Angst en het Leerproces
Patrick Quanten
We houden nooit op met bij te leren. Het is een voortdurend proces van het leven zelf. Het andere opmerkelijke is dat wat we leren een directe relatie heeft met onze omstandigheden. Wat het ook is dat op ons pad komt, we hebben de capaciteit om eruit te leren. Maar wat is leren dan eigenlijk?
Leren is ‘kennis opgedaan door studie, ervaring of door onderwezen te worden’. Wikipedia vermeldt het volgende aangaande leren:
Leren is het cognitieve proces van het zich eigen maken van nieuwe, of het aanpassen van bestaande, kennis, gedrag, vaardigheden, procedures, inzichten of waarden…. Leerprocessen veranderen de manier waarop mensen denken, voelen, waarnemen en zich gedragen.
Leren is iets dat elk levend organisme doet gedurende zijn levensduur. Het maakt deel uit van het aanpassingsvermogen dat een organisme heeft om te reageren op zijn omgeving, ervan te leren en zo zijn eigen manier van leven aan te passen met het oog op het vergroten van zijn overlevingskansen. Vandaar dat gebeurtenissen en situaties die zich blijven herhalen een belangrijke stimulus zijn voor het organisme om zijn gedrag aan te passen, een gedrag dat gebaseerd is op wat het ‘kent’, op wat zijn eigen ‘interpretatie’ is van hoe het leven rondom het organisme zich afspeelt. Het organisme zal, als gevolg van het leerproces, andere keuzes maken aangaande zijn reacties op de omgeving. Overleven is de voornaamste drijfkracht achter het natuurlijke leerproces.
Dus zijn het de veranderende omstandigheden die de mogelijkheid creëert tot het leren, tot het verhogen van kennis. Daartegenover staat dat het onbekende in het leven, zoals omstandigheden waar we niet vertrouwd mee zijn, ook een bron van angst zijn. Het bekende, het vertrouwde, daar reageren we op, daar gaan we mee om, daar schikken we ons naar. Het onbekende is iets waar we geen geschikt pasklaar antwoord voor hebben en dus hebben we de neiging om zulke omstandigheden te mijden en het leven netjes binnen het ‘bekende’ te houden, binnen datgene dat we als onze comfortzone benadrukken. Dit betekent dat leren inhoudt dat we uit onze comfortzone stappen en in het onbekende, hetgeen ons, in algemene termen, overspoelt met een gevoel van onbehagen en vrees. We kunnen bewust beslissen om deze stap te zetten en de uitdaging om iets nieuws te ervaren te aanvaarden, of we kunnen gedwongen worden door de omstandigheden die telkens weer op ons afkomen. In beide gevallen staan we op de drempel van iets nieuws. We zullen iets nieuws gaan leren, dat ons kennisveld zal verrijken.
Baby’s leren het concept van vormen en ruimtelijke bewustwording door vormen bij elkaar te passen, door de ene in of op de andere te plaatsen, door puzzelstukjes samen te brengen in een betekenisvol geheel. Ze leren nieuwe vaardigheden, zoals rechtstaan, door iets te proberen dat ze voordien nog niet gedaan hebben. Er bestaat een innerlijke natuurlijke drang om te leren. Ze zijn geïnteresseerd in hun omgeving en door het uitproberen van dingen verzamelen ze ervaringen die hen in een bepaalde richting in hun leven zullen sturen. Elk individu zal zich aangetrokken voelen om andere dingen te leren op verschillende tijdstippen in hun leven, afhankelijk van hun omgeving en van hun interne structuur. Dit laatste is verantwoordelijk voor de creatie van hun persoonlijke interesse in bepaalde aspecten van het leven op bepaalde tijdstippen. Wat het meest urgente is voor het individu zal op dat moment de focus van het leerproces worden. Vandaar dat een schoolsysteem dat kinderen en volwassenen dwingt om allemaal hetzelfde te leren op hetzelfde tijdstip in hun leven gedoemd is om tekort te schieten in het leveren van een betekenisvolle bijdrage tot de ontwikkeling van het individu.
