Door Dr Patrick Quanten
Als we ons echt engageren om de wereld waarin we leven te begrijpen dan moeten we onszelf bezig houden met waarneming. Niet goed kijken, dingen niet zien, zijn de meest voorkomende redenen waarom ons begrip faalt. We hebben de neiging om snel conclusies te trekken zonder dat we toelaten dat de volledige ervaring en waarneming zijn informatie verzamelt in ons systeem. En dit geldt ook voor oorkaarsen. Ik heb vele verklaringen gehoord, maar jammer genoeg overleven de meeste niet eens een eenvoudige waarnemingstest. Maar als we waarnemen moeten we onszelf ook behoeden, zoveel als we kunnen, tegen het willen zien van een bepaald iets, want als we dit doen falen we om te zien wat werkelijk belangrijk is.
Laten we dit even in de praktijk brengen. Neem eender welk type oorkaars en verwijder alles wat als een filter werkt. Dit kan het kleine kruis zijn dat we vinden in de Biosun kaarsen of het kan een afgeplakt uiteinde zijn, alles wat gedeeltelijk de vrije doorstroming van de lucht in de kaars verhinderd. Als we de kaarsen afknippen boven eender welke filter moeten we ervoor zorgen dat nadien de binnenkant van de kaars even glad is als ervoor. Er mogen geen draadjes of stukjes materiaal in de weg zitten. Nu heb je een rechte, holle oorkaars. Nu zijn we klaar om waar te nemen wat er echt beneden uit de kaars komt als ze brandt.
Steek nu de kaars aan terwijl je het uiteinde afsluit met je vinger, hierdoor boots je na dat de kaars in het oorkanaal zit, een doodlopend straatje. Op deze manier beginnen we het proces op dezelfde wijze. Na 20 tot 30 seconden verwijder je je vinger en houdt je de kaars hoog boven een tafel die bedekt is met een zuiver, liefst donkerkleurig, laken. Eerste waarneming, er komt witte rook uit het uiteinde van de kaars. Bijna tegelijkertijd verlaat deze rook de bodem van de kaars en buigt omhoog om in de lucht van de kamer waarin je je bevindt te verdwijnen. Rook komt naar beneden door de zogenaamde schoorsteen, hetgeen aangeeft dat er niet zoiets kan zijn als een "zuigkracht", waardoor lucht omhoog zou gaan door diezelfde schoorsteen. Sorry. We nemen iets waar dat naar beneden geduwd wordt in de kaars, de richting van de luchtstroom is dus naar beneden, niet naar boven.
Nu moet de volgende vraag gesteld worden: Wat is dit dat er naar beneden komt?
We weten allemaal dat als we de inhoud van de kaars na het verbrandingsproces bekijken we op de bodem van de kaars droog wit/geel poeder vinden maar ook een vetachtige substantie. Vragen zoals "Wat is dit?", "Waar komt dit vandaan?" en "Waarom verschilt het zo sterk van persoon tot persoon en van sessie tot sessie?" zijn niet alleen waardevolle vragen, maar ze worden nu heel erg interessant omdat onze waarneming de mogelijkheid heeft uitgesloten dat dit materiaal opgezogen kan worden in de onderkant van de kaars. Als er niets uit het oor getrokken wordt, hoe komt dit materiaal dan in de kaars, en hoe komt het dat, bijvoorbeeld, mijn gehoor verbetert als er geen oorsmeer uit mijn geblokkeerd oorkanaal opgezogen wordt?
Als onze kaars opgebrand is en we inspecteren de tafel, waarop al het materiaal wat naar beneden uit de schoorsteen van de kaars zou zijn gekomen op gevallen moet zijn, dan zoeken we en zoeken we en vinden we ... niets. Er is geen enkel materiaal, met betrekking tot de oorkaars, op het tafelkleed. We hebben witte rook uit de onderkant van de kaars zien komen, maar er is niets anders uit gevallen. Geen poeder. Geen oorsmeer. En toch is het dat wat we elke keer vinden als we bij iemand oorkaarsen gedaan hebben. Meer zelfs, dat is wat we elke keer vinden zelfs als we een vrijstaande oorkaars branden. Dan nog krijgen we een bepaalde hoeveelheid poeder en vet, "oorsmeer", op de bodem. Zelfs als de kaars niet in de buurt van een oor gekomen is! Maar niet bij deze, die we hoog omhoog hielden om waar te nemen wat er uit de kaars zou vallen aan de onderkant. Wat is er gebeurd? Waar is dat verdomde spul?
Oké. Laten we een andere kaars klaar maken precies zoals de vorige. We knippen de filter weg, we zorgen ervoor dat de binnenkant weer glad is en we steken ze op dezelfde manier aan. We zien opnieuw de witte rook aan de onderkant ontsnappen. Maar deze keer gaan we de kaars stevig vast drukken op het tafelkleed. In het begin zal je nog steeds rook aan de onderkant zien, maar dat stopt al snel en dan zie je geen rook meer ontsnappen.
Als de kaars opgebrand is, dan verwijderen we langzaam het overblijvende deel van het tafelkleed, om wit/geel poeder te onthullen. Een snelle blik in de onderkant van de kaars onthult dat deze volledig geblokkeerd zit met poeder en vet! Dezelfde kamer, dezelfde kaars, dezelfde omstandigheden. Toen we keken wat er werkelijk naar beneden ging in de schouw, zagen we niets anders dan rook. Als we de onderkant blokkeren dan vinden we aan het einde van het proces het gebruikelijke poeder en het vet. Kwam de inhoud van de kaars dan van de witte rook? Het enige verschil tussen de twee voorbeelden was het feit dat we in de laatste kaars die we gebrand hebben de witte rook samengedrukt hebben. Is het mogelijk dat de samenpersing van de rook zelf verantwoordelijk is voor het materiaal dat we zien?
Eenvoudigweg: zeer zeker!
De wetenschap heeft ons op een punt gebracht waar we nu weten dat alles wat er in het universum aanwezig is, energie is. Er bestaat geen materie zonder zijn energieveld. Alle materie ontstaat uit energie en er bestaat geen materie zonder energie. Slechts een heel klein deel van de beschikbare energie in het Universum materialiseert naar vaste materie, de fysieke materie die we in onze aardse wereld waarnemen. Alle materie zit in het centrum van zijn energieveld, aangezien dit het meest samengedrukte deel van deze energie is. Zo ook zijn wij energie. Zie jezelf niet als een lichaam met een energieveld, maar eerder als een energie die zich gedeeltelijk heeft gematerialiseerd in een lichaam. Je bent werkelijk veel meer dan je lichaam en we hebben allemaal daar al aanwijzingen voor gekregen in ons dagelijkse leven. Jouw gedachten zijn geen materie. Jouw emoties zijn geen materie. Er is nergens in jouw lichaam een proteïne die ook maar een enkele gedachte die je hebt vertegenwoordigt.
Welnu, hoe komt materie dan tot stand? De wetenschap vertelt ons dat alle materie gecreëerd kan worden uit energie, door het veranderen van de temperatuur en/of de druk. Dit is, algemeen gesproken, hoe alle energie zwaarder, vaster wordt en bijgevolg ook massiever. Het is op deze manier dat we waterdamp "samendrukken" tot water, en "koud" water tot ijs. Dit is hoe onze lichamen ontstaan; dit is hoe de wereld zoals wij die waarnemen ontstaat. En nu zien we het ook met de kaars. Als we de witte rook samendrukken dan materialiseert deze, meestal in droog poeder en een vetachtige substantie, die lijkt op en aanvoelt als oorsmeer. En dit is hoe de restanten in de bodem van de kaars terecht komen.
Nu weten we waar de restanten vandaan komen, maar we blijven nog steeds met vragen zitten. Hoe komt het dat deze zo variëren van kaars tot kaars? Wat zorgt eigenlijk voor de gezondheidsvoordelen van oorkaarsen? Is er een verband tussen de restanten in de kaars en de waargenomen gezondheidsvoordelen bij het individu?
Er is alleszins iets wat ik je onmiddellijk kan vertellen: een behandeling met oorkaarsen zal geen merkbaar effect hebben als je de kaars niet aansteekt. Verklaar ik hier wat voor de hand ligt? Ja, maar dat betekent dat wat we ook waarnemen in elk opzicht terug te voeren moet zijn naar het vuur zelf. Hou dit in gedachten. Laten we dan het vuur observeren. Kijk eens goed naar hout of steenkool die brandt. Wat brandt er nu precies? Waar bevindt zich de vlam? In de lucht boven het materiaal! Er is geen vuur binnen in het vaste materiaal, het brandt aan de buitenkant. Het verbrandt de lucht rond het materiaal. We kunnen dit anders formuleren: het vuur, het verbranden, gebeurt eigenlijk in het energieveld van de materie. Je ziet dit nog duidelijker met benzine; je ziet dikwijls een duidelijke ruimte tussen het niveau van de benzine en de onderkant van de vlam. Een kan benzine brandt enkel aan de bovenzijde, nooit in de kan zelf, en we zeggen dat de "dampen" branden. Je kan zoveel hitte produceren dat het hele boeltje ontploft, maar je zal nooit benzine in het midden van de kan zien branden.
Hetzelfde gebeurt met onze geliefde kaars: de vlam brandt in de lucht. Welke lucht? Alle materie is energie en bevindt zich in het centrum van zijn eigen energieveld, het branden gebeurt dus binnen het energieveld van de kaars. Maar de kaars is ook omgeven door het energieveld van zijn omgeving, en als we de kaars in iemand zijn oor steken, dan brandt ze ook in het energieveld van die persoon. Het vuur zal hierdoor zijn omgeving veranderen. Dit betekent dat de kaars zelf zal veranderen; de wiek brandt af en wordt heel licht, bijna stof, de was brandt af en wordt rook op dezelfde manier waarop alle kaarsenwas verdwijnt. Deze veranderingen, dat kunnen we veronderstellen, zijn ongeveer hetzelfde van kaars tot kaars, aangezien er zelfs bij handgemaakte kaarsen zeer weinig verschil is tussen de kaarsen zelf. De andere veranderingen gebeuren in het menselijke veld dat door de kaars ingenomen wordt.
De kaars brandt in de lucht rond de persoon die een behandeling krijgt. De lucht rond een persoon wordt de aura genoemd; we "bezitten" de lucht doorheen de welke we ons bewegen. Wij veranderen deze. Wij beïnvloeden deze. De moderne technologie laat ons toe om de aura te fotograferen met zijn verschillende kleuren en vastheden. We kunnen ook het elektromagnetisch veld dat met de aura verbonden is meten. Het menselijke energieveld bestaat niet alleen, maar is de laatste twintig jaar het onderwerp geweest van de belangrijkste vooruitgang in het onderzoek naar de mens. Het branden van een kaars in iemand zijn oor zal dus het auraveld van deze persoon veranderen. Hoe?
Wat gebeurt er precies?
We hebben al vastgesteld dat het de eigenlijke vlam is, het vuur, dat het verschil maakt. Welk soort verschil maakt vuur? Vuur verwarmt dingen, droogt dingen en maakt dingen lichter. Als we een vuur maken, dan kunnen we onszelf verwarmen en onze kleren drogen. Maar we weten ook dat het water verdampt; het maakt het water lichter. Zo ook verandert het zwaar hout of steenkool tot zeer licht stof.
Vuur produceert hitte, droogte en lichtheid. Hitte betekent dat dingen minder koud zijn. Hitte is ook energie; dat betekent dat extra hitte dingen meer energetisch maakt, dat ze vlotter en beter werken. Droogte betekent dat dingen minder nat zijn. Minder water. Water verdampt als er hitte aan toegevoegd wordt. Lichtheid betekent dat dingen minder zwaar zijn. Dit gebeurt als water verdampt maar al het andere zal ook lichter worden.
Welk nuttige effecten op de gezondheid hebben we waargenomen met oorkaarsen? We hebben minder verstoppingen, minder slijm, zelfs minder lymfatisch oedeem. We hebben meer energie, een betere immuniteit, een betere circulatie. We voelen ons beter, lichter, minder depressief. Deze veranderingen worden tot stand gebracht in de "lucht" waarin de kaars brandt. Deze veranderingen gebeuren in de aura, in het energieveld van de persoon, en van daaruit wordt het veranderde energieveld uitgedrukt in de materiële wereld. Hierdoor verandert het lichaam ook! Alle lichaamsfuncties zijn een onmiddellijke uitdrukking van de wisselwerking binnen zijn energieveld. Er kunnen geen veranderingen in het fysieke gebeuren zonder dat de veranderingen eerst in het energieveld gebeurd zijn. Waarom? Omdat er geen materie bestaat zonder het geschikte energieveld. Er kan enkel materieel uitgedrukt worden wat al energetisch aanwezig is.
Geweldig, maar waar gaat al dat slijm in mijn sinussen naar toe? Wel, als je thuis komt en de kamer is erg koud dan doe je misschien het vuur aan en al snel wordt de kamer warm. Vraag: Waar is de koude lucht naar toe gegaan? Antwoord: Nergens, deze veranderde gewoon. Inderdaad, en met de uitdrukking van het lichaam is het niet anders. De zwaarte en vochtigheid van het slijm wat je met je meedraagt, verandert gewoon in lichtheid en droogte en hierdoor verandert de fysieke uitdrukking van deze kenmerken ook. Op deze manier reageert jouw lichaam onmiddellijk op veranderingen in het veld waardoor het gecreëerd wordt. Het maakt jouw lichaam alleen maar anders van moment tot moment, en het heeft altijd betrekking op jouw energetische "zelf".
Dus, waarom oorkaarsen? Ik kan mij zeker verwarmen met eender welke hittebron en dezelfde verwarmingseffecten creëren. Natuurlijk kan je dat. Maar niet zo efficiënt en niet zo krachtig. Het grootste verschil tussen een oorkaars en een gewone kaars of eender welke andere hittebron is dat die niet gericht zijn. Hun invloed verspreidt zich en drijft weg in het open energieveld van zijn omgeving; slechts een druppel in de oceaan. De oorkaars isoleert een specifiek lucht-deel in de kaars, dat gevangen gehouden wordt door een kring van vuur. Dit produceert een enorme hoeveelheid hitte energie, die gedeeltelijk naar de omgeving vloeit als zwarte rook, maar gedeeltelijk samengedrukt en geduwd wordt naar het fysieke lichaam als witte rook. Het is dit deel dat de grootste veranderingen creëert, niet alleen omdat de opgewekte hitte groter is maar ook omdat het deze extra energie richt naar het centrum van zijn energieveld, het lichaam zelf.
De hitte van de kaars produceert het zichtbare effect van zwarte rook die omhoog gaat in de lucht vanaf de bovenkant van de kaars en de witte rook die naar beneden gaat binnen in de kaars, waarvan we nu weten dat deze zich materialiseert in de poeder en de vetachtige substantie die we in de bodem van de kaars aantreffen. We weten ook dat het vuur hitte, droogte en lichtheid produceert. Is er een mogelijk verband hier tussen?
Uiteraard is het poeder erg droog. Verder kunnen we zeggen dat de zwarte rook heel licht is en omhoog gaat in de lucht. Blijven nog de hitte en het vet over. Hitte is een vorm van energie. Energie wordt in het lichaam opgeslagen onder de vorm van vet. Vet is het fysieke equivalent van gevangen, opgeslagen energie, hitte. Dit zou betekenen dat hoe meer poeder je aantreft als resultaat van een behandeling met oorkaarsen, hoe meer water, vochtigheid, veranderd is in droogte; hoe meer vet, hoe meer energie opgeslagen werd door het lichaam voor later gebruik; en hoe meer zwarte rook, hoe meer zwaarte veranderd is in lichtheid. Momenteel ligt dit nog steeds moeilijk omdat we nog niet hebben kunnen "meten" hoeveel rook er van de bovenkant van de kaars afkomt. Maar uit waarneming kan men al vaststellen dat de kaars niet vlot en gelijkmatig brandt. Als ze door de verschillende lagen van de aura gaat kan ze veranderen van standvastig en stil naar dansend en springend, soms geen rook producerend tot het produceren van massale hoeveelheden. Uitwendige factoren beïnvloeden deze waarnemingen ook. Een tocht zal waarschijnlijk meer rook produceren. Dit gebeurt ook door het kort houden van de wiek. Ik geloof dat dit laatste iets te maken heeft met de verhoogde hitte in het centrum van de vuurkring aan de bovenkant van de kaars als de wiek kort blijft, aangezien de vlam aan de buitenkant van de wiek brandt. Als je een heel lange wiek hebt, dan sluit de vlam de bovenkant van de kaars niet meer af.
Sommige kaarsen lijken langzamer te branden dan andere. Als we in overweging nemen dat de zwaarte en vochtigheid, die we aantreffen in het lichaam, een condensatie is van dezelfde karakteristieken die we aantreffen in de aura, het energieveld, dan is het zinvol om te veronderstellen dat als de vlam een zwaar gebied tegenkomt deze minder snel zal branden vergeleken met een lichter gebied. De vurigheid van de vlam wordt bepaald door het "soort lucht" waarin ze brandt, en dit is verbonden in het fysieke met het materiaal dat je verbrandt, hetgeen deels overeen komt met het materