ongemak.
Wright bleef goed gedurende ongeveer twee maanden, maar dan verschenen er artikels over het feit dat Krebiozen geen enkel effect zou hebben op kanker van de lymfeknopen. Wright, die zeer logisch en wetenschappelijk in zijn denken was, werd zeer depressief, kreeg een terugval, en werd opnieuw opgenomen in het ziekenhuis. Deze keer besloot zijn dokter om een experiment te proberen. Hij vertelde Wright dat Krebiozen even efficiënt was als gebleken was, maar dat een deel van het medicijn aan kracht verloren had tijdens het transport. Maar hij verklaarde dat hij een nieuwe, geconcentreerde, versie van het medicijn had en Wright hiermee kon behandelen. Natuurlijk had de dokter geen nieuwe versie van het medicijn en hij had de bedoeling om Wright een inspuiting met zuiver water te geven. Om de juiste atmosfeer te creëren ging hij zelfs door een uitgebreide procedure alvorens Wright met het placebo te injecteren.
Weer waren de resultaten drastisch. De tumoren leken te smelten, de vloeistof in de borst verdween, en Wright was weer snel te been en voelde zich goed. Hij bleef zonder symptomen gedurende nog eens twee maanden, maar dan kondigde de Amerikaanse Medische Dienst aan dat een onderzoek van Krebiozen over het hele land had aangetoond dat het medicijn waardeloos was voor de behandeling van kanker. Deze keer was het geloof van Wright volledig aan diggelen geslagen. Zijn kanker bloeide opnieuw op en hij stierf twee dagen later.
De boodschap is: Als we gelukkig genoeg zijn om ons ongeloof aan de kant te schuiven en ons aan te sluiten op de helende kracht in onszelf, dan kunnen we ervoor zorgen dat tumoren van vandaag op morgen wegsmelten.
Drs Harriet Linton en Robert Langs (1962)
Aan personen werd verteld dat ze gingen deelnemen aan een studie over de effecten van LSD, maar hen werd een placebo gegeven. Maar toch vertoonde de personen, een half uur na de inname, de klassieke symptomen van de eigenlijke drug, geen controle meer, een ingebeeld zicht op de zin van het bestaan, enzovoorts. Deze "placebo trips" duurden verschillende uren.
Harvard Psycholoog Richard Alpert (1966)
Alpert ontmoette een wijze kleine heilige man aan de voet van de Himalaya op zijn zoektocht om meer inzicht te krijgen in de ervaring met LSD. Omdat de man ouder dan zestig was besloot Alpert om hem een lichte dosis van 50 of 75 microgram te geven. Maar de man was meer geïnteresseerd in een pil met een dosis van 305 microgram die Alpert ook bij had, een relatief hoge dosis. Tegen zijn zin gaf Alpert hem één van de pillen. Maar de man was nog niet tevreden. Met een schittering in zijn ogen vroeg hij nog één, en daarna nog één, en plaatste in totaal 915 microgram LSD op zijn tong, een massale dosis volgens eender welke standaards, en slikte ze door.
Alpert keek aandachtig toe en verwachtte dat de man met zijn armen zou gaan zwaaien en zou beginnen te springen als een aap, maar de man gedroeg zich alsof er niets gebeurd was. Hij bleef in deze toestand gedurende de rest van de dag, zijn uitzicht bleef even sereen en onverstoord zoals altijd, met uitzondering van de schittering in zijn ogen. De LSD had duidelijk weinig of geen effect bij hem. Alpert was zo geraakt door de ervaring dat hij stopte met onderzoek naar LSD, zijn naam veranderde naar Ram Dass, en zich bekeerde tot het mystieke geloof.