Burgerrechten en Burgerlijke Vrijheden
Regeringen verraden hun Onderdanen
Patrick Quanten
Heel dikwijls worden beide termen door elkaar gebruikt maar eigenlijk zijn er heel duidelijke verschillen. Het begrip ‘burgerlijke vrijheden’ zijn die vrijheden die door de grondwet aan individuen worden toegeschreven om hen te beschermen tegen dictatuur, terwijl de burgerrechten wettelijke rechten zijn die een individu beschermen tegen discriminatie. Burgerrechten gaan vooral over het basisrecht om bevrijd te zijn van ongelijke behandeling die gebaseerd is op bepaalde karakteristieken zoals seks, ras, handicap, en zomeer. Je wordt beschermd tegen zulke discriminatie op basis van beschermde karakteristieken. De meeste burgerrechten worden in het leven geroepen door de regering zelf. Burgerlijke vrijheden gaan echter over de fundamentele rechten en vrijheden die ofwel expliciet vermeld staan in een soort Akte van Vrijheden en in de Constitutie ofwel door de interpretatie door de rechtbanken van de rechtsuitspraken doorheen de geschiedenis (een soort Jurisprudentie).
Burgerlijke Vrijheden vormen, in feite, een bescherming tegen bepaalde acties van de regering. Bijvoorbeeld, het eerste Amendement van de Bill of Rights (VS) garandeert de staatsburger het recht om gelijk welke religie te beoefenen. Dit heeft tot gevolg dat de regering niet kan tornen aan het individuele recht om een religieuze geloofsovertuiging naar zijn keuze te beoefenen. Burgerrechten daarentegen verwijzen naar de positieve acties van een regering om gelijke condities te creëren voor alle burgers. De term ‘burgerrechten’ wordt vaak geassocieerd met de bescherming van minderheidsgroepen zoals mensen van andere nationaliteiten, van etnische herkomst en zelfs vrouwen. In een democratie gebruikt de regering de ‘regel van de meerderheid’ waardoor heel vaak de minderheden worden weg gestemd. De bescherming van burgerrechten en burgerlijke vrijheden is fundamenteel aan de westerse politieke waarden, maar het proces zelf is helemaal niet gemakkelijk. Het beschermen van het recht dat een individu heeft gaat vaak gepaard met het ontzeggen van datzelfde recht aan een ander.
En er is nog meer verwarring. Ik begrijp dat mijn burgerrechten mij gegeven zijn door mijn regering om me te beschermen tegen discriminatie en dat burgerlijke vrijheden me beschermen tegen mijn regering, maar toch is die vrijheid ingeschreven in een Akte van Vrijheden die ook opgesteld is door mijn regering. En hoe zit dat dan met ‘mensenrechten’? Hoe staan die in verhouding tot de burgerlijke vrijheden?
Het verschil tussen mensenrechten en burgerlijke vrijheden is eigenlijk symbolisch. Men zou kunnen zeggen dat de mensenrechten fundamentele rechten zijn die gelden voor alle mensen waar ze zich ook bevinden. Burgerlijke vrijheden daarentegen zijn deze rechten en vrijheden die door een bepaald land aan de burgers geschonken worden als deel van de mensenrechten. Burgerlijke vrijheden zijn deze rechten en vrijheden die een individu moeten beschermen tegen de staat en die onderschreven worden door de wetten van dat land. Burgerlijke vrijheden worden dan de fundamentele vrijheden die geschonken worden aan de inwoners van een bepaald land, omgezet in wetten en geregistreerd in de wetteksten van dat land. Burgerlijke vrijheden voorkomen dat regeringen hun boekje te buiten zouden gaan en beperken hoeveel invloed de regering kan en mag hebben in de persoonlijke levens van de bevolking. Mooi zo, maar helaas staat er in diezelfde wet dat de regering de autoriteit heeft om de burgerlijke vrijheden aan de kant te schuiven van zodra ze van oordeel is dat de bevolking in gevaar verkeert! Dus, hoewel deze vrijheden toebehoren ‘aan elke mens’ heeft je regering toch het recht om ze je af te nemen!
