Het Geschenk van Vergiffenis
door Dr Patrick Quanten MD
Wat je hier zal lezen is een geschenk. Het is een geschenk van mij aan jou. Maar toch verlies ik het geschenk dat ik aan jou geef niet, en wij beiden zullen winnen van mijn geschenk aan jou. Je zal er niet aan winnen omdat ik het verlies; je zal er aan winnen omdat er aan jou iets gegeven werd dat je eerder niet had. Dit concept is heel verschillend van het algemeen aanvaard idee dat iemand datgene dat hij geeft verliest, en iemand wint door een geschenk te ontvangen. Dit soort "geschenken" kan enkel dienen om meer waardevolle geschenken terug te krijgen; een lening die met intrest terugbetaald moet worden; een tijdelijk uitlenen, dat bedoeld is als een schuldbekentenis die duurder terug betaald moet worden dan wat hij, die het geschenk in ontvangst nam, gekregen had. Het haalt alle betekenis weg van het geschenk dat je geeft. Want geven is dan een bron van angst geworden; angst voor de gevolgen, angst voor het onzichtbare prijskaartje waarmee het geschenk komt.
Een geschenk kan alleen maar een echt geschenk zijn als er geen verlies voor de gever is, en zowel de gever als de ontvanger winnen door het geschenk. Dit betekent dat jij, als de gever, beter af bent als je geeft; je haalt er voordeel uit als je geeft. Kortom, je geeft aan jezelf wat je aan een ander geeft. Omdat je voordeel haalt uit het geschenk dat je aan een ander geeft kan er geen angst zijn over terugbetaling of wederdiensten.
Niemand kan geven wat hij niet ontvangen heeft. Om iets te geven is het eerst nodig dat je het zelf bezit. De wereld gelooft dat je enkel iets kan bezitten als je het houdt. Maar het is enkel door te geven dat je erkent dat je het in de eerste plaats gekregen hebt. Dit is het bewijs dat wat je hebt werkelijk van jou is. En om het te kunnen houden en het nog krachtiger te laten groeien moet je het weggeven, omdat je het aan jezelf geeft door het weg te geven; telkens opnieuw.
Maar we zien anderen zo verschillend en afgescheiden van onszelf en je denkt dat hun gedrag geen verband houdt met je eigen gedachten, hun gedrag heeft geen effect op dat van jou, en hun hulpkreten houden op geen enkele manier verband met die van jou. Je denkt dat zij kunnen zondigen, dat jij hun zonde kan beoordelen, en toch gescheiden blijft van afkeuring en in vrede verder kan leven. Gelijkaardig, als je "vergeeft", als je "iemand verontschuldigt" dan is er geen rechtstreekse winst voor jou. Je geeft liefdadigheid aan iemand die het niet waard is om het punt duidelijk te stellen dat jij beter bent. Zijn zonden hebben hem laten dalen beneden een echte gelijkheid met jou, en hoewel hij jouw vergiffenis niet kan eisen, geef je hem dit "geschenk". Dat is heel lief van jou, maar heeft geen andere waarde dan alleen maar liefdadigheid – een hand uitsteken naar de ongelukkige!
Als dit echte vergiffenis is, dan heeft vergiffenis geen grond om op te rusten. Het is een excentriciteit waarin je jezelf soms wil wentelen. Maar toch blijft het je recht om de zondaar niet te laten ontsnappen aan zijn rechtvaardige terugbetaling voor zijn zonde. De zonde die je vergeeft is niet die van jou. De persoon die de zonde bedreef is totaal afgescheiden van jou. Als dat het geval is dan kan je niet winnen door hem vergiffenis te "schenken". De enige manier waarop dit mogelijk is, is als de gever en de ontvanger één zijn. Maar dat betekent dat de zonde die begaan werd de jouwe moet zijn, evenveel als die van een ander. Vergeef een ander en je vergeeft jezelf. Nu heeft vergiffenis een betekenis.
De geest die niet kan vergeven is triest, zonder hoop op rust en het vrijlaten van pijn, hetgeen alleen door vergiffenis kan komen. De geest die niet kan vergeven ziet geen fouten, alleen zonden. Ze wil vergiffenis, maar ziet geen hoop. Ze wil ontsnappen, maar ziet geen uitweg omdat ze overal zonden ziet. De geest die niet kan vergeven wanhoopt, zonder uitzicht op een toekomst die iets anders kan brengen dan wanhoop. Maar toch ziet ze zijn beoordeling van de wereld als onomkeerbaar, en ziet ze niet dat ze zichzelf veroordeeld heeft tot deze wanhoop.
Een gedachte die niet kan vergeven is er één die een oordeel vormt dat niet aan twijfel onderhevig is. De geest is gesloten en zal niet, kan niet toelaten dat twijfel binnen komt. Door panische acties vervolgt ze haar doel, draaiend en kerend rond alles wat ze als verstorend ziet voor het gekozen pad. Vervorming is haar doel, en de middelen waardoor dit bereikt kan worden ook. Ze gaat door met haar verwoede pogingen om de realiteit te verbrijzelen, zonder te denken aan iets dat een tegenstelling lijkt voor haar standpunt.
