Door Dr Patrick Quanten
De ontwikkeling van immunologische reacties van uw lichaam tegen stoffen en structuren van uw eigen lichaam wordt auto-immuniteit genoemd en weerspiegelt het verzwakken van uw weerstand. Immunologisch gezien gaat men ervan uit dat omgevings- en genetische factoren onderling nauw betrokken zijn bij het ziekteproces van auto-immuniteit. Klinische aandoeningen, waarbij de auto-immuunreacties een rol spelen in het ontstaan van de ziekte, worden gerekend tot auto-immuun aandoeningen.
Men treft auto-antilichaampjes, antilichaampjes gericht tegen de cellen van je eigen lichaam, aan bij normale personen, zonder bewijs van auto-immuunziekte. De hoeveelheid auto-antilichaampjes bij de algemene bevolking verhoogt naarmate de leeftijd, hetgeen suggereert dat de weerstand afneemt met het ouder worden. Auto-antilichaampjes ontwikkelen zich ook als nasleep van weefselbeschadiging in het algemeen. Het potentieel voor de ontwikkeling van auto-antilichaampjes bestaat bij elk individu. Deze feiten lijken aan te tonen dat het misschien gedeeltelijk bij de natuur hoort dat auto-antilichaampjes voorkomen in het systeem.
Het spectrum van auto-immuun aandoeningen gaat van ontsteking van de schildklier, hetgeen orgaanspecifiek is, tot systemische lupus erythematosus, hetgeen gekarakteriseerd wordt door een reeks van auto-antilichaampjes tot cel- en weefsel antigenen, of met andere woorden het aantasten van al de verschillende systemen in hetzelfde lichaam.
De wetenschap heeft ontdekt dat virussen een belangrijke rol spelen in het ziekteproces van auto-immuniteit. Zo ook is er vastgesteld dat bacteriën, en andere vreemde substanties, zich gedragen als cross-reagerende antigenen. Men denkt dan ook dat auto-immuniteit een aandoening is van abnormaal functioneren, hetgeen resulteert in een onevenwicht in de cellulaire activiteit van het immuunsysteem. Men veronderstelt ook dat er een sterk verband bestaat met genetische voorbestemdheid, aangezien er een verhoogd 'risico' lijkt te zijn om bepaalde auto-immuun aandoeningen te ontwikkelen als bepaalde genen actief zijn.
Als we de resultaten van de wetenschappelijke onderzoeksgegevens in een eenvoudige lijst zetten dan zou deze er ongeveer als volgt uitzien:
- bij alle auto-immuun ziektes kunnen we antilichaampjes isoleren tegen op zijn minst één type van lichaamseigen cellen
- soms vinden we auto-antilichaampjes zonder enig teken van auto-immuunziekte
- alle auto-immuunziektes gaan gepaard met ernstige weefselbeschadiging
- virussen kunnen een rol spelen bij auto-immuunziektes
- bacteriën en andere vreemde substanties, zoals giftige producten, kunnen de productie van auto-antilichaampjes op gang brengen
- specifieke auto-immuunziektes kunnen overheersen als er specifieke genen actief zijn
De wetenschap is tot nu toe slechts in staat geweest om te beschrijven wat ze denken dat er gebeurt als het immuunsysteem zich keert tegen de cellen van je eigen lichaam. Ze heeft consequent gefaald om de oorzaak van dit slechte functioneren te achterhalen. Ten gevolge hiervan werd de schuld van deze verwoestende verandering gelegd bij virale infecties, giftige stoffen en genetische oorzaken. Bewijs voor deze uitspraken is er echter nooit gekomen.
Bestaat er een manier waardoor wij meer licht kunnen werpen op de mysteries van de auto-immuun ziektepatronen, daar waar de westerse geneeskunde gefaald heeft? Mogen wij zo arrogant zijn? Mogen wij eigenlijk wel voor onszelf denken?
Stukjes van de puzzel
1. Virussen
Vanuit ons onderzoek naar de gekende feiten in verband met virussen (zie: "Virussen") kunnen we al het volgende afleiden:
- een virus leeft niet
- je kan een virus niet overnemen
- een virus sterft zeer snel af buiten de cel van de gastheer
- een virus bestaat uit kleine stukjes genetisch materiaal, variërend van virus tot virus, gewikkeld in een dun laagje, ofwel proteïne (wateroplosbaar) ofwel vet.
- Viraal materiaal treffen we in grote getale aan binnen de cellen van de gastheer
- Een volle cel van de gastheer breekt open en de virussen komen vrij in de omgeving
- In de directe omgeving worden de virussen opgevangen door de cellen van het immuunsysteem
Met deze informatie kunnen we nu beginnen te bouwen aan het virale verhaal, hetgeen erg zal afwijken van de officiële versie. Het verbaast mij dat onze wetenschappers hardnekkig vast blijven zitten in hun eigen, zeer select en extreem bekrompen, gebied waardoor ze het overzicht verliezen over wat de details, van wat ze bestuderen, eigenlijk betekenen en waar en hoe dit zou kunnen passen in het totaalbeeld. Laten we eens kijken welk scenario zich aan ons opdringt.
