"Divide et Impera"
Patrick Quanten
Grote delen van ons leven in West Europa en verder weg worden gevormd door een soort traditie. Veel van wat we vandaag weten en begrijpen komt van het kopiëren van de Romeinen uit de tijd dat zij de toen gekende wereld beheersten. In feite zit er zelfs nog meer achter dan wij ons rekenschap geven. We hebben het hier over de manier waarop zij zo veel gebieden en mensen met verschillende achtergronden wisten te verenigen in één rijk en hoe ze erin slaagden om deze allemaal bij elkaar te houden. Zij introduceerden een nieuw concept in de wereld waarbij de Romeinen zich openstelden voor de nieuw aangehechte gebieden en hun bevolking om deel uit te maken van het grote Romeinse imperialistische rijk, zodat deze mensen op vrijwillige basis eraan deelnamen. De Romeinen gebruikten lokale collaborateurs om hen te helpen met het bestuur van deze nieuwe gebieden. Deze mensen ontvingen het Romeinse staatsburgerschap alsook nog andere voordelen. Dit systeem van regering noemden ze “verdeel en heers”. Ze vormden afzonderlijke allianties en sloten verdragen met elke bevolkingsgroep of stadstaat waar mensen aangemoedigd werden om de medemens in het gareel te laten lopen, hetgeen ervoor zorgde dat er maximale overheidscontrole was over een uitgestrekt gebied met minimale inspanning van de Romeinse overheid.
Het inlijven van nieuwe gebieden resulteerde niet zozeer in het opleggen van hoge belastingen of het vernietigen van cultuur en land maar veeleer in het aanbieden van het Romeinse burgerschap aan de ene kant en andere privileges aan de andere kant. Dit gaf de mensen bepaalde rechten binnen het Romeinse Rijk in ruil voor een bijdrage, die in die tijd vooral draaide rond het leveren van troepen voor de beveiliging van het rijk. Het geniale van het systeem was dat Rome afzonderlijke allianties maakte met de verschillende regio’s en dus verschilden de voordelen, de privileges en de status van elke regio. De verschillende regio’s onderling mochten geen verdragen afsluiten en op die manier zorgde Rome ervoor dat het volledige controle had over het ganse gebied zonder dat het voortdurend geweld en dwang moest gebruiken. De meest getrouwen, diegenen die Rome het beste dienden, werden beloond met extra voordelen. Anderen zagen hun privileges gekortwiekt als men ook maar even ging dwarsliggen.
Dit systeem van het opdelen van mensen in afzonderlijke onderdelen, het maken van verschillende allianties en het aanbieden van verschillende voordelen werd heel efficiënt gebruikt, in die mate zelfs dat de wereld van vandaag nog steeds op dezelfde principes gebouwd is. Het zijn niet enkel de zogenaamde imperialisten die het systeem gebruiken, zoals we later nog zullen zien.
Dat is een heel korte geschiedenisles over het ‘verdeel en heers’ principe dat misschien wel, of misschien ook niet, werd uitgevonden door de Romeinen, maar het werd in ieder geval door hen op punt gesteld. Zoals je merkt is dit niet iets uit ons ver verleden maar het wordt vandaag nog steeds toegepast. Het is niet uit ons gezichtsveld verdwenen. Meer nog, het is vandaag net zo relevant als het duizenden jaren geleden al was. Dit kan enkel gebeuren met iets dat ook effectief werkt. Zinloze dingen worden ook door mensen neergezet maar die hebben de gewoonte om vanzelf weer te verdwijnen wanneer de mens zich begint te realiseren dat het niet werkt.
