To Question or not to Question?
Patrick Quanten
Waarom zou dit een belangrijke vraag kunnen zijn? Omdat wanneer men zich geen vragen stelt over iets dan kan men het ook niet veranderen. Door zich vragen te stellen is men in staat om zijn kennis uit te breiden en, waar vereist, heeft men de mogelijkheid om de situatie te veranderen. Alles in vraag stellen waar je mee geconfronteerd wordt, zeker datgene waar je weinig van afweet, is een essentieel gegeven in het verkrijgen van kennis. Het is inderdaad veel gemakkelijker om eenvoudigweg de dingen te aanvaarden zoals ze je voorgesteld worden maar die houding onthoud je de mogelijkheid om te leren en stelt je bloot aan bedrog. Het herhalen van wat men je verteld heeft zonder het in alle ernst te overwegen, zonder er een kritisch oog op te laten vallen, is geen kennis. Leren wordt gedefinieerd als ‘een proces dat leidt tot verandering, hetgeen optreedt als gevolg van ervaring, en het verhoogt het potentieel voor een betere handeling en voor toekomstig leren’. Dus telkens wanneer jij je niet kritisch opstelt mis je een mogelijkheid tot leren en word je dus ook eigenlijk niet wijzer. Een hoofd gevuld met wat in ’t algemeen bekend staat als ‘faits divers’ is geen voorbeeld van kennis. Kennis wordt omschreven als ‘een bewustzijn of een vertrouwdheid met een feit of een situatie, verkregen door ervaring’. Het leren en het verkrijgen van kennis heeft weldegelijk te maken met een actief engagement van het individu met het onderwerp of de situatie zelf. Het leren gebeurt door het bewust ervaren van de materie of de situatie.
In onze moderne maatschappij wordt ons verteld wat we mogen in vraag stellen en waar we geen vragen over mogen stellen. Het is een vrije samenleving waar we in leven maar we moeten ons wel aan de regels houden. De voornaamste reden hiervoor, zoals aangegeven door de heersende overheden, is ‘de nationale veiligheid’. Iets in vraag stellen, zo wordt mij medegedeeld, is nu een zaak van nationale veiligheid! Dan is het probleem misschien van de baan te helpen als men mij helemaal niets meer vertelt, want dan heb ik ook geen reden om er vragen over te willen stellen. Maar zij lossen het probleem zelf op voor ons. Alles waar ik geen vragen over mag stellen wordt – God zij dank – ten voeten uit voor ons nagekeken. Fact checkers, officiële agentschappen voor het natrekken van valse berichtgeving, zullen voor mij uitmaken wat waar is en wat niet. Vandaar dat er geen enkele twijfel kan bestaan en dus moet een individu niet langer energie en tijd steken in het opdelven van meer informatie. Er is voor het individu geen noodzaak meer om iets bij te leren!
Mag ik even iets vragen? Wie betaalt deze fact checkers? Die zijn toch door iemand in dienst genomen, niet?
Waarom mag ik, als individu, niet langer vragen stellen over een situatie of over informatie waar ik mee geconfronteerd word? Als het werkelijk om ‘de nationale veiligheid’ gaat dan wordt het wel heel erg ernstig. Maar nu voel ik nog meer de noodzaak om meer te weten! Ik maak namelijk deel uit van ‘de natie’. Het ben ik die in deze ‘natie’ leef. Wanneer ‘de natie’ bedreigd wordt dan maak ik deel uit van die dreiging. Ik eis op de hoogte gebracht te worden van wat die dreiging effectief is. Jij bent het aan mij verschuldigd om mij te informeren waarom, als ik vragen stel over wat jij me vertelt, dat een persoonlijke aanval zou zijn op mijn eigen leven.
Maar je gaat me hier geen uitleg over geven, toch? Ik weet het wel, nationale veiligheid betekent dat je er met een lid van de bevolking niet mag over praten. Jij beschouwt jezelf als de beschermer van mijn leven en jij hebt beslist dat ik geen bevoegdheid heb om jou te ontzetten uit die functie.