Als een cel ziek wordt en de functie van de cel begint te falen, kan de cel aan de naden uiteenspatten. Schade aan de cel zelf is de eerste stap in het virusverhaal. Een gezonde cel werkt zeer goed en heeft geen overschot aan afvalstoffen die opgeruimd moeten worden. Maar, eens de celstructuur het laat afweten, kunnen deeltjes van zijn essentiële structuur, het DNA en RNA (genetisch materiaal), ook beginnen los te komen. De cel zal proberen om deze deeltjes op te ruimen door ze klaar te maken voor de vuilbak. De kleine deeltjes genetisch materiaal, die nu ronddrijven in de intracellulaire vloeistof (binnenin de cel), zullen geïsoleerd worden door deze in te kapselen. Als het verval van de cel verder gaat, zien we meer en meer van deze deeltjes binnenin de cel en we zien dat er meer en meer kleine 'zakjes' met onbruikbaar genetisch materiaal verschijnen. (Deze heeft men 'virussen' genoemd). Eens de cel niet meer functioneel is, en gevuld met afval, zal de celwand barsten, aangezien de cel niet langer in staat is om te overleven, en de inhoud zal vrijkomen in de cellulaire omgeving. Hier gaat de grote schoonmaak verder door deze kleine 'zakjes' nog verder te verpakken in hetgeen men de lymfocyten en macrofagen van het immuunsysteem noemt. Ook hier weer, dit zijn niet echt levende cellen. Deze grote blaasjes drijven nu verder weg in de lymfatische vloeistof en de bloedbaan, vanwaar ze zullen uitgefilterd worden bij de geschikte draineerstations, zoals de milt en de lymfeknopen. Dit proces blijft voortduren tot het hele boeltje opgeruimd is.
Wat men zag en 'een virus' noemde wordt pas 'gezien' nadat de cellulaire structuur zich begint te ontbinden. Waarom begint een cel in de eerste plaats uit elkaar te vallen? Omdat ze ziek is. De ziekte is al aanwezig, lang voordat virale deeltjes zichtbaar worden. Dus moeten we dan de vraag stellen waarom de cel ziek geworden is? Het antwoord hierop ligt in de opstapeling van giftige stoffen binnenin de cellulaire structuur. Als de cel vol begint te geraken met ongeschikt materiaal zal ze uiteindelijk hier niet meer het hoofd aan kunnen bieden en dan zal ze beginnen uiteen te vallen. Het zijn precies die deeltjes die gefotografeerd werden door de elektronenmicroscoop en die 'virussen' gedoopt werden.
De invloeden, die kunnen leiden tot een verhoogde druk op het systeem, zijn veelvuldig en gevarieerd. Zij kunnen gaan van het weer, tot de woon- en werkomgeving, tot levensstijl en dieet, tot het evenwicht tussen activiteit en rust, tot mentaal evenwicht, stress en zorgen. Omdat vele van deze invloeden, zoals werkomstandigheden en het weer, algemene omstandigheden zijn die ons allemaal beïnvloeden, is het heel waarschijnlijk dat een groot aantal onder ons, uit dezelfde omgeving, ziek zal worden rond dezelfde tijd, tengevolge van omgevingsfactoren. Voeg hier nog aan toe dat mensen, die in dezelfde omgeving werken, heel waarschijnlijk ook een vergelijkbare levensstijl hebben. Dit is nog een bijkomende factor, die een verklaring kan bieden waarom vergelijkbare ziektepatronen zich voordoen binnen een bepaalde groep van mensen op bepaalde ogenblikken. Daar bovenop weten we nu ook dat ongerustheid onze weerstand vermindert en de kans op ziekte vergroot. Geloven dat jij een verkoudheid krijgt omdat iemand uit je naaste omgeving er één heeft, vergroot de kans dat dit ook werkelijk gebeurt, aangezien je kwetsbaarder wordt door het immuun-verminderende effect van de ongerustheid zelf.
Virussen doen zich voor nadat het ziekteproces begonnen is, en virussen zijn geen levende organismen maar zijn wel het bewijs van de cellulaire ontbinding. Dit betekent dat ze geen rol kunnen spelen in de oorzaak, en dus in het ontstaan van eender welke auto-immuunziekte.
2. Bacteriën en andere ziektekiemen (zie: "De Oorsprong van Ziektekiemen" )
Vanaf de tijd van Pasteur, het begin van de theorie dat ziektekiemen uit onze omgeving verantwoordelijk zijn voor de ziektes binnenin ons, helemaal tot aan onze moderne wetenschappelijke tijd, hebben verschillende mensen ontdekt, zonder dat zij bewust waren van het werk van anderen, dat deze theorie niet juist kan zijn. En er wordt zelfs beweerd dat Louis Pasteur op zijn sterfbed zelf verklaarde dat, verwijzend naar de ideeën van een vooraanstaand Franse psycholoog, Claude Bernard: "Bernard heeft gelijk...het terrein is alles! De microbe is niets!" Claude Bernard streed voor het besef dat het terrein veel meer van betekenis was dan de ziektekiemen bij het ontstaan van een ziekte. Dit was gebaseerd op het werk van een tijdgenoot van Pasteur, Antoine Béchamp.