Dus als het wel werkt dan rijst de vraag: “Voor wie werkt het?” Wie in onze moderne maatschappij heeft er voordeel bij zulk systeem? Wel, het antwoord staat ‘op de verpakking’. Het principe heet namelijk “verdeel en heers”. Wie heeft er voordeel bij? De heerser. Het systeem heeft de tand des tijds doorstaan omdat het de heerser enorme diensten bewijst. Het is een prachtige manier om de macht in handen te houden met zo min mogelijke tegenkantingen en alhoewel het eerst gebruikt werd in de politiek en de heerschappij over aangehechte gebieden, kan het, en wordt het, gebruikt in allerhande gevallen van autoriteit mat macht over mensen, in gelijk welke vorm. Maar waarom hebben de mensen voor wie dit systeem niet werkt zich dan nooit echt tegen dit principe gekeerd en het omver geworpen? Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig. Omwille van de beloofde voordelen. Als men zich verzet tegen de heerser wordt men teniet gedaan. Als men samenwerkt met de heerser wordt men beloond. Op die manier kan je jouw eigen leven ‘verbeteren’, en dat van je familie of in algemene termen van jouw groep, door de andere burgers uit de weg te duwen en er bovenuit te stijgen. Dus vormen de beloningen de motivatie om zich niet tegen de heerser te verzetten. Alles wijst erop dat zolang je de mensen een beter leven blijft beloven, vergeleken met het leven dat ze kennen, zullen ze voor jou werken, niet tegen jou. Beloften zijn dus cruciaal in dit opzicht en hoe complexer je het maakt om beloningen te ontvangen hoe meer waarde ze hebben voor de mensen, hoe meer moeite ze zullen doen om je ‘goed gezind’ te zijn.
Vind je dat geen vreemde ingesteldheid in het leven? Waarom zouden mensen zo gewillig de regels van iemand anders willen volgen, enkel op basis van de belofte op een beter leven? Zou het niet nuttiger zijn dat mensen zich realiseren dat ze hun leven zelf kunnen verbeteren?
Neen, niet echt. Mensen hebben zich altijd achter de regels van een ander geschaard. Kleine groepen hebben altijd de levens van grote groepen geleid en beheerd (beheerst). De dominantie is gebaseerd op het bezit van essentiële zaken in het leven. Wie de controle heeft over de noodzakelijkheden van het leven heeft controle over de groep en kan zich verzekeren van hun getrouwheid. De menselijke geschiedenis is bezaaid met revoluties en het omver werpen van de heersende orde, families en individuen, en toch vinden we dezelfde heersende principes terug in onze moderne samenleving, of je het nu een democratie noemt of iets anders. Je kan dit best begrijpen door je te realiseren dat na elke revolutie de controle over de essenties van het leven simpelweg overgedragen is naar andere handen. Dus hebben mensen heel hard gewerkt en veel geleden om dan simpelweg de macht weer aan een andere groep te geven, een andere familie, een ander individu. Dit heeft als resultaat dat er ‘niets verandert’ aan de situatie vanuit het standpunt van de gewone mens. Wat is er dan wel nodig om een echte verandering door te voeren?
In andere artikels heb ik het punt gemaakt dat onze huidige wereldsituatie het gevolg is van de macht die we aan de medische autoriteiten gegeven hebben, weg van democratisch verkozen regeringen. Laten we deze medische organisatie eens van nabij bekijken. Van in het begin zien we dat er binnen in het zorgdragend beroep een hiërarchie heeft bestaan tussen het verplegend personeel en de medische staf. Het is de dokter die het laatste woord heeft. Verplegend personeel moet uitvoeren wat de arts beslist. Zoals in alle machtsstructuren, zoals de Romeinen ons geleerd hebben, kan je geen volledige en blijvende gehoorzaamheid bereiken zonder dat er iets tegenover staat. De medische autoriteit is dan begonnen met het opdelen van het verplegend personeel om een gelijksoortige Romeinse stijl van hiërarchie te vestigen. Je kan dit heel simpel bewerkstelligen. Je laat toe dat sommige ‘meer vergaande, meer verantwoordelijke taken’ uitgevoerd worden door hen die het verdienen. Bepaald, speciaal opgeleid, verplegend personeel mogen bepaalde handelingen stellen die anderen niet mogen doen. Deze mensen worden beloond in status en middelen, hetgeen in onze tijd geld betekent. Je bouwt een ‘taken-piramide’ en je plaatst aan de top een hoofdverpleegkundige, een heel speciaal statuut. Net zoals de heersers, mensen zijn we allemaal, houden we ervan om de baas te zijn over iets of over andere mensen. We spelen graag de baas over iets. Dat is waarom we huisdieren houden, om de baas over iets te zijn. ‘Baas zijn over’ klinkt heel belangrijk. Natuurlijk wordt dit hele verpleegkundige systeem beheerst door de medische autoriteiten, die zelf meer waarde hebben binnen het hele systeem, op een hoger trapje staan en dus ook meer macht hebben.