Anderzijds doet vergiffenis in stilte niets. Ze keert zich tegen geen enkel deel van de realiteit, noch probeert ze deze te verdraaien om te lijken op wat zij wil. Ze zal eerder kijken, en wachten en niet oordelen. Als je niet vergeeft, dan moet je oordelen, omdat je dit gebrek aan vergiffenis moet rechtvaardigen. Vergiffenis herkent wat je dacht dat je broeder je aangedaan had, maar echter nooit gebeurd is. Door "te verontschuldigen" voor zonden, bewijs je dat ze echt zijn. Als zonden echt zijn, dan kan een mens de werkelijkheid veranderen naar wat hij ook maar wil. In Waarheid bestaat er maar één realiteit, geen miljoenen die georganiseerd werden door individuele verlangens van begerige zielen. Vergiffenis ziet hierdoor dat er in de eerste plaats al geen zonde was. En vanuit dit standpunt zijn al je zonden vergeven.
We zijn verward door deze veranderende wereld waar we schijnbaar in leven, zijn wentelingen van geluk en zijn bitterheid, en alle "geschenken" die het uitleent, om ze nadien weer weg te nemen. De wereld biedt geen veiligheid. Ze vindt haar wortels in de aanval, en al zijn "geschenken" van blijkbare veiligheid zijn illusies. Ze valt aan, en valt dan opnieuw aan. Deze bedreiging zorgt voor woede, woede lijkt de aanval uit te lokken, en hierdoor wordt de aanval gerechtvaardigd in de naam van zelfverdediging. Wie zou zichzelf verdedigen als hij niet dacht dat hij aangevallen werd, dat de aanval echt is, en dat zijn eigen verdediging hem kan redden?
Je handelt vanuit het geloof dat je jezelf moet beschermen tegen wat er gebeurt. Een gevoel van bedreiging is een erkenning van een bepaalde zwakte; een geloof dat er gevaar dreigt die de kracht heeft om je te verplichten je te verdedigen. Al de structuren ter wereld, al zijn gedachten en twijfels, zijn straffen en zware bewapening, zijn wetten en codes, zijn ethiek en zijn leiders en hun goden, allen dienen om het gevoel van bedreiging in stand te houden.
Maar wat verdedig je eigenlijk?
Het moet iets zijn dat heel zwak en makkelijk aan te randen is. Het moet iets zijn dat een gemakkelijke prooi is, niet in staat zichzelf te beschermen en iets dat jouw hulp nodig heeft. Wat anders dan je lichaam heeft zo'n breekbaarheid dat er voortdurende zorg en diepe betrokkenheid nodig is om zijn nietige leven te beschermen? Maar het is niet het lichaam dat angst kan hebben, en het kan ook niet het voorwerp van angst zijn. Het heeft geen behoeften buiten deze die jij eraan toekent. Het lichaam heeft geen verdediging nodig. Het zal sterk en gezond zijn als de geest het niet mishandelt door rollen op te leggen die het niet aan kan, doelen die buiten zijn bereik liggen. Het lichaam begint pas in mekaar te vallen, te vervallen als het gevraagd wordt om taken uit te voeren die het niet kan.
Verdedig het lichaam en je hebt de geest aangevallen. Want je hebt er fouten in ontdekt, zwaktes en beperkingen waarvan jij denkt dat het lichaam ervan gespaard moet blijven. Het zijn deze gedachten die genezing nodig hebben omdat de Geest geen zwaktes noch beperkingen kent. Je moet jezelf vergeven voor jouw verkeerd geloof, en het lichaam zal antwoorden met gezondheid als jouw gedachten gecorrigeerd zijn en vervangen zijn door de waarheid.
Vrijheid moet wel onmogelijk zijn zolang je het lichaam als zijnde jezelf beschouwd. Het lichaam is een grens. Zoek naar vrijheid in een lichaam, en je zoekt op een plaats waar deze niet gevonden kan worden. De geest kan bevrijd worden als hij zichzelf niet langer ziet als in het lichaam, er stevig aan verbonden en onderdak vindt in zijn aanwezigheid. Want als de geest zich werkelijk in het lichaam zou bevinden, dan zou deze uitermate kwetsbaar zijn. Het is het ego wat het lichaam te vriend houdt en erin leeft, niet de geest.
Laten we ons daarom bevrijden van de illusie dat we een lichaam zijn, en dat schade aangericht aan het lichaam een aanval is op ons Zelf. Zonder dit begrip is het gekheid om te denken dat er schade aangericht is, dat er zelfs maar iets gebeurd is. Als er niets gebeurde, dan is het gemakkelijk om te "vergeven en vergeten".
Vergiffenis, het mooiste geschenk dat iemand kan geven of ontvangen. Om vergiffenis te ontvangen, is het essentieel dat je het aan jezelf en aan anderen geeft.