Er wordt algemeen aanvaard, zelfs in de tijd van Pasteur, dat een specifiek micro-organisme slechts verantwoordelijk kan zijn voor een specifieke ziekte als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- het genoemde organisme moet aangetroffen worden in elk maar dan ook in elk geval van de ziekte
- het genoemde organisme mag niet aangetroffen worden in eender welke andere ziekte of bij afwezigheid van ziekte
- het genoemde organisme moet geïsoleerd kunnen worden uit het zieke weefsel in een zuivere cultuur
- als het genoemde organisme, dat op cultuur verkregen werd, ingespoten wordt in een gezond systeem dan moet dit altijd de ziekte opnieuw veroorzaken
Het is wel overduidelijk dat aan deze voorwaarden nooit voldaan werd bij geen enkele bekende besmettelijke ziekte; nu niet en ook niet in de tijd van Pasteur, waardoor vele klachten en tegenargumenten van zijn medewetenschappers te verklaren zijn.
Dan waren er nog de gevolgen van de ontdekking van Rife, die aantoonde dat cellen niet de basis bouwstoffen zijn van het leven, zoals de medische wereld gelooft, en dat bacteriën afstammen van binnenin het zieke weefsel, en niet, zoals de medische wereld gelooft, het lichaam van buitenaf aanvallen.
Gaston Naessens, een in Frankrijk geboren bioloog, ontdekte in het bloed van dieren en mensen, evenals in het sap van planten, een tot nog toe onbekend, ultramicroscopisch, subcellulair, levend en zich voortplantende microscopische vorm die hij somatid noemde. Dit deeltje kon gecultiveerd worden – gegroeid – buiten het lichaam van de gastheer. Nog vreemder is dat, doorheen de jaren, de somatiden zich geopenbaard hebben als zijnde onverwoestbaar! Zij hebben weerstaan aan temperaturen boven 200°C en meer. Zij hebben een blootstelling overleefd van 50000 nucleaire bestralingen, veel meer dan nodig is om eender welk levend wezen te vermoorden. Ze werden totaal niet aangetast door eender welk zuur. Na centrifuge bleek het ook onmogelijk om ze door te snijden met een diamanten mes.
Het angstaanjagende gevolg is dat de nieuwe minuscule levensvorm onvergankelijk is. Bij de dood van hun gastheer, zoals wijzelf, keren ze terug naar de aarde waar ze verder leven.
Naessens ging verder en ontdekte dat als, en wanneer, het immuunsysteem van een dier, of van een mens, zwak wordt of onstabiel, de normale drie fasen cyclus overgaat naar een dertien meer opeenvolgende groeifasen en zo komt het tot een totaal van zestien aparte vormen, waarvan elk zich ontwikkelt naar de volgende fase toe. Elk van deze fases werd duidelijk en gedetailleerd weergegeven in bewegende beelden en fotografisch bewijsmateriaal. Binnen deze cyclus vindt men de basis van alle bekende 'ziektekiemen', die voortgekomen zijn uit een vorige, minder ontwikkelde fase, als de juiste omstandigheden in de omgeving aanwezig zijn. Eenvoudig gezegd, het zieke weefsel ontwikkelt binnenin zichzelf een micro-organisme dat de ongezonde, vervallen materie opruimt en dat weer verdwijnt eens dit gebeurd is, en dan het weefsel weer gezond en zuiver achterlaat, met dezelfde 'levens' kwaliteiten als vóór het ziek werd. Deze organismen kunnen geïdentificeerd worden als bacteriën, schimmels of andere.
Door de cyclus te bestuderen, zoals deze voorkomt in het bloed van mensen die lijden aan verschillende degeneratieve ziektes zoals reuma, multiple sclerose (MS), lupus, kanker in het bijzonder, en sinds kort AIDS, was Naessens in staat om het verband te leggen tussen de ontwikkeling van al de vormen in de zestien fases van de ziekteveroorzakende cyclus en al deze ziektes. Nog belangrijker, hij heeft het eventuele begin van zulke ziektes kunnen voorspellen lang voordat er enige klinische symptomen zichtbaar waren. En het belangrijkste is dat hij aangetoond heeft dat zulke aandoeningen een gemeenschappelijk functioneel principe als basis hebben, en daarom mag dit niet los van elkaar gezien worden, als fenomenen die geen verband met elkaar houden, zoals het al zolang in orthodox medische kringen bekeken wordt.
Naessens heeft niet alleen bewezen dat de uitspraak "ziektekiemen zijn een resultaat en geen oorzaak van de ziekte" juist is, maar hij heeft ook aangetoond dat het DNA niet de 'onafhankelijke' heerser van het leven is, zoals door de medische autoriteiten voorgesteld wordt. DNA wordt opgebouwd uit deeltjes die verschijnen, en deze deeltjes komen zeer specifiek rechtstreeks overeen met de vibrerende energetische staat van de omgeving.