Hoe meer ervaringen men vergaart hoe meer de reacties veranderen. Meer ervaringen staat gelijk met meer kennis. De eerste keer een peuter in aanraking komt met een hete kookplaat of een hete kachel zal hij pijn ervaren, zijn hand snel terugtrekken van die brandende plaats en heeft hij geleerd om ervan weg te blijven, om de ervaring niet te herhalen. Maar over tijd leren we om meer genuanceerd om te gaan met warmtebronnen omdat we leren dat bepaalde temperaturen voor ons wel aanvaardbaar zijn en andere niet. Het is interessant om vast te stellen dat, eens te meer, er een groot spectrum bestaat binnen de menselijke beleving aan ervaringen in verband met warmtetolerantie. Wanneer ik kijk naar de hete pannen die een chef kok met blote handen van het vuur neemt dan vraag ik me af waarom hij geen pijn heeft. Meer nog, hij lijkt zelfs geen brandreactie, zoals roodheid en blaren, te vertonen in zijn fysieke structuur. Hij is blijkbaar in staat om meer hitte te ‘verdragen’ dan ik kan. Wanneer men hem vraagt of hij die hitte dan niet voelt dan antwoordt hij: “Daar raakt men aan gewend.” Laten we dan dit leerproces even stap voor stap analyseren. De eerste ervaring met aanraking van hitte als een peuter resulteert in pijn, paniek en een brandreactie van de huid. Later leert het menselijke systeem om een bepaalde hoeveelheid aan contacthitte te ‘verdragen’ zonder dat dit resulteert in paniek, zonder dat het een gevoel van ‘pijn’ creëert. Dit alles heeft dan slechts een minimale fysieke reactie tot gevolg. Mensen die regelmatig aan grotere hitte worden blootgesteld verhogen hun tolerantie aan hoge temperaturen en de eerder vastgestelde menselijke reacties, zowel mentaal als fysisch, vertonen zich niet meer. Men heeft geleerd ermee te leven. Door de ervaring te herhalen leert het systeem om er op een meer gepaste manier mee om te gaan. Het wordt er meer en meer aan gewend. Door de ervaring toe te laten, in plaats van ze te vermijden, leert het systeem meer over de situatie en is het in staat om een meer genuanceerd antwoord te creëren.
De reactie om zich snel uit een situatie die wij als ongemakkelijk, als onbekend, ervaren terug te trekken is een overlevingsreactie. Ken dit niet, weg ermee. De drijfveer achter deze reactie is angst en paniek. Angst is niets anders dan een signaal, net zoals pijn dat is. Als een acute signaal is het de bedoeling om een onmiddellijke overlevingsreactie uit te lokken. Als, aan de andere kant, we bang worden van het signaal zelf dan introduceren we het lijden in ons leven. Maar het zich verwijderen uit een gevaarzone is niet het einde van het verhaal. De confrontatie met een onbekende, mogelijks gevaarlijke, situatie in je omgeving is niet altijd een uniek gebeuren. Wanneer het zich blijft herhalen dan zou het slim zijn om hierover iets meer ‘te leren’ zodat men het in de toekomst op een andere manier kan aanpakken. Op deze manier hebben mensen geleerd om in allerlei omstandigheden te overleven, in de meest uiteenlopende natuurlijke habitats, omdat ze meer geleerd hebben over de specifieke condities en ze hun reacties hebben aangepast. Door bij de ervaring aanwezig te blijven kan men er meer over leren, wijzer worden met betrekking tot de verschillende aspecten, hetgeen resulteert in minder angst en de mogelijkheid biedt om meer aangepaste beslissingen hieromtrent te nemen. Men verlegt de grenzen van de beoordeling wat wel en wat niet een echt gevaar inhoudt.
Wanneer je zijdelings vlak naast een raam staat en een bal, die je niet ziet aankomen, bots hard tegen het raam ter hoogte van je hoofd dan draai jij je lichaam onmiddellijk snel weg van het raam. Het kan zelfs zijn dat je een kreet slaakt. Jouw systeem heeft zonet gepanikeerd in een reactie op het onbekende, iets onverwachts. Op deze manier wordt je beschermd tegen letsel veroorzaakt door het aankomende projectiel, zelfs als het raam je altijd tegen een mogelijk impact beschermt. Dit staat in scherp contrast met hoe je zal reageren wanneer jij je bewust bent van de baan van dezelfde bal. Wanneer je buiten staat en je ziet de bal op je af komen, richting je hoofd, dan zal je simpelweg de bal opvangen of hem zelfs terug koppen van waar hij kwam. Er is helemaal geen paniek! Hoe kan dit? Wel, uit andere ervaringen met een bal hebben we geleerd om te oordelen dat er helemaal geen gevaar dreigt, dat deze situatie geen bedreiging voor ons inhoudt. Dit staat ons toe om een niet-angstig antwoord te kiezen op deze situatie. Omdat we meer weten, meer geleerd hebben, over wat zo’n bal met ons gaat doen ‘weten’ we dat we nergens bang voor moeten zijn. Kennis van de condities, van de omstandigheden, laten ons toe om ontspannen te blijven in zulke situaties.
Wat hebben we tot dusver geleerd over het leerproces? Leren leidt tot een langdurige verandering in gedrag, hetgeen het resultaat is van ervaring. Het gaat om het vergaren van informatie, van kennis, en van vaardigheden. Om te leren moet je met nieuwe informatie geconfronteerd worden, er aandacht aan schenken, het samenvoegen met wat je al weet, het opslaan in je geheugen en het toepassen. Welke vormen van leren worden veel gebruikt buiten de directe persoonlijke ervaring?
- Leren door associatie is een van de meest fundamentele manieren waarop mensen nieuwe dingen leren. De Russische fysioloog Ivan Pavlov ontdekte deze methode van leren gedurende een experiment in verband met het digestieve systeem van honden. Hij merkte op dat de honden van nature uit bij het zien van voedsel begonnen te kwijlen, maar dat uiteindelijk zij dit ook deden telkens wanneer ze hun verzorger in een witte laboratoriumjas zagen. Latere experimenten combineerden het zien van voedsel met het luiden van een bel. Na verloop van tijd begonnen de honden al te kwijlen bij het geluid van de bel zonder dat er voedsel aanwezig was. Leren door conditionering.
- De consequenties van jouw gedrag kunnen ook een rol spelen in hoe en wat je leert. Gedragswetenschapper B.F. Skinner nam waar dat, terwijl klassieke conditionering gebruikt kon worden voor de verklaring van een bepaald leerproces, het niet alles verklaarde. Wanneer er een onmiddellijk gevolg is aan een bepaald gedrag dan kan dit eventueel het gedrag versterken of verzwakken tijdens toekomstige herhalingen.
- Leren door observatie gebeurt ook door het observeren van het gedrag van anderen en de gevolgen van dit gedrag. Leren door te kopiëren.
Leren is niet altijd even gemakkelijk. Soms moet je obstakels overwinnen om nieuwe kennis te kunnen vergaren. Deze obstakels kunnen in verschillende vormen voorkomen.
- Omgevingsuitdagingen
- Cognitieve uitdagingen: het vermogen om informatie op te slaan en het vermogen om aandacht te besteden aan informatie
- Motivatie-uitdagingen
Vergeet niet dat leren, in essentie, een natuurlijk proces is dat erop gericht is om de overlevingskansen van het organisme te vergroten. Vandaar dat welke ‘academische’ kennis we ook nastreven, welke ‘wetenschap’ we ook bestuderen, we nooit uit het oog zouden mogen verliezen waar het eigenlijk om draait. Leren gaat eigenlijk over het vergaren van kennis over je leefomstandigheden, hetgeen je de mogelijk zal bieden om meer genuanceerde keuzes te maken in verband met je eigen overleving. Theoretische modellen, of het nu om denkpatronen gaat of om fysieke modellen, betekenen niet dat we iets bijgeleerd hebben. Enkel de confrontatie met de werkelijkheid, enkel een echte ervaring, kan ons echt iets bijleren. Nochtans kan het kopiëren van theoretische modellen en gedachtegoed onze aandacht en onze interesse in een bepaalde richting sturen. Het zorgt ervoor dat alle andere mogelijke observaties buiten ons bereik vallen, buiten ons gezichtsveld. Wanneer we geen aandacht aan iets besteden dan observeren we het niet echt en dan slaan we de informatie die hiermee verbonden is ook niet op. Meer zelfs, wanneer bepaalde modellen geassocieerd zijn met het bekomen van beloningen en andere observaties leiden tot bestraffing dan zijn we geneigd om datgene te leren wat de kontrolleur van het belonings-bestraffings-schema wilt dat we leren. Vandaar dat enkel in een job toegelaten worden wanneer je het ‘juiste’ diploma of certificaat hebt, wat je enkel kan verkrijgen als je met succes een specifiek leerproces hebt doorlopen, gaat ons enkel leren wat de organisator van de cursus voor ogen heeft. Enkel wat je op school leert is kennis die jou toegestaan is. Wat de realiteit van het leven is valt nu buiten jouw observatieveld aangezien de focus ligt op de leerstof die je moet ‘kennen’ om dat beroep te mogen uitoefenen. Erger nog, het controleren van het bijhorende beroep zorgt ervoor dat geen informatie, die aanzien wordt als opgepast, het gezichtsveld van deze professionelen bereikt.