Sta me toe om je op de hoogte te brengen van het soort vragen dat rond dwarrelen in mijn hoofd wanneer ik de wereld rondom mij observeer en beluister.
Wanneer het hoofd van een natie verklaart “De mensen in dit land willen dat …”, dan vraag ik me af naar wie hij hier verwijst. Bedoelt hij met ‘de mensen in dit land’ de mensen die op dit moment binnen de landsgrenzen leven? Of misschien verwijst hij naar de geregistreerde burgers van het land, diegenen die een paspoort hebben dat bewijst dat zij tot de natie ‘toebehoren’? Bedoelt hij enkel de mensen die stemrecht hebben binnen de natie? Maken de nationalen die in het buitenland vertoeven ook deel uit van de groep waar hij naar verwijst? Zie je, ik heb een vraag hierover. Zonder een duidelijk antwoord op deze vraag heb ik geen enkel idee over wie hij het heeft.
Dan beweert hij dat die mensen iets specifieks willen. Ik merk echter dat, wanneer ik mijzelf als deel uitmakend beschouw van de natie waar hij naar verwijst, dat ik heel dikwijls niet wil wat hij beweert dat de mensen willen. Wat heeft dit dan te betekenen? Maak ik dan geen deel uit van ‘de mensen’? Omdat ik iets anders wil hoor ik niet thuis bij de mensen van dit land? Dus mijn paspoort waarop staat dat ik ‘toebehoor’ aan deze staat is eigenlijk vals. In naam van alle burgers van een land gaat een leider verklaringen afleggen om het te doen uitschijnen dat dit de mening is van iedereen. De waarheid is dat geen enkele machthebber mij ooit om mijn mening gevraagd heeft en toch wordt het aan de wereld zo voorgesteld alsof ik dit beweerd heb of gevraagd heb. Maar men verbiedt mij om er vragen over te stellen.
Wanneer een arts verklaart dat iemand aan een bepaalde ziekte gestorven is dan vraag ik me af hoe hij dat weet. Hoe weten we dat iemand gestorven is? Het einde van het leven wordt gedefinieerd als ‘het permanent ophouden van alle vitale levensfuncties’. De laatste van deze vitale functie die uitvallen is de hartfunctie. Vandaar dat iedereen overlijdt wanneer het hart ophoudt met pompen. De echte doodsoorzaak is dan ook het ophouden van de hartfunctie. Dan kan men zich gaan bezighouden met een lange lijst op te stellen van bijdragende factoren maar de doodsoorzaak blijft altijd dezelfde. Bijvoorbeeld zou men kunnen aanhalen dat andere lichaamssystemen ook niet meer zo goed functioneerden, zoals de ademhaling of de lever of de nieren. Men kan ook verwijzen naar andere mogelijke bijdragende factoren zoals ouderdom, levensmoeheid, een gebroken hart. Waar men ook naar verwijst, dit blijft een bijdragende factor tot het beëindigen van het leven, maar de oorzaak is altijd het niet meer kloppen van het hart. Ik vraag me af hoe de arts weet welke van alle bijdragende factoren moet aanzien worden als de doodsoorzaak. Wat ik wel weet is dat door de macht die hem verstrekt wordt hij de enige is – professionele deskundige – om de doodsoorzaak vast te stellen. Wettelijk is het niemand anders toegestaan om de mening van de arts in vraag te stellen. Vandaar dat ik geen vraag mag stellen.
Het verbinden van een bepaalde ziekte met een overlijden wordt dan wel een heel kunststukje. Hoe weet de arts aan welke ziekte het individu lijdt? Welk bewijs gebruikt hij om zijn mening hieromtrent te staven? Welke testen en/of welke waarnemingen het ook mogen zijn, niemand mag de waarde van de test of de correctheid van het oordeel van de arts in twijfel trekken. Niemand mag vragen stellen over de accuraatheid van de testmethode of de accuraatheid van de interpretatie van het testresultaat. In ’t kort gezegd, niemand mag vragen stellen over hoe de speciaal opgeleide professionelen tot een diagnose komen. Waar zijn ze ‘speciaal’ voor opgeleid? Oh vergeef me, ik mag geen vraag stellen.
Ik zou willen vragen hoe mensen de woorden en concepten die ze gebruiken definiëren. Ik weet niet wat men bedoelt met ‘vrijheid’, met ‘waarheid’, met ‘iedereen’, met ‘terrorist’. Ik heb geen benul van wat dat allemaal betekent wanneer anderen deze termen gebruiken. Ik weet echt niet wat zij daarmee bedoelen, maar het is me niet toegestaan hierover verduidelijking te vragen. Gelukkig voor mij was dat nog anders toen ik op school zat want anders zou ik naar alle waarschijnlijkheid even onwetend gebleven zijn. Ik zou hoogstwaarschijnlijk tegelijkertijd een terrorist en vrijheidsstrijder geworden zijn.
En dan hebben we het nog maar over het seculiere deel van het leven! Het wordt nog erger wanneer men het heeft over God, over je naaste liefhebben en over alle mensen zijn gelijk. Het Woord van God, wat is dat? Ik kom dan ook onmiddellijk de uitspraak tegen: ‘het woord van God, volgens de bijbel’. Dan bestaan er meerdere ‘woorden van God’? Wanneer ik dit even natrek dan blijkt dat het woord van God een aantal verschillende betekenissen kan hebben in de geschriften. Het kan ofwel betekenen iets dat God verordonneerd heeft, iets dat God gezegd heeft wanneer hij de mens toesprak, woorden die God gesproken heeft door zijn profeten, zoals Jezus Christus, en tot slot, het geschreven Woord van God.
- Iets dat God verordonneerd heeft – Hoe kunnen we weten waar dat besluit vandaan gekomen is? Wie heeft dat zo bevolen? Hoe werd het besluit aan ons medegedeeld?
- Iets dat God gezegd heeft wanneer hij de mens toesprak – Heeft God tot de mens gesproken? In welke taal? Hoe wist de mens tot wie Hij zich wendde dat het God was die tot hem sprak?
- Woorden die God gesproken heeft door zijn profeten – Dus dit zijn in feite mensen die beweren dat zij de woorden van God ‘vertalen’. Waarom zouden we hen geloven? Hoe weten zij dat het God was die tot hen sprak?
- Het geschreven Woord van God – Kan God schrijven? In welke taal doet Hij dat? Wanneer werden zijn verzamelde werken gepubliceerd?
Mijn God, vragen stellen doet me aan alles twijfelen!
Het woord van God wordt ons medegedeeld in de Heilige Geschriften. Wie heeft gezegd dat deze geschriften heilig zijn? Wie heeft dat beslist? De definitie van heilig is ‘speciaal erkend als verheven of als dusdanig verklaard door een godsdienstige autoriteit’. Het zijn dus mensen, een godsdienstige autoriteit, die beslist hebben om iets heilig te noemen en dusdanig ook te beweren dat het iets te maken heeft met God. Dit is geen ‘boodschap’ van God naar de mensen toe, maar enkel een boodschap van sommige mensen naar al de anderen. Dit is de creatie van een God, of van een heilige entiteit, door mensen. En ‘heilig’ betekent dat geen mens eraan mag of kan tornen. Eigenlijk hebben sommige mensen beslist dat sommige boodschappen nooit in vraag mogen gesteld worden. Als men de mens ervan kan overtuigen dat ‘het woord’ van God afkomstig is dan wil dat zeggen dat er niet kan aan getwijfeld worden. Het leidt me tot de conclusie dat bepaalde zeer speciale mensen enkel en alleen maar de absolute waarheid spreken. Daar bestaat nu geen twijfel over!
Net zoals regeringen beslissen dat bepaalde verhalen, hun versie van feiten en omstandigheden, niet in twijfel mogen getrokken worden zo hebben religieuze overheden beslist dat sommige van hun beweringen, dogma’s, ook nooit in vraag mogen gesteld worden. Zij hebben besloten dat bepaalde verklaringen en standpunten, overtuigingen en geloof, buiten alle twijfel staan. Zij hebben zichzelf verheven boven de menselijke rationaliteit. Zij hebben bepaalde opinies vastgelegd in absolute waarheden. En zij hebben zichzelf uitgeroepen tot beschermers van deze waarheden. Iemand die het Woord in vraag stelt wordt als idioot afgeschilderd, een subversief element, een gevaar voor de mensheid, en het is de taak van het protectoraat van de waarheid om die iemand te elimineren, of dit nu gebeurt door de inquisitie, excommuniceren of door gevangenis of dood. Religieuze en seculiere overheden verschillen in dit opzicht niet van elkaar.
En dan vraag ik me af waarom iets zo’n niveau van bescherming nodig heeft. Waarom mogen we de basis waarop onze samenleving gebouwd is niet in vraag stellen? Inderdaad, omdat het de samenleving zoals wij die nu kennen zou vernietigen. Vandaar dat het om de nationale veiligheid gaat! Maar de vraag is dan, “wie heeft onze maatschappij in mekaar gestoken?” Mensen die zichzelf macht hebben toegeëigend over anderen, en die anderen die ‘geloven’ dat deze mensen boven hen staan. Koningen, ridders en farao’s. High society. Vraagje. Wie bepaalt wat de high society is en wat de ‘low’ society is? Beschouwt de landbouwer zichzelf als mens minderwaardig? Als dat zo is dan is hij verantwoordelijk voor het toelaten dat iemand zichzelf hoger plaatst dan de landbouwer. Als dat niet zo is waarom danst hij dan naar iemand anders pijpen en onderwerpt hij zijn leven aan die ander zijn woord? Waarom gelooft hij dat een ander mens meer kennis heeft dan hijzelf over zijn eigen leven?
Waarom beschouwen de katholieken de paus als een beter, een waardevoller, mens dan zichzelf?
De maatschappelijke structuur werd gecreëerd door mensen. Het is geen natuurfenomeen. In de natuur wordt de hiërarchie binnen een groep bepaald door kracht. Men moet de anderen tonen dat men de sterkste is, de dapperste, en dat het zinvol is voor de groepsleden om zich achter dit individu te scharen. Men moet de groep tonen dat men de capaciteiten heeft om hen te beschermen. Het rijk zal enkel zo lang stand houden als jouw kracht. De rechtstreekse afstammeling zijn van een groepsleider geeft je geen ‘recht’ op de positie van leider.
Wanneer een arts me vertelt dat een bepaalde behandeling van een ziekte mijn welzijn met 75% gaat verbeteren dan vraag ik me af hoe de medische wereld dit weet. Hoe weten zij wat juist ‘een verbetering’ inhoudt en hoe meten ze deze? Ik zou graag hun onderzoekmethode leren kennen en hoe ze tot zulke conclusie komen. Wat betekent een 60% succesrijke operatie feitelijk? Of de aankondiging dat een vaccin voor 95% veilig is? Hoe komt men tot zulke percentages? Hoe collecteert men de nodige data en hoe wordt die geanalyseerd? Als ik 90% kans maak op genezing betekent dit dan dat ik ga genezen? Neen, want men voorspelt niet of je bij de 90 of bij de 10% behoort. Wat heeft dit dan voor zin? Tenzij je het leven als een gokkantoor ziet!
Wanneer je mij vertelt dat de levensverwachting van de mens gestegen is van een leeftijd van 66 jaar tot eentje van 82 jaar, hoe kom je daar dan achter? Laat me alsjeblieft weten hoe je de informatie hieromtrent vergaart, de berekeningen maakt en tot jouw conclusie komt. Zonder deze informatie heb ik geen idee waar je het eigenlijk over hebt en hoe correct of misplaatst jouw conclusie is.
Elke statistiek vereist een gedetailleerde verklaring over hoe men juist de studie en de analyse heeft uitgevoerd. Enkel aankondigen dat de invoering van de veiligheidsgordel in de auto de dodentol op onze wegen heeft doen afnemen met X% vraagt van de mens om jou blindelings te geloven. Ik vrees echter dat, eens je beseft dat je nooit moet bewijzen wat je beweert, dit een uitnodiging inhoudt om te verkondigen datgene wat jou dient, wat jou goed uitkomt, ongeacht of je de waarheid nu een draai geeft of erger nog, volledig omkeert. Eens de bevolking getraind is om ‘het advies van experten’ blindelings te aanvaarden dan kan je gelijk welke expert aanstellen die je wenst en hem laten verklaren wat jij vindt dat er nodig is. Het wordt allemaal ‘waar’ van het moment de expert zijn mond opent. Het woord wordt waarheid, enkel en alleen omdat het woord uitgesproken wordt.
Mensen gebruiken een specifiek systeem om zich macht toe te eigenen, helemaal anders dan in de natuur. Mensen gebruiken het woord als het krachtigste wapen, niet de capaciteiten van een individu. Het is het woord van de slimste onder hen die het leiderschap toekent. Alhoewel ‘slimste’, in deze context, niet naar vermogen verwijst, maar eerder naar sluw. Het is het woord van de vermeende leider die anderen er toe aanzet om voor hem te vechten en op die manier de kracht van ‘de leider’ ten toon te spreiden. En het woord mag niet in vraag gesteld worden! Het in vraag stellen van het woord van de leider verzwakt zijn positie met als gevolg ook de positie en kracht van de groep. Het kan niet toegelaten worden omdat we hierdoor de hele groep in gevaar brengen, of dat is tenminste wat de leider ons wil laten geloven. Dus, het woord creëert de overtuiging, wat op zijn beurt de weerbaarheid van de groep creëert. We kiezen ervoor om ons sterk voor te doen op basis van een leugen in plaats van te kiezen om met de waarheid te leven. Allen op één lijn, samen vechten, wordt belangrijker dan de waarheid te kennen. We hebben de natuur op z’n kop gezet. De kracht van de groep, de overlevingskracht van de groep, is niet langer afhankelijk van de kracht van de leider, maar de kracht van de leider is afhankelijk van de collectiviteit van de groep. Als je erin slaagt om een eenheid te creëren binnen de groep, om iedereen achter één concept te scharen, dan heb je de meeste macht binnen de groep. Dit betekent eigenlijk dat de groep jou beschermt in plaats dat jij, als leider, de groep beschermt, zoals dat in de natuur het geval is.
Met andere woorden, wat de groep motiveert, wat hen samenbrengt, is de overtuiging dat het woord de absolute waarheid is en dat zij hiervoor willen vechten en zelfs sterven, omdat het verdedigen van de waarheid nu eenmaal de enige manier voor de groep is om te overleven. Vandaar dat het meest belangrijke binnen de groep ‘het woord’ is. Wanneer iemand erin slaagt om anderen ervan te overtuigen dat zijn woord de waarheid is dan zal de overtuiging van zijn volgelingen de macht creëren voor die persoon binnen de menselijke wereld, binnen de maatschappij. Omdat velen aanspraak willen maken op die kroon zal het woord nogal wat verschillende versies hebben, in inhoud en intentie, hetgeen de groep in verschillende kampen splitst, elk bereid om ervoor strijd te leveren. Al deze mensen in de verschillende fracties van de samenleving vechten allemaal voor de waarheid, voor gerechtigheid en voor vrede. Zij zijn bereid om te vechten voor vrede tot ze erbij neervallen, omdat zij geloven dat hun woord ‘de’ waarheid is. Het is dan wel jammer dat ze allemaal andere woorden verdedigen als zijnde de absolute waarheid.
Mensen overtuigen dat het woord waarheid is, dat is wat jou de macht geeft. Ik denk dat er een woord bestaat om dat begrip te omschrijven. ‘Informatie, ideeën, opinies die rond gebazuind, gepubliceerd worden of op gelijk welke manier verspreid worden met de intentie anderen in hun opinie te beïnvloeden’ dat heet propaganda. Propaganda is een middel tot het bereiken van een doel. Het moet zo georganiseerd worden dat het de mogelijkheid schept om de uitgezette objectieven te verwezenlijken, of het nu gaat om politieke macht, industriëel winstbejag, wetenschappelijke faam, wereldwijde erkening. Propaganda moet altijd op de massa gericht zijn. Het doel van de propaganda is niet de persoonlijke verrijking van het individu maar eerder om de publieke aandacht te trekken op wel bepaalde zaken. De kunst van propaganda ligt erin om een zaak zo duidelijk en krachtig voor te stellen dat zich een bepaalde overtuiging ontwikkelt met betrekking tot de realiteit en de juistheid van de ‘essentiële’ zaak. Het is eenvoudigweg, net zoals bij reclame, om de aandacht van de massa te trekken. Het moet helemaal geen individuele instructies bevatten voor diegenen die een geleerde mening hebben over deze zaken of voor diegenen die zulke mening wensen te vormen op grond van objectieve studie. Het moet daarom het niveau aanpassen aan de laagste intelligentie van diegenen waar men zich toe richt. Het speelt in op gevoel, niet op wetenschap. Alle effectieve propaganda moet zich beperken tot een paar eenvoudige essenties en deze moeten uitgedrukt worden in stereotype formules. Zulke slogans moeten dan constant herhaald worden totdat de laatste persoon het idee dat naar voor geschoven wordt begrepen heeft. Nu gelooft iedereen de waarheid te kennen en kan men overgaan tot actie vanuit een eensgezinde ingestemdheid. Propaganda is de meest succesvolle methode om de aandacht van mensen te fixeren, zoals motten naar het licht te brengen. Eens je de aanhang hebt verwezenlijkt dan is het juist deze aanhang die zal eisen dat jij hun leider bent. Propaganda creëert leiders en verdeelt daardoor de mensen in leiders en volgelingen. De beslissende factor zou ook competentie kunnen geweest zijn. Nu is het ‘het woord’ geworden. De vlotte prater is nu onze uitverkoren leider. En hij heeft een hekel aan competente mensen. Hij houdt van mensen die zijn opgeleid en voorbereid op de manier waarop hij ze nodig heeft.
Het in vraag stellen van het voorgeschotelde betekent dat men bereid is om meer over deze zaak te weten te komen, te leren. Het niet blind aanvaarden van woorden is essentieel om niet ten prooi te vallen aan propaganda. Een goed onderbouwde opinie zal vragen hieromtrent makkelijk beantwoorden, staat open voor een discussie. Dit betekent niet dat we het allemaal eens moeten zijn maar het betekent wel dat we bereid moeten zijn om te luisteren en om alle andere meningen te overwegen en te onderzoeken. Propaganda gaat zulke inmenging niet kunnen toestaan. Het zal elke poging om de discussie te ‘intellectualiseren’ blokkeren. Men kan geen discussie aangaan met een reclamespot of een bevel. Men kan het enkel aanvaarden of men wordt een verrader, een ongelovige, een subversief element, een terrorist. Het is onmogelijk om een intelligente discussie te voeren met propaganda. Propaganda kan gemakkelijk herkend worden omdat het geen enkele kritische vragen toestaat. Het woord is de waarheid. Zo simpel is het. Geloof het en sterf voor de goede zaak of geloof het niet en sterf als een heks, als een verrader, als een afvallige, een ongehoorzame.
Waar en wanneer je een muur van vijandigheid of van volledig stilzwijgen tegen komt wanneer er vragen gesteld worden, dan heb je te maken met propaganda. Vragen stellen is de eerste stap in het leerproces. Geen vragen stellen is de eerste stap in gevangen worden in een web van propaganda, halve waarheden en leugens, die je zelfs niet meer als dusdanig kan herkennen, tenzij je vragen stelt over het woord en het verder onderzoekt. Er vast van overtuigd zijn in het bezit te zijn van de waarheid en niemand toe te laten om daar ook maar enige twijfel rond te zaaien is nodig om de macht in de groep in handen te houden.
Heb je behoefte om deze woorden in vraag te stellen? Wees welkom. Bestudeer de wereld rondom je. Observeer. Ervaar. Stel vragen.
Geloof niets van wat ik je vertel. Zoek het voor jezelf maar uit.
Oktober 2023