Alle microben ontstaan uit ziek weefsel, leven van gedesintegreerd in ontbinding zijnd afval van cellen, en verdwijnen weer spontaan eens hun voedselbron uitgeput is.
3. Immuunsysteem (zie: "Vaccinaties en immuniteit")
Dr. Urnovitz en zijn collega's hebben de gevolgen van vaccinaties bij kanker, het Perzische golfoorlog syndroom, multiple sclerose (MS) en AIDS bestudeerd. Urnovitz bezit doctoraten in immunologie en microbiologie van de universiteit van Michigan en is één van de meest sprekende voorstanders onder de wetenschappers geworden, met de bedoeling hen bewust te maken van genetische mutaties ten gevolge van vaccins. Zijn werk op dit gebied ondersteunt de theorieën dat:
- ons lichaam een 'genetisch geheugen' heeft van alle vreemde substanties die het tegenkomt
- er een grens is aan de hoeveelheid vreemd materiaal dat ons lichaam aan kan, alvorens genetische beschadiging optreedt en/of zich uit in een chronische ziekte
- elke persoon zijn eigen unieke genetische blauwdruk heeft, die verschillend reageert op vreemde substanties
In een bredere betekenis kan overwogen worden of de vraag over mogelijke effecten van vaccins in het veroorzaken van negatieve genetische wijzigingen niet zelf het 'zwarte gat' is van de wetenschappelijke kennis, maar enkele conclusies mogen we toch al trekken:
- het drastisch verhogen van de giftige belasting op de innerlijke werking van het immuunsysteem kan verantwoordelijk zijn voor de stijging van auto-immuunziektes die we vaststellen
- de verhoging van de giftige belasting is verantwoordelijk voor genetische modificaties van de cellen, hetgeen leidt tot ernstige ziektes waarvoor de moderne wetenschap hoopt een 'genen-genezing' te vinden
- vaccinatie van kinderen met voedingstekorten (meer risico bij kinderen die flesvoeding krijgen) zal leiden tot een ernstige beschadiging van de chromosomen
- we zijn allemaal uniek in onze reactie op vreemde substanties, zoals vaccins, en een algemeen gebruik hiervan zal er onvermijdelijk toe leiden dat het individu geschaad wordt
De natuurlijke immuniteit wordt versterkt door onze ervaringen en confrontaties. Als het lichaam uit ervaring leert wie zijn 'vijanden' zijn (vreemd materiaal, geen ziektekiemen) en hoe het hierop moet reageren, dan wordt het hier alleen maar beter en beter in. (Hoe meer alcohol iemand drinkt, hoe efficiënter de lever het vernietigt). Dit vertaalt zich in een efficiënter immuunsysteem. De enige manier waarop het lichaam dit kan leren is via zijn natuurlijke methodes. Herhaaldelijke ontmoetingen zullen verdere sofisticatie van het systeem verzekeren en het gebruikte verdedigingssysteem zal voortdurend bijgewerkt worden. Een overbelasting van dit zuiveringssysteem zal onvermijdelijk leiden naar de desintegratie van de cellulaire structuur van het systeem.
Het lichaam onthoudt alle vreemde substanties en leert zichzelf hoe er op de meest efficiënte manier mee omgegaan moet worden. Hoewel een stijging van het aantal vreemde substanties, waar het lichaam mee om moet gaan, zal zorgen voor het verhogen van de druk op het systeem om dit te doen. Er kan uiteindelijk slechts één eindresultaat zijn, en dat is de ineenstorting van het systeem zelf onder deze werkdruk. Eens een gedeelte van het systeem niet meer gered kan worden, zal het systeem proberen om het kreupele deel zo snel mogelijk op te ruimen in de hoop dat het overblijvende deel, hetgeen nog steeds functioneel is, de kans krijgt om te overleven. Dit is een gelijkaardige tactiek, die de natuur overal gebruikt, zoals een vos die in een val stapt zijn eigen poot zal afbijten om te kunnen ontsnappen.
4. Genetica (zie: "Leven, maar niet zoals wij het kennen")
Elke cel in ons lichaam heeft dezelfde genetische informatie. Meer zelfs, elke mens heeft hetzelfde genetische DNA. Dat is wat van een bepaalde cel een menselijke cel maakt, tegengesteld aan een cel van een dier of plant. Vanaf de eerste embryocel is al het genetisch materiaal, dat nodig is om een mens te maken en deze te laten functioneren onder eender welke omstandigheden, aanwezig. Doorheen zijn ontwikkeling tot mens verandert dat DNA in de kern van de cel nooit echt; als het dit wel zou doen, dan zou het niet langer een menselijke cel zijn en daardoor zou je niet langer in staat zijn verder te leven als een mens. Dat is waarom het lichaam een krachtige afstotingsreactie heeft tegen getransplanteerde cellen, zowel van menselijke als niet-menselijke oorsprong. Dit betekent dat we allemaal herkend kunnen worden als zijnde mens, maar toch zijn we tegelijkertijd individueel verschillend. De verschillen ontstaan door de verschillende deeltjes van het DNA die 'gelezen' en uitgedrukt worden, maar al deze 'lezingen' komen uit hetzelfde 'menselijke' boek. Dus, als een mens een bepaalde karaktertrek vertoont, dan moet er zich in die mens een gen bevinden, die alle mensen het potentieel biedt om diezelfde karaktertrek te kunnen ontwikkelen, onder de juiste omstandigheden.
Elke afzonderlijke activiteit in ons lichaam (biljoenen activiteiten per seconde) is de directe uitdrukking van de lezing van het DNA. Niets gebeurt in uw lichaam zonder de expliciete instructies van uw DNA. Dus, als uw lichaam een kanker ontwikkelt, is het omdat het DNA vertelt heeft dat dit moest gebeuren. Daarom moet er een gen beschikbaar zijn op het DNA dat instructies aan de cellen geeft om hun actie te veranderen en om wat wij een 'kankercel' noemen te ontwikkelen. Maar omdat we allemaal hetzelfde genetische materiaal hebben betekent dit dat we ook allemaal dat gen hebben.
Onderzoek heeft aangetoond dat als er een storing is in het lichaam, de corresponderende genen 'geactiveerd' worden, hetgeen de fysieke expressie van deze afwijkende functie toelaat. Men heeft vastgesteld dat genen geactiveerd en gedeactiveerd worden en dit in overeenstemming met het verschijnen of verdwijnen van welbepaalde symptomen, zoals bij kanker, reuma, en andere auto-immuunziektes. Het enige wat genetische manipulatie als therapie zou doen is het betreffende kankergen van 'aan' naar 'uit' schakelen. De vraag waarom dit gen in de eerste plaats 'aan' gezet werd door het lichaam blijft volledig onbeantwoord, en het gevolg is dan ook, meer dan waarschijnlijk, dat dezelfde kracht, die verantwoordelijk was voor het initieel activeren, dit weer zal doen na de tussenkomst van de medici. Het proces dat uw ziektesymptomen veroorzaakt heeft zal niet gewijzigd worden door genetische manipulatie en daarom zal het ziekteproces zich verder zetten.
Waardoor komt het dat het DNA bepaalde delen van zijn dubbele helix tot uitdrukking brengt en andere delen niet? Wat is er dat instructies geeft aan het DNA waardoor het lichaam bevelen krijgt om bepaalde dingen te doen?
Het lichaam reageert op zijn omgeving en de invloeden zonder dat er een biochemische verklaring voor is. Als je eraan denkt om een sinaasappel te eten produceert je spijsverteringsstelsel al de juiste verteringssappen voor de afbraak ervan, die volledig verschillen van de verteringssappen als je eraan zou denken om een citroen te eten. De manier waarop het lichaam reageert, met andere woorden wat het doet, staat onder rechtstreeks bevel van het DNA. En meer nog, we weten dat deze reactie zich voordoet vooraleer er zelfs de mogelijkheid voor een fysieke interactie is.
Het DNA is een dubbele helix streng van aminozuren; vergelijkbaar met een stevig opgewonden spiraal zoals we terug vinden in oude radiotoestellen. Op dezelfde manier als de radiospiraal radiogolven opvangt, die het dan doorstuurt naar een 'vertaler' die het omzet in geluid, vangt het DNA elektromagnetische golven op, waardoor de DNA spiraal zich op bepaalde plaatsen opent, het relevante gedeelte 'leest', dit doorstuurt naar het celmechanisme, dat op zijn beurt dit vertaalt naar een fysiek proces. Met andere woorden, het DNA luistert opmerkzaam naar signalen binnen het energieveld, waarvan de vibraties het fysieke gedrag van de DNA spiraal beïnvloeden. Hierdoor opent de spiraal zich op een bepaalde plaats waardoor de boodschapper in staat is om dat specifieke gen te kopiëren. De boodschapper neemt deze kopie om te vertalen naar een actie. De cel doet gewoon wat verteld wordt! En ook het DNA doet wat verteld wordt!
Het Verhaal
Het verhaal moet beginnen met de reden waarom een gezonde cel ziek wordt. In ons medisch systeem gelooft men dat een aanval van een bron buiten onszelf, zoals een bacterie of een virus, de hoofdoorzaak is van ziekte. Maar het is altijd al een probleem geweest om te verklaren waarom er zich overal bacteriën bevinden zonder dat deze schade berokkenen, of zelfs nog straffer, zonder welke het leven niet mogelijk zou zijn. De wetenschap heeft nooit kunnen verklaren waarom 'vriendelijke' bacteriën plots veranderen in woedende moordmachines. De wetenschap heeft ons nooit verteld waarom bacteriën, die ons in leven houden, plots zouden beginnen met dezelfde cellen en systemen aan te vallen, dan deze die ze zolang beschermd hebben. En eigenlijk is dat de hamvraag die ook beantwoord moet worden met betrekking tot auto-immuunziektes.