Hoe zijn de burgerrechten eigenlijk ontstaan? In 1215 tekende John, koning van Engeland, de Magna Carta. Zijn voornaamste motivatie hiervoor was het sussen van de gemoederen bij de middeleeuwse adel waar er rijzend verzet was ontstaan tegen de almacht van de kroon. Vandaag wordt de Magna Carta door velen beschouwd als het basisplan voor de moderne constituties en Akte van Vrijheden de wereld rond. De Magna Carta garandeerde bepaalde basisgegevens van hoe mensen mochten behandeld worden en het limiteerde de mogelijkheden van de regering om zonder gegronde reden hun boekje te buiten te gaan. Een welbekend voorbeeld waar een zodanige Akte gevolgd werd en aan de mensen aangeboden werd is vastgelegd in de constitutie van de Verenigde Staten van Amerika. Dit geeft automatisch bepaalde burgerlijke vrijheden aan zijn onderdanen en de inwoners van het land, inclusief het recht van vrije meningsuiting, het recht op samenscholing, het recht op het uitoefenen van gelijk welke religie en het recht op wapendracht. Deze voorrechten worden dikwijls aangehaald in hun rechtspraak.
Ondanks het feit dat het Verenigd Koninkrijk geen geschreven constitutie heeft, waarin deze burgerrechten en burgerlijke vrijheden zijn opgenomen, hebben zij een lange traditie van ‘common law’ (de wetten van de mensen) waar deze vrijheden erkend en gewaardeerd worden. Het is zelfs zo dat heel wat geschreven constituties over de hele wereld gebaseerd werden op de vrijheden en rechten waar het Brits gerechtshof doorheen de eeuwen een traditie van gemaakt had. Zo een voorbeeld is het oude Engelse recht van ‘habeas corpus’ dat sinds de 14de eeuw in voege is in het Verenigd Koninkrijk en waar men van vermoedt dat het zelfs ouder is dan de Magna Carta zelf. Deze vrijheid bestaat erin dat ieder die aangehouden is, of op een andere manier zijn vrijheid ontzegd ziet, mag eisen dat hij voor een rechter verschijnt om de wettelijkheid van zijn arrestatie en de beroving van zijn vrijheden vast te stellen. In onze moderne tijd wordt vooropgesteld dat de geest van deze oude wet volledig ondermijnd wordt door de afkondiging van antiterreur wetgeving.
De VK Akte voor de Mensenrechten zag het daglicht in 2000, hetgeen een uitvoering was van de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens. De rechten beschreven in de Akte zijn van toepassing op alle gewone mensen op alle niveaus van het leven, hen beschermend tegen het misbruik van hun rechten door overheidsinstanties. Deze Akte maakte het ook mogelijk voor de Engelsen om in een VK rechtbank een rechtszaak aan te spannen over een overtreding van de Europese Conventie van de Rechten van de Mens. Daarvoor was het noodzakelijk voor een Brits onderdaan om naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg te stappen om zulke aanklacht te kunnen neerleggen.
De Raad van Europa werd gevormd na de tweede wereldoorlog om de rechten van de mens en de vonnissen te beschermen, en om de democratie te promoten. De eerste taak voor de vertegenwoordigers van de lidstaten was om een overeenkomst op te stellen waarin deze basisrechten gevrijwaard zouden blijven voor iedereen binnen hun grenzen, inclusief eigen volk en mensen met een andere nationaliteit. Eerst voorgesteld door Winston Churchill en uitgetekend door Britse advocaten was de Europese Conventie gebaseerd op de Verenigde Naties Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het werd ondertekend in Rome in 1950 en werd van kracht in 1953 onder de titel de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens. Dus is het in essentie een Brits systeem van ‘common law’, de Magna Carta en andere conventies, dat heeft geleid tot de incorporatie in de constitutie van de meeste landen, inclusief de Verenigde Staten, de rechten en vrijheden toegekend aan de burgers dat de basis is geweest voor allebei, de VK Akte voor de Mensenrechten en de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens. Burgerlijke vrijheden worden alsmaar meer behandeld als ware ze burgerrechten, ook al zijn ze heel erg verschillend. Nog meer stukjes papier en meer overeenkomsten zodanig dat woorden en interpretaties veranderd kunnen worden en wetswijzigingen kunnen worden aangebracht. Wie heeft er nu nood aan om de essentiële menselijke vrijheden te gaan ‘herschrijven’?