Het medische personeel kreeg van hetzelfde laken een broek. Artsen werden niet langer aanzien als individuen die het kleine stukje waar zij leven, en de mensen die met hen leven, ‘beheren’. Met ander woorden, zij waren verantwoordelijk voor de gezondheid van hun gemeenschap. Al snel werd echter de mensen duidelijk gemaakt dat andere artsen, die niet noodzakelijk in dezelfde gemeenschap leven, meer kennis hadden en daardoor ook meer controle bezaten over het behandelen van ziekten, dus ook machtiger waren. Ze werden de specialisten genoemd. Men voorzag ze van meer materiaal en een hogere status. Daar hing een grotere afhankelijkheid aan vast en een grotere getrouwheid aangezien zij niet in hun eigen natuurlijke omgeving werkten maar in een omgeving die gecreëerd en gecontroleerd werd door de hogere echelons van het medische beroep. Men gaf hen ziekenhuizen. Men gaf hen allerlei machines en materialen. Men gaf hen personeel. Daartegenover stond dat ze hun bereidwilligheid moesten tonen om de regels te volgen en om de visie van de structuur, waar zij een integraal deel van uit maken, te verspreiden. Om hun getrouwheid en hun gehoorzaamheid te garanderen werd een controlerend systeem opgezet dat de macht had, niet enkel om je uit je lucratieve job te ontslaan, maar ook om ervoor te zorgen dat je op geen enkele manier en geen enkele andere plek je geliefkoosd beroep nog kan uitoefenen. Nu verplaatst het zwaartepunt zich van het dorp, van het platteland, waar geneeskunde je gebracht werd door een individu, naar een ziekenhuis georiënteerde geneeskunde waar bepaalde waarden hoog gehouden worden en waar je van de integriteit en kennis van het medische personeel verzekerd bent aangezien zij met zekerheid de voorgeschreven protocollen zullen volgen. Nu worden huisartsen aangemoedigd om gebruik te maken van deze ‘hoger geschoolde’ artsen, die zij collega’s mogen noemen. Deze eerste lijn van specialisten waren onder andere de chirurgen, de anesthesisten, de dokters voor Interne Geneeskunde en de gynaecologen.
Hier heb je als heerser opnieuw het probleem dat ‘goed gedrag’ moet beloond worden om een blijvende getrouwheid te waarborgen. Het duurde dus niet lang alvorens er nieuwe onderverdelingen plaatsvonden in de specialistengroep. De chirurgen specialiseerden zich, verdeelden zich, verder in abdominale chirurgie, hartchirurgie, orthopedische chirurgie en hersenchirurgie. Dan verdeelden zich de artsen voor interne geneeskunde in longspecialisten, hartspecialisten, maag-darmspecialisten, nier-blaasspecialisten, spier-gewrichtsspecialisten, huidspecialisten, kinderspecialisten, en zo meer. En gedurende de laatste vijf decennia zijn we getuige van steeds kleinere deeltjes van het lichaam die hun eigen specialisten opwerpen. Als je een probleem hebt met je hand wil je niet geopereerd worden door een algemene orthopedische chirurg maar sta je erop om behandeld te worden door een ‘hand-orthopedische specialist’. Als je een hormonaal probleem hebt dan moet je gezien worden door een endocrinoloog, en dan liefst eentje die gespecialiseerd is in ofwel diabetes ofwel de schildklier, afhankelijk van jouw specifiek probleem. Heb je een fertiliteitsprobleem dan wil je niet geadviseerd worden door een gynaecoloog. Neen, dan eis je om een fertiliteitsspecialist te zien. Alles in kleine stukjes zodat er geen globaal overzicht meer bestaat. We hebben nu experten in zowat alle mogelijke ziektepatronen die je zoal kan bedenken, van cataract naar wratten of carpaal tunnel syndroom tot chronische vermoeidheid tot slaap apneu. Ze lijken wel nieuwe ziekten ‘uit te vinden’ om artsen te bekronen met hun eigen specialiteit, met hun eigen domein om te ‘domineren’. De lijst van specialiteiten is eindeloos lang. Elkeen moet kunnen beloond worden, hun eigen werkterrein hebben, zolang ze maar de boodschap van de heerser (allopathische geneeskunde) uitdragen en ze daardoor bijdragen tot het handhaven van de macht van de heerser. Ze bezetten allemaal ‘speciale’ posities ten aanzien van de heerser en worden dan ook niet gelijk behandeld door de heerser. Ieder mag tevreden zijn met de eigen voorziene plek en de daarbij horende beloningen en statuten, en dus zullen ook hier de potentiële problemen of wrijvingen die zich voordoen binnen de medische wereld door elke groep anders beleefd worden. Dit heeft het verrassende effect – ben je werkelijk verrast? – dat er nooit een grote groep binnen deze gemeenschap door dezelfde problematiek aangetast wordt, waardoor de druk op de heerser steeds komt vanuit een kleine minderheid, hetgeen gemakkelijk aan de kant geschoven kan worden. Enkel te dreigen met verlies van inkomen en status is genoeg om de meerderheid van de ontevredenen het zwijgen op te leggen aangezien hun hele leven gebouwd is op en ondersteund wordt door hun job, en die ligt volledig in handen van de heerser van de hele medische structuur.
De hele medische machtsstructuur is gebouwd op ‘verdeel en heers’. Het zijn experten in het onderhouden van zo’n structuur. Ze weten precies hoe dit moet georganiseerd worden en hoe men meegaandheid garandeert; iets waar de meeste westerse regeringen geen kaas van gegeten hebben. Het politieke antwoord is steeds geweest om meer extreme, en duidelijke, standpunten te verlaten om op zoek te gaan naar stemmen die te vinden zijn in de middenmoot. Binnen de tijdsspanne van een paar decennia is het duidelijk geworden dat alle landen die op deze manier beheerd worden – en het vraagt een coalitie van geest en principes om een regering in elkaar te boksen wanneer de stemmen zodanig verdeeld zijn – totaal onbestuurbaar geworden zijn. Over de minste onenigheid vallen regeringen tegenwoordig. Er blijkt geen ideologie meer te bestaan die gelijk welk westers land nog voort stuwt. Ze worden allemaal afgeremd omdat ze alles voor iedereen willen zijn. Nochtans leert ons de geschiedenis dat er een systeem bestaat dat controle verzekert en een voortstuwend effect bezit. Het heet ‘verdeel en heers’. En wie kunnen we dan beter vragen om zo’n systeem neer te zetten dan zij die de ervaring en de expertise in hun vingertippen hebben?
Geef de medische autoriteit carte blanche om een machtsstructuur te installeren, dat effectief de populatie onder controle heeft en met een minimum aan moeite vanwege de heerser, en je hebt het meest ervaren team aan het roer. Wat krijgt de politieker als tegenprestatie? – Tussen twee haakjes, heb je opgemerkt dat de politiek een beroep geworden is? – Wat krijgen zij? Zij krijgen een plekje binnen de machtsstructuur, net zoals de kinesisten dat ‘verworven’ hebben binnen de medische wereld of de diëtisten of de verpleegster voor de controle van infectieuze ziekten. Politiekers worden toegestaan het land te regeren op een soort lokaal niveau. Elk land zal nog steeds zijn eigen regering hebben (verdeel), die door de bevolking verkozen wordt, maar elke regering zal gewoonweg de regels van de hogere echelons van de medische autoriteit tot uitvoering brengen (heers). Elk land zal zijn uiterste best doen om de beste van de klas te zijn. Er zullen voortdurend vergelijkingen gemaakt worden tussen de verschillende landen en de competitie om de heerser wel te gevallen zal enorm heftig zijn vanwege de beloofde voordelen, privileges en aflaten. Alle burgers leven dan in landen die eigenlijk allemaal toebehoren aan dezelfde ‘elite’ groep mensen, die niet gezien wordt, niet gehoord, maar altijd de controle heeft over de levens van elk individu in elk land.
Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid wordt het ‘verdeel en heers’ principe uitgerold over de gehele wereldbol, waarbij elk land met al zijn bewoners wordt opgeslorpt. Uit onze geschiedenis kunnen we effectief leren wat dat voor een individu betekent. Een uitstekend voorbeeld is de manier waarop honderdduizend Britten in staat waren om driehonderd miljoen Indiërs onder controle te houden in het Britse Rijk. Ze zorgden er eerst en vooral voor dat ze controle hadden over de absolute essenties voor het leven zoals water, zout en productie. Ze verdeelden de bevolking in groepen gebaseerd op religie en klasse en ze zorgden ervoor dat verschillende privileges toegekend werden aan verschillende groepen. Het sneed het land in stukken en dat alles maakt dat het dan gemakkelijk kneedbaar is. Nochtans werd dat meest schitterende voorbeeld van het principe op de knieën gedwongen en dus moeten we erkennen dat er een antigif bestaat voor diegenen die vastbesloten zijn om in een ander soort maatschappij te gaan leven.
Mahatma Gandhi toonde het volk dat door niet mee te werken aan het systeem het systeem niet kan blijven bestaan. Het is enkel als gevolg van de interne controle over de verschillende groepen en onderdelen van de maatschappij dat zo’n kleine groep in staat blijft om een veel grotere groep het leven te dikteren. Wanneer je de verschillende statuten en privileges van de verschillende groepen wegneemt dan worden ze alle één. Als de mensen niet meewerken, als de voordelen en extra’s hen niet kunnen verleiden, dan is er niets meer dat de ‘elite’ groep nog kan doen. Weerstand bieden leidt tot bestraffing, hetgeen het principe van verdeling, van opsplitsing, bevestigt en een voorbeeld vormt voor anderen hoe belangrijk het wel is om wel mee te werken. Neen, weerstand is iets waar de autoriteit op voorbereid is. Uiteraard is het een conflict geweest, een oorlog, die ervoor gezorgd heeft dat één groep macht over een andere groep verworven heeft. Dat zijn ze dus weldegelijk gewoon en daar zijn ze op voorbereid. Het dreigement van bestraffing en het verlies van voorrechten maakt een integraal deel uit van het recht houden van deze structuur. Wanneer noch de mogelijke beloning noch de mogelijke straf het individu beïnvloedt dan heeft de autoriteit zijn macht over dat individu verloren. Het kan dan nog steeds de straf opleggen en uitvoeren maar de zinloze herhaling hiervan verzwakt de structuur, in het bijzonder in de afwezigheid van enig verzet.
Dus als je wilt dat het ‘verdeel en heers’ systeem ophout dan is het enige dat je moet doen niet meer meewerken, de bestraffing en de consequenties op je af laten komen zonder weerstand, en je eigen leven gaan leiden gebaseerd op gelijkheid, vrijheid voor elk individu in een vriendelijk en hulpvaardig broederschap. Je zal jezelf dan als deel van een gemeenschap zien waar er plaats is voor iedereen en waar iedereen behandeld wordt met respect, waar verscheidenheid de lijm is diz de mensheid tezamen houdt. Hier verwijzen we naar de natuurlijke diversiteit binnen een soort en niet naar de mens-gemaakte verscheidenheid. De natuurlijke verscheidenheid verenigt mensen. Samenhorigheid staat ons toe onze kennis en kunde uit te breiden ver buiten het bereik van een enkel individu. Samen vormen we een veel hechtere gemeenschap dan wanneer onze verscheidenheid gebruikt wordt als excuus om mensen anders te gaan behandelen.
Voor ieder van jullie die besloten heeft om verder geen deel uit te maken, en niet afhankelijk te zijn, van de wereldregering, heeft Gandhi jullie getoond hoe, door jullie daden, een nieuwe wereld kan gecreëerd worden buiten het grote rijk. Verleen geen medewerking meer en laat de consequenties van je gedrag op je afkomen, zonder weerstand. Zonder jouw medewerking kan men je geen deel laten uitmaken van deze machtsstructuur.
Zonder jouw medewerking heeft niemand controle over jouw geest. Men kan je dingen opleggen, maar zij kunnen jou niet onderdanig maken (dat beslis je zelf!) en zonder die onderdanigheid wordt de heerser verplicht om telkens weer je te dwingen om de regels te volgen, hetgeen op lange termijn een onmogelijkheid is. Bekijk het eens op deze manier. Wanneer iemand gestraft wordt voor ongehoorzaamheid en hij weigert om de boete te betalen of om de opgelegde werkstraf uit te voeren dan zal hij moeten worden opgesloten. Als elk individu in het land deze methode gebruikt dan zullen er gevangeniscellen tekort zijn en zal er niemand meer overschieten om nog te gaan werken. Het land valt stil.
Het is om deze reden, en enkel deze reden, dat de huidige machthebbers, in dit geval de medische autoriteit, zo snel mogelijk wil overschakelen naar artificiële intelligentie. De autoriteiten weten uit ervaring dat machines betrouwbaarder zijn dan mensen, dat gehoorzaamheid een ingebouwd iets is en dat men zeker kan zijn van de uitvoering van een opdracht, zonder vervelende vragen of gemor, zonder onderzoek, en altijd op dezelfde manier. Faalt het toch dan kan je mij daar de schuld niet van geven want het is een machine die verantwoordelijk is voor de uitvoering! Het uiteindelijke doel is het verwijderen van het menselijke element uit het functionele deel van dit systeem. Waar heb je mensen voor nodig? Om taken uit te voeren. Om werk te verrichten. Als nu datzelfde werk kan gedaan worden zonder klagen of het eisen van beloningen dan heeft de autoriteit zich bevrijd van het juk van de mens. Voor hen zullen mensen niet meer zijn dan een handelsproduct, eerder dan een noodzakelijk kwaad. Mensen zullen zelf volledig afhankelijk zijn van de autoriteit maar de autoriteit zal onafhankelijk zijn van de mens. Het enige waar de mens zich mee bezig zal en mag houden is het opleggen en toepassen van de wet, zodat ze onder elkaar bekvechten en vechten, hetgeen betekent dat de autoriteit zelf zich niet eens moet bekommeren om de ordehandhaving. Ze steunen niet langer op het geleverde werk van de bevolking en terzelfdertijd is de bevolking nog meer afhankelijk van de autoriteit.
Dit kan tegengehouden worden door het weigeren van je medewerking. Niet meewerken met de autoriteit is de sleutel tot een vrij leven. Tolerantie van de diversiteit is de motor van het leerproces. Het niet kwetsen van anderen op weg naar eigen winstbejag is het pad naar rechtschapenheid.
‘Verdeel en Heers’ wordt dan verenig en harmoniseer.
Leef en laat leven wordt dan de eenvoudige regel voor iedereen.
Februari 2021