Vele wetenschappers hebben gedurende de laatste anderhalve eeuw bewezen dat de cellen al ziek zijn vooraleer bacteriën, virussen, schimmels en gelijkaardigen ten tonele verschijnen. Al deze resultaten werden ofwel genegeerd ofwel in diskrediet gebracht. Persoonlijk kan ik daar mee leven omdat het zeer moeilijk is om alle tegenstrijdigheden, die we in ons leven tegen komen, te omarmen. We maken keuzes, maar als ik een eenvoudige vraag stel, zoals "Waardoor start het proces op zodat een gezonde cel ziek wordt?" en het antwoord ver van bevredigend is, dan heb ik ook de keuze om andere mogelijkheden te overwegen.
Hier is er één.
Een cel begint 'ziek' te worden als ze niet langer het hoofd kan bieden aan de druk die erop gelegd wordt, als het evenwicht tussen werkdruk en werkcapaciteit begint over te hellen naar het negatieve. Meestal is er een combinatie van redenen waarom dit gebeurt, maar ruim gezien kunnen we veroudering als een belangrijke factor zien aan de éne kant van de balans en een verhoogde of abnormale werkdruk aan de andere kant. Eender welke enkelvoudige factor, of meer waarschijnlijk een mengeling van verstoringen aan beide kanten van de balans, zal verantwoordelijk zijn voor een verandering in de mogelijkheid tot functioneren van de cel. Eens de cel niet meer het hoofd kan bieden aan de extra eisen onder buitengewone omstandigheden dan begint de celstructuur te desintegreren.
Het is in deze fase dat de huishoudploeg arriveert! Bacteriën, schimmels en zo worden geboren uit het afval met als specifieke taak om het afval te verteren en op te ruimen. Als de bacteriën de overblijfselen van de cel transformeren zal het afval van het verwerken van de desintegrerende celstructuur, evenals de bacteriën zelf, verpakt worden in grote vuilcontainers, geïdentificeerd als 'cellen' van het immuunsysteem. Andere deeltjes van het cellulaire afval waren al voorverpakt binnenin de cel in kleine zakjes, virussen genoemd. Eens de cel volledig barst, worden deze drijvende afvalzakjes opgepikt door de grote vuilafvoerende voertuigen. Deze 'cellen' van het immuunsysteem voeren het afval via het bloed weg van het terrein voor geschikte afvalverwerking.
Ons beeld van honderden immuuncellen die op het terrein aankomen is eigenlijk één van de honderd vuilniswagens die het terrein verlaten!
Ons beeld van levende organismen – bacteriën, schimmels, virussen enz.. – die cellen vernietigen is eigenlijk een reddingsteam dat probeert te redden wat het kan en probeert op te ruimen wat niet meer te redden is!
Maar hoe zit het dan met de auto-antilichaampjes waarvan men vastgesteld heeft dat deze de cellen van het eigen systeem aanvallen? Ten eerste moeten we begrijpen dat de auto-antilichaampjes niets uit zichzelf 'aanvallen'. Antilichaampjes zijn signaalposten, labels die zichzelf vasthechten aan bepaald materiaal om het mogelijk te maken die deeltjes, die aandacht nodig hebben, te 'identificeren'. De juiste actie zal dan ondernomen worden door een welbepaald deel van de spoeddiensten – bacteriën, virussen, schimmels enz.. – die het best uitgerust zijn om met dat deel van de ineenstortende celstructuur om te gaan.
Dit verklaart waarom we ook antilichaampjes aantreffen bij afwezigheid van een auto-immuunziekte, omdat deze antilichaampjes aangeven welke celdeeltjes afgebroken en verwijderd moeten worden. Deze deeltjes kunnen gewoon oude deeltjes zijn, die vervangen moeten worden en daarom worden ze gelabeld door de antilichaampjes. Als we een groot aantal van deze antilichaampjes aantreffen is dit een uitdrukking van de omvang van de schade aan de cellen, waardoor het hele orgaan misschien aan het desintegreren is. Dit proces wordt dan als een ziekte beschouwd.
Als deze auto-antilichaampjes geproduceerd worden door de cel, is het meer dan waarschijnlijk, als we nauwgezet kijken, dat we een actief gen vinden dat in verband gebracht kan worden met deze productielijn. De cel zou geen antilichaampjes produceren, of ook maar iets anders doen, zonder dat de genen hiervoor instructie gegeven hebben. Maar de vraag die werkelijk belangrijk is, is de vraag waarom het DNA zich op deze plaats opent zodat dat welbepaalde gen op dat moment gelezen kan worden. Hoe 'weet' de cel dat ze aan een welbepaald reinigingsproces moet beginnen? Hoe 'weet' de cel dat het die specifieke labels moet produceren om het nodige proces op te starten om zichzelf of de overleving van zijn soort te garanderen?
Het antwoord hierop is dat ze dit bijna intuïtief 'weet'. Ze 'voelt aan' wat er mis is en ze 'voelt' wat er moet gebeuren. Deze informatie bestaat enkel op een energetisch niveau in deze fase. Het DNA is gevoelig voor deze vibraties en handelt dienovereenkomstig en op passende wijze.
Oorkaarsen
Zoals we gezien hebben in andere specifieke toepassingen van de oorkaarsentechniek voor het genezen van ernstige verstoringen zoals kanker (zie: "Oorkaarsen als kankertherapie") en allergieën (zie: "Oorkaarsen en allergieën"), kunnen we ook hier een vergelijkbaar gebruik afleiden.
Auto-immuunziektes zijn gewoon een massale afbraak van de celstructuur, hetgeen een enorm reinigingsproces op gang brengt. Dit op zich geeft de graad van vernietiging aan en het fragiele van de structuur die overblijft, die slechts moeizaam in staat zal zijn om de eenvoudige basisbehoeftes van het leven zelf in stand te houden.
Als men wil spreken over een geneesmiddel om te verzekeren dat de vernietiging van de celstructuur niet zal gebeuren, dan kan men dit slechts ernstig menen als men de bedoeling heeft om de aftakeling te voorkomen. Eens de cellen gedesintegreerd zijn kan het orgaan niet meer het hoofd bieden aan een normale dagtaak en dan kan het leven zelf ernstig gevaar lopen. Maar vooraleer eender welke preventieve maatregel doeltreffend kan zijn is het noodzakelijk dat het terrein grondig gereinigd wordt, als het al niet te laat is. Nu stelt zich de belangrijkste vraag, wat is er nodig om dit te bereiken?
Wat de cel en het lichaam absoluut niet nodig hebben is een bemoeizieke pottenkijker, die beweert het allemaal beter te weten. Elke cel, evenals je hele lichaam, 'weet' precies wat te doen en hoe het moet gebeuren, onder de gegeven omstandigheden. Het moet niet verteld worden dat er behoefte is aan meer Vitamine C of Q10 coënzyme of eender wat. Het enige wat het echt nodig heeft is voldoende kracht om alle taken te kunnen uitvoeren waarmee het opgescheept zit.
Terwijl het opruimen van rommel heel wat inspanning vereist, een zeer gecoördineerde inspanning – neem in gedachten het opruimen van Ground Zero na 9/11 – zal het systeem zijn uiterste best doen om zoveel mogelijk energie, gratis of met de minst mogelijke inspanning, te krijgen. In deze kritieke fase van energie-omleiding, waar energie slechts in beperkte mate aanwezig is en waarnaar al een grote vraag is, zal het lichaam hier niet lichtzinnig mee omspringen. Enkel en alleen wanneer het gedwongen wordt zal het tegen zijn zin in een beetje energie vrijlaten, maar als men het zijn eigen gang laat gaan dan zou het veel liever alle energie bewaren voor de belangrijkste taak nl. het opruimen van het afval.
In deze context zal het lichaam er niet op gebrand zijn om te proberen veel energie te halen uit het voedsel, aangezien de prijs die het moet betalen om deze opgesloten energie te bevrijden veel te hoog is. Spijsvertering is een dure aangelegenheid, vooral wanneer de energiefinanciëring erg schaars is. Als we ziek zijn dan draagt het lichaam ons op om niet te eten.
Het moedigt ons ook aan om meer te rusten, om ons ervan te weerhouden energie te verspillen aan minder belangrijke zaken dan het herstellen van onze gezondheid, of tenminste dat is wat het lichaam probeert te bereiken. Dit zorgt ervoor dat er energie ter beschikking komt voor deze belangrijkere taken, maar dat voorziet ons nog niet van extra energie, en als de energiefinanciën schaars zijn kunnen we zeker wat extra gebruiken.
De goedkoopste, en ironisch genoeg, de krachtigste bron van energie is de lucht waarin we vertoeven. De lucht die ons omringt, zonder welke we niet in deze vorm zouden kunnen bestaan, levert de meeste energie aan het systeem van alle energiebronnen waar we toegang tot hebben. Het lijkt dan ook verstandig om efficiënter gebruik te gaan maken van onze ademhaling, vooral omdat zelfs de dokters ons vertellen dat een gemiddeld persoon minder dan 1/3 van zijn longinhoud gebruikt. Anderen weten dat dit zelfs een zeer optimistische schatting is, maar toch toont dit aan dat er veel meer energie te rapen valt door alleen maar adem te halen. Door efficiëntere ademhalingstechnieken aan te leren kunnen we ons systeem versterken, niet alleen om er een betere poetsploeg op na te houden, maar ook om een veel krachtiger normaal verloop van de cellulaire stofwisseling te bekomen. Als er meer energie ter beschikking is zal alles veel vlotter verlopen, zuiverder en meer ontspannen.
Helaas. Dikwijls realiseren we ons pas iets als het al danig uit de hand gelopen is en alles zich al in een slechte staat bevindt. En dan zijn we radeloos om zoveel mogelijk hulp te krijgen. We gaan radeloos op zoek naar een geneesmiddel.
Het is pas dan dat we onze aandacht gaan richten op het onmiddellijk stoppen van de pijn en het lijden. Maar het is triestig om te moeten vaststellen dat we heel regelmatig onze kijk verliezen over de echte oorzaak achter de pijn en dientengevolge ook over wat er nodig is om ons systeem terug op de sporen te zetten. Het enige wat het systeem van ons wil is energie, zodat het door kan gaan met de taak, waarvan het weet dat ze gedaan moet worden.