Eigenlijk doet het er weinig toe wat de woorden zeggen, want het lijkt er sterk op dat elk recht en elke vrijheid enkel waarde heeft zolang de regering bereid is om er waarde aan te geven. In onze recente geschiedenis vinden we dat één van de principes binnen het Atlantische Handvest van 1941 was dat alle mensen recht hebben op zelfbeschikking, wat in werkelijkheid betekent dat de regeringen van die mensen zelfbeschikkingsrecht hebben. De soevereiniteit van het land wordt door deze verklaring gewaarborgd, niet het zelfbeschikkingsrecht van elke burger. Sinds WW II is de focus van ‘mensenrechten’ verschoven van burgerlijke vrijheden in de richting van burgerrechten, een verschuiving in de richting van bescherming tegen iets, tegen zowat alles behalve de regering zelf. Eigenlijk is men erin geslaagd om geleidelijk de fundamentele vrijheden uit te hollen en er lege woorden van te maken.
Aangezien jouw vrijheden nu opgetekend staan in de wetgeving van het land zijn ze ‘eigendom’ van de regerende partijen. In dezelfde wetteksten staat dat deze vrijheden kunnen opgeschort of veranderd worden wanneer de regering dit noodzakelijk vindt, en alles dat aanzien wordt als een bedreiging voor de nationale veiligheid of de veiligheid voor de bevolking is een legitieme reden om deze wetten aan de kant te schuiven. Uit de geschiedenis blijkt dat in een oorlog verwikkeld zijn zo een goede reden is omdat dan alles moet gefocust zijn op het behalen van de overwinning. Het is ook om deze reden dat elke diepgaande crisis die een regering onder druk zet, elke dreiging machtsverlies te lijden, nu in deze categorie geplaatst wordt. In de nasleep van 9/11 werden de mensen vele vrijheden ontnomen. Dit werd door het Hooggerechtshof wettelijk verklaard vanwege de oorlog tegen het terrorisme. Dit was de justificatie van de regering voor het ontnemen van de vrijheden die de mens moet beschermen tegen dictatoriale en schadelijke acties van de eigen regering. Je mag dan de vraag stellen wat het nut is van een bescherming die zo gemakkelijk door de dader, de aanrichter van het kwaad, zelf kan verwijderd worden. In werkelijkheid heeft een burger dan feitelijk geen enkele bescherming tegen zijn eigen regering. In feite zijn de burgerlijke vrijheden een slechte grap. Eenvoudigweg door een ziekte zo gevaarlijk te verklaren dat de regering zich genoodzaakt ziet om oorlog tegen het virus te voeren ontdoet deze regering zich van de beperkingen van mensenrechten, van de burgerlijke vrijheden, en is wettelijk elke actie toegestaan die de regering noodzakelijk acht. Letterlijk alle slachtoffers binnen de bevolking, economisch verval en de eigen bevolking tot krijgsgevangenen maken is enkel collaterale schade die nodig is om de oorlog te winnen, om de bevolking veilig te houden. En er is geen gerecht in het land dat de macht heeft om de regering tegen te houden. Ze hebben een weg gevonden om onder de beperkingen uit te geraken van essentiële rechten die ze de mensen toegestaan hebben. Precies 805 jaar na de officiële introductie van burgerlijke vrijheden is men er in geslaagd om ze aan de kant te schuiven!
Dit is het begin van een overlevingsstrijd. Het evenwicht bewaren tussen burgerlijke vrijheden en nationale veiligheid is niet langer mogelijk. Mensen zullen nu zelf moeten gaan kiezen waar hun grootste prioriteiten liggen. Je kunt niet langer twee meesters dienen aangezien je de vrijheden van het individu moet afnemen om de veiligheid van de groep te garanderen. Wanneer jij je zo erg bedreigd voelt dat je er nood aan hebt dat de hele bevolking als één man overeind komt, dan kan de nood van het individu niet langer aan bod komen. Of je kunt kiezen om de individuele vrijheden te bewaren en dan moet je wat anderen zien als een bedreiging voor de nationale veiligheid naast je neerleggen. Beide tegelijk ondersteunen kan niet langer. Dan is nu de meest belangrijke vraag: zijn we nu echt in oorlog of niet?
Wanneer je het leven bekijkt als een aaneenschakeling van conflicten en slagvelden dan zal je antwoord meer dan waarschijnlijk ja zijn. We zitten midden in een oorlog. Dan is het tijd om je vrijheidsinsigne in te leveren en je aan te melden voor actieve dienst. Aan de andere kant, als je elk individu toelaat om zijn eigen antwoorden te vinden dan is de interne solidariteit weg en zullen de neen-antwoorders als verraders bestempeld worden. Omdat je bang bent de oorlog te verliezen moet je ervoor zorgen dat iedereen zich verenigt in angst en een bijdrage levert in de veldslagen, zonder uitzondering. Als dat nodig mocht blijken ben je bereid om je eigen volk te bekampen voor het goed van allen omdat, dat mag wel duidelijk zijn, deze mensen echt te dom zijn om de ernst van de situatie in te zien of ze zien hun kans schoon om persoonlijk voordeel uit de situatie te puren. De lafaards! Hoe je er ook naar kijkt, van het moment de regering de oorlog uitroept zijn al jouw individuele vrijheden, in alle eerlijkheid, volledig opgeschort.
Wanneer regeringen het concept van oorlogvoering te allen tijde ten tonele voert dan blijven de individuele vrijheden ‘opgeschort’ tot in het oneindige. Eigenlijk leef je dan onder een dictatoriaal regime waar er geen persoonlijke rechten meer van toepassing zijn. Dit kan gebeuren, zelfs in de zogenaamde democratieën, omdat andere mensen of partijen verkiezen om het land te besturen geen enkel verschil uitmaakt in een oorlogscenario. Het is de oorlog die het land bestuurt. In tijden van oorlogsconflicten tussen twee landen zie je vooral de invloed van de militaire overheid op regeringsniveau, maar vandaag, wanneer we een oorlog tegen een ziekte voeren, zien we vooral de medische experten en de medische overheden de besturing van het land in handen nemen. Deze mensen hebben van onze verkozen volksvertegenwoordigers een mandaat gekregen om het land te beschermen en de oorlog te winnen. De prioriteit gaat naar de nationale veiligheid boven de burgerlijke vrijheden. Het is niet aan deze mensen om aandacht te besteden aan de vrijheden van het individu in de beslissingen die zij nemen en zij kunnen zelfs van de regeringsinstellingen alle hulp vorderen die zij zelf denken nodig te hebben. Ze moeten ervoor zorgen dat de gehele bevolking samenspant en zich laat leiden in de gekozen richting en alle middelen om dit doel te bereiken mogen hiertoe aangewend worden.
Wat kan een individu die gesteld is op zijn persoonlijke vrijheid dan nog doen? Dit wordt nu echt moeilijk aangezien dit individu waarschijnlijk ook niet overtuigd is dat we echt in een oorlog verwikkeld zijn. Mensen moeten overtuigd zijn van de nood om te strijden, om zichzelf te moeten beschermen; anders kan de regering onmogelijk de controle handhaven over de gehele bevolking. Dus wordt er een massieve propagandacampagne uitgerold die informatie verstrekt gericht op het ondersteunen van de regering in hun vastberadenheid om de oorlog te winnen en een enorme inspanning wordt dan ook geleverd om alle andere stemmetjes het zwijgen op te leggen, om alle andere informatie uit circulatie te halen. Er mag onder de bevolking geen twijfel ontstaan. Dit is nu nog veel belangrijker dan in een fysieke oorlog waar de mensen de vijand kunnen zien en de oorlog aan den lijve ondervinden. Dit is nu een virtuele oorlog, een soort computerspelletje, en als je niet echt verbinding hebt met ‘noodzaken’ in een virtueel leven dan zou het best kunnen dat je de relevantie niet inziet van de dingen waar anderen je van proberen te overtuigen.
Als een individu die het verhaal van de overheid niet gelooft, die niet bereid is om zijn persoonlijke vrijheden op te geven enkel omdat andere mensen ziek worden, dan zou het weleens kunnen dat je er niet mee opgezet bent dat je vrijheden zo aan banden gelegd worden, maar kan je daar wel echt iets aan doen? Als jij je verzet tegen de beperkingen dan kom je op ramkoers met de regering maar nog belangrijker dan dat; het gaat je medeburgers tegen je in het harnas jagen. Je wordt een doelwit binnen je eigen leefgemeenschap en vrienden en familieleden zouden zich weleens zo bedreigd kunnen gaan voelen door jouw duidelijke ‘onwetendheid’ dat het niet langer mogelijk blijkt om nog samen te zijn. En hoe tragisch dat in zichzelf ook moge wezen, het zou kunnen dat dit je enige weg vooruit is. Het zou erop kunnen uitdraaien dat de enige weg vooruit voor dat deel van de bevolking dat zich niet neerligt bij de feiten is om stilletjes de maatschappij die ze hun hele leven gekend hebben te verlaten en er uit te stappen. Het zou kunnen dat het noodzakelijk blijkt om te scheiden omdat angst en paniek niet in dezelfde kooi kunnen leven als vrede en rust.
Als één persoon het recht heeft om te beslissen hoe hij wil leven, waarom heeft dan een ander datzelfde recht niet? Omdat de ene keuze ‘beter’ is dan de andere? Als dat zo is dan sta je niet toe dat beide keuzes dezelfde waarde hebben en dan verwijder je de burgerlijke vrijheid van de vrije keuze. Jij, iemand, een autoriteit, beslist wat het beste is en dan moet iedereen het daar mee eens zijn. Vandaag heet dat leven in een vrij land.
Als één persoon ervoor kiest om in het duister te leven en een ander in het licht dan is het best als deze twee niet langer samenleven. Proberen om samen te leven in de ene of in de andere plaats gaat voor één van deze twee uiteindelijk gewoon niet mogelijk zijn. Het zal een onevenwicht creëren, ziekte en vroegtijdig overlijden. Het zal de vrije keuze voor één van de twee verwijderen. Het opleggen van een bepaalde levensstijl aan een ander getuigt van geen respect voor dat andere leven. Proberen om uniformiteit te brengen onder alle vormen van het menselijke leven is zoals de eik die bepaalt hoe alle andere planten moeten leven, wat ze nodig hebben om het beste uit het leven te halen en hoe ze dat moeten doen.
Sta ieder toe om vrij te kiezen, en dat is één van onze burgerlijke vrijheden, één van onze natuurrechten, één van de onvervreemdbare rechten die alle mensen zouden hebben. Het is de meest fundamentele van alle vrijheden die ieder van ons nodig heeft om te kunnen leven. Zonder het recht om onafhankelijk te mogen kiezen is er geen evenwichtig individueel leven mogelijk. Er is geen gezond leven mogelijk. Wanneer anderen daar juist een bedreiging in zien dan moeten we misschien niet langer proberen om nog samen te leven. Wanneer de ene bang is van de beslissingen die de ander neemt dan horen deze misschien niet bij elkaar. Dwang, een bepaald gedrag opleggen, kan nooit tot vrede, harmonie en gezondheid leiden. Het broedt afkeer, angst en haat. En als ik niet op die manier wil verder leven dan blijft er maar één optie, één mogelijke keuze, meer over.
Ik breng je de scheidingspapieren.
Ik wens je het allerbeste, mijn vriend. Je kunt me dwingen te handelen tegen mijn eigen geest in maar je kan me niet dwingen om te denken tegen mijn eigen geest in.
Mei 2020