En wat dan met de bewering dat de weg van het vergaren van kennis belangrijker is dan de kennis zelf? Met andere woorden, waarom we willen leren en hoe we leren is belangrijker dan de conclusies, het eindresultaat, waar we toe komen. Leren, zoals we gezien hebben, is het proces van het vergaren van begrip en kennis. De definitie van echte kennis is ‘bewustzijn of vertrouwdheid verworven door ervaring van een feit of situatie’. Dit geeft aan dat enkel en alleen ervaring naar het verwerven van echte kennis leidt. Maar dan valt het simpelweg kopiëren als een manier om je kennis te vergroten wel uit de boot. Iets of iemand kopiëren moet dan door jezelf worden toegepast zodat je het resultaat ervan zelf kan waarnemen. Dat is dan de waarheid zoals zich dat voor jou realiseert. Enkel door je eigen leerproces te observeren kan je echt kennis verwerven, kennis die voor jou waarde heeft, die in jouw leven iets betekent. En wat is dan de waarde van het eindresultaat van het leerproces? Aangezien leren een spontaan en continu proces is dat ingebakken zit in het leven zelf zal het blijven doorgaan zolang er levende organismen bestaan. Omstandigheden veranderen voortdurend en dat geldt dus ook voor ‘wat we geleerd hebben’. Vandaar dat het eindresultaat van ons leren ook voortdurend zal blijven evolueren. Er bestaat geen absolute waarheid aangezien ‘de waarheid’ voor ons constant zal blijven evolueren en veranderen. Eens je iets geleerd hebt zal je er iets meer over moeten leren of iets anders moeten leren. Al dit draagt bij tot je eigen begrip en kennis van je eigen omgeving en de manier waarop het leven zich aan jou presenteert.
Eenvoudig uitgedrukt, je observeert je eigen leven, je eigen omgeving en de effecten die dit op je eigen leven heeft. Wanneer je met een nieuwe situatie geconfronteerd wordt dan stuurt het systeem een waarschuwingssignaal uit zoals pijn en/of paniek, hetgeen een onmiddellijk terugtrek-antwoord uitlokt, wat de, op dat moment, interpretatie is van ‘het onbekende’. Om in de mogelijkheid te zijn zo’n angstig antwoord te veranderen moet men de confrontatie met dit onbekende opnieuw en opnieuw aangaan zodat men het beter kan observeren en ervaren. Dit betekent dat we steeds meer leren over de situatie zelf. Zo vergroot onze kennis van wat eerst onbekend was en zo worden we er meer aan gewoon. De vertrouwdheid met bepaalde omstandigheden en situaties vermindert de vrees die in ons systeem kan teweeggebracht worden. Op deze manier veranderen angst en paniek in ontspanning en vertrouwdheid doordat we onszelf toegelaten hebben om in het onbekende te stappen en dat onbekende te observeren.
Maar wat gebeurt er met ons systeem wanneer het onmogelijk is om de situatie waarin we ons bevinden zelf waar te nemen en we dus niet in de mogelijkheid zijn om het onbekende dat ons systeem doet panikeren te bestuderen? Wat gebeurt er met ons wanneer we angst hebben voor een situatie, of een specifieke omgeving, die we zelf niet kunnen waarnemen? Hoe is dit mogelijk? Het kopiëren van ideeën, van geloofsovertuigingen en modellen waarvan men beweert dat ze het leven en de natuurlijke processen beschrijven, en deze ideeën meer waarde toekennen dan onze eigen waarnemingen kan een angst creëren voor het niet-waarneembare, voor dingen die we zelf niet ervaren. Wanneer je leven bedreigd wordt door een buitenkracht, of dit nu een roofdier is of een natuurlijk cataclysme, dan ben je in de mogelijkheid om dit zelf waar te nemen. Door te observeren kan je hierover meer te weten komen zodat je dan minder angstig moet zijn en beter geïnformeerd bent. Maar wat als men je vertelt dat je leven voortdurend bedreigd wordt door een buitenkracht die je onmogelijk zelf kan waarnemen, een onzichtbaar gevaar waar je ‘potentieel’ continu mee omringd bent? Dan gebeurt er niets met jouw systeem, tenzij je het verhaal begint te geloven. Als je iets, reëel of ingebeeld, als een dreiging aanziet dan zal je systeem hier op zijn gebruikelijke normale manier op reageren. Ons natuurlijk antwoord op aankomend gevaar is om ervan weg te schuwen, om ons terug te trekken naar een veilige plek. Ons initieel antwoord wordt gedreven door angst. Maar als je niet weet wanneer het gevaar echt aanwezig is, wanneer je bedreigd wordt, uit welke hoek het komt en welke vorm het aanneemt dan kan je nergens naar toe. Jouw system zal constant panikeren omdat het onzichtbare gevaar mogelijks voortdurend aanwezig kan zijn, overal. Je kan enkel hopen dat het jou niet te pakken krijgt of dat je er door vernietigd zal worden. Hopen en bidden is alles wat je kan doen. In tussentijd stuurt jouw systeem voortdurend het angstsignaal uit omdat jij gelooft dat het gevaar op je af komt. Jouw onbewust veiligheidssysteem werkt constant op hoge alertheid om proberen je veilig te houden, ook als het niet weet wat het gevaar nu juist in houdt of waar het vandaan komt. Het is gewoon bang voor het onbekende.
De medische wereld waarschuwt ons voor het ‘potentiële’ gevaar. Om niet geïnfecteerd te worden moeten we onszelf beschermen tegen organismen die we op geen enkele manier kunnen waarnemen. Omdat, volgens de professionelen, een infectie nare gevolgen kan hebben voor onze gezondheid raden ze ons aan om het contact met de gevaarlijke organismen te vermijden. Zij wijzen ons op omstandigheden waar we ‘naar alle waarschijnlijkheid’ zulke organismen kunnen ontmoeten en zij adviseren ons om deze condities te vermijden. Wanneer ik bekijk hoe zij uitleggen dat deze organismen mijn lichaam binnendringen en wanneer ik hun advies om mij niet bloot te stellen aan de mogelijkheid om geïnfecteerd te worden ter harte neem dan lijkt het mij erg duidelijk waaruit mijn actieplan moet bestaan. Ik moet ophouden met ademen – Ik moet ophouden met eten – Ik moet ophouden met seksuele betrekkingen te hebben.
Geloven dat je leven bedreigd wordt door onzichtbare ‘roofdieren’ zoals bacteriën, parasieten, virussen en gifstoffen, overbelast het natuurlijke verdedigingssysteem. Daar is het niet voor ontworpen omdat in de natuur zulk gevaar niet bestaat. Er bestaan acute dreigingen maar die gaan ook weer voorbij, hetgeen het organisme toelaat om te ontspannen en te leven. In de natuur moet een organisme zich enkel beschermen tegen gevaren waar het feitelijk mee geconfronteerd wordt en om dit te bereiken is het uitgerust met een frequentie sensorsysteem dat energetische veranderingen detecteert. Het zal dus ‘energetische dreigingen’ opvangen, significante veranderingen in het energetisch evenwicht in de omgeving, en het moet dus niet wachten tot het met het werkelijke gevaar in aanraking komt. De energetische veranderingen zijn een voorteken van de manifestatie van het gevaar in de fysieke realiteit.
Het belangrijkste punt van de confrontatie met het echte gevaar is dat de binnenkomende informatie en de evaluatie ervan verwerkt wordt door je eigen systeem, door je eigen observatie. Jij voelt de angst en jij reageert gepast. Iemand die naast je staat kan eventueel de binnenkomende informatie helemaal anders inschatten en zal dus ook anders reageren. Dit is de realiteit. Maar, als de binnenkomende informatie geen informatie bevat over mogelijk gevaar maar jij ‘weet’, je bent ervan overtuigd, dat je die informatie niet kan vertrouwen, dan moet je voortdurend panikeren. Wanneer je het natuurlijke systeem niet meer kan vertrouwen om je veilig te houden dan heb je een groot probleem!
Het andere interessante aan het leven in constante angst voor een ingebeelde bedreiging voor je leven, een geloofsovertuiging van blootstelling aan constant gevaar, is dat het leerproces hier ophoudt. We leren door te observeren en te ervaren. In dit geval kunnen we niet observeren wat we geloven dat de waarheid is en we kunnen het ook niet ervaren, want je merkt niets van de infiltratie van de onzichtbare roofdieren. Vandaar dat we zelf hier dus niets over kunnen leren! Artsen vertellen ons dat ‘wanneer we iets voelen het eigenlijk al te laat is’. In een ingebeelde gevaarlijke toestand leven stopt ons leerproces. We kunnen over deze situatie, over het potentiële gevaar, niets leren omdat we belet worden om hieromtrent enige relevante waarnemingen vast te leggen. Dit is vergelijkbaar met het niet bezitten van enige ervaring van de realiteit van een bewegende bal en dan geloven dat de bal, die je op geen enkele manier kan waarnemen, op je af komt en je schade gaat toebrengen, ongeacht of jij je achter een raam bevindt of niet. Er is geen bescherming mogelijk tegen zo’n mogelijke aanval en je moet voortdurend alert blijven om een mogelijke dodelijke confrontatie te vermijden waarbij je het inkomende projectiel nooit kan waarnemen. Hoe kan je het contact met iets onzichtbaars vermijden?
De enige manier waarop je over dit potentiële gevaar iets kan ‘leren’ en de manier waarop we erdoor bedreigd worden is door het kopiëren wat iemand anders erover vertelt. Zonder ook maar enige bewijsvoering voor wat men ons vertelt aanvaarden we de informatie, niet enkel als zijnde relevant, maar ook als zijnde essentieel voor onze overleving. Wanneer we ons in een positie bevinden waar we zelf geen ervaring over kunnen opdoen dan is ‘de kennis’ die we van iemand anders overnemen op z’n best een theoretisch model, dat nog door onszelf moet getest en ervaren worden. Enkel dan kan het als echte kennis aanzien worden. Aangezien dit nooit kan gebeuren met een theoretisch model dat een potentieel levensbedreigende omgeving naar voor schuift die niet, op geen enkele manier, door een individu kan ervaren worden. Dit heeft tot gevolg dat iedereen onder constante bedreiging leeft, een bedreiging die aanzien wordt als reëel omdat het verhaal telkens weer herhaald wordt. En je begint het in je eigen hoofd te herhalen. Je gelooft het. Een leven gebouwd op angst, waar je niet kan aan ontsnappen tenzij je terugkeert naar je natuurlijke instincten, bepaalt dan je toekomst.
Vertrouwen op de natuur, waar een perfect systeem bestaat dat je toelaat om op de best mogelijke manier te leren overleven onder gelijk welke omstandigheden, is de realiteit ervaren zoals die is, niet zoals we ons die inbeelden. Je eigen waarnemingen verbinden je met de realiteit van je eigen leven en met wat je moet leren zit opgeborgen in de ervaringen die je meemaakt. Je hebt het nodig om je eigen ervaringen te vertrouwen, je eigen observaties en je eigen evaluaties.
Het is jouw eigen leven en jij bent de enige die het kan kennen.
Leer er meer over door het van dichtbij te observeren.
Juni 2024