Als je op zoek bent naar een goedkope en gemakkelijke bron van energie voor je systeem, bovenop het verbeteren van je ademhaling, dan ga je niets krachtigers vinden dan oorkaarsen. Als je het essentiële achter deze oude helingstechniek begrijpt dan krijg je inzicht in de kracht die schuilgaat achter deze eenvoudige methode.
Tegenstrijdig met wat men over het algemeen gelooft is het enige echte wat oorkaarsen voor het systeem betekenen het aanleveren van een krachtig energiepakket.
Oorkaarsen zijn niet specifiek en niet directief: energie wordt aangeboden aan het systeem en het systeem gebruikt deze in alle vrijheid waar het er het meeste voordeel uit kan halen.
Om het systeem te ondersteunen in zijn strijd tegen de verwoesting, veroorzaakt door auto-immuunziektes, is energie nodig, en zelfs heel veel energie. De beperking van de beschikbare energie is de enige belangrijke factor en is het verschil van de invloed die het systeem kan hebben op het ziekteproces. Het lichaam kan slechts werk verzetten als het er de energie voor heeft.
Door meer, en vooral gratis, energie rechtstreeks te leveren aan het systeem wordt de genezingsgraad, die het systeem kan bereiken, verhoogd.
De energie van de hitte, op het boveneinde van de brandende kaars, wordt naar het lichaam getransporteerd via de spiraalsgewijze neerdalende rook in de holte van de kaars. Rond het oor wordt deze energie in het lichaam opgenomen via enkele belangrijke meridiaanpunten, energieknopen, vanwaar ze via de meridianen, energiekanalen, verder reist rechtstreeks naar de belangrijkste organen en systemen van het lichaam. Daar wordt deze energie beschikbaar voor de individuele cellen, waar deze omgezet wordt naar fysieke substanties, zoals suikers, die gebruikt worden in chemische processen die warmte produceren.
Oorkaarsen laten het lichaam toe om de energie, die ze afleveren, te gebruiken op eender welke manier het lichaam dit nodig acht. De energie komt niet met een label waar op staat: dit moet gebruikt worden voor dit of voor dat, of op deze manier. Dit is één van de belangrijkste onderdelen van het proces van oorkaarsen, de onthechting van doelstelling. Het is gratis in de zin dat het aan het lichaam geen energie kost om het te verkrijgen, maar het is ook gratis in de zin van niet verbonden aan voorwaarden. Dit maakt van oorkaarsen een krachtig wapen dat gebruikt kan worden bij het herstellen van het evenwicht tussen de werkcapaciteit van de cel en de werkdruk waar de cel het hoofd aan moet bieden. Het versterken van de werkcapaciteit van de cel, hetgeen rechtstreeks in verband staat met de hoeveelheid energie die de cel ter beschikking heeft, is de enige juiste weg voorwaarts, op korte termijn, als het lichaam aan het wegkwijnen is.
Eens je begint meer energie toe te voegen en het systeem is bereid om op te starten, kan je ook overwegen om nog meer specifieke bouwstenen te leveren, die het systeem kan gebruiken bij zijn herstellende job. De vernieling, die in de eerste plaats gebeurd is, geeft al aan dat er een gebrek is aan materiaal. Het daaruit voortvloeiende gebruik van minder kwalitatieve producten is meer dan ooit de oorzaak voor het vroegtijdig wegrotten van het systeem. In dit geval zal het afleveren van meer energie, opdat meer werk zou gedaan kunnen worden, slechts een onderdeel van het herstructureringsplan zijn, hoewel een zeer belangrijk onderdeel.
Je kan tegelijkertijd met oorkaarsen je levensstijl eens onder de loep nemen: je dieetgewoontes en je mentale processen. Hiermee kan je dan na de verwoesting door één of andere zogenoemde auto-immuunziekte je leven terug beginnen op te bouwen.
Vertrouw op je systeem, het weet wat het moet doen. Probeer het niet in een specifieke richting te duwen. Ondersteun alleen maar de natuurlijke processen. Als deze natuurlijke processen een slecht functioneren aangeven, dan moet de conclusie zijn dat het systeem geen andere keuze had. Enkel het veranderen van de omstandigheden, waarin het lichaam gedwongen wordt te werken, kan een meer normale functie herstellen. Laat de besluitvorming over wat het beste is voor het systeem onder de gegeven omstandigheden over aan het systeem zelf, en hoe minder specifiek uw benadering hoe beter het resultaat op lange termijn zal blijken te zijn.
Hoe meer vertrouwen je hebt, hoe makkelijker de taak voor je systeem wordt.
Oorkaarsen leveren alleen maar positieve energie aan je systeem. Als je oorkaarsen vertrouwt als een bron van energie waarvan je nooit eerder een gelijke gezien hebt, heb je een krachtig gereedschap in je werkkist om je leven weer op het juiste spoor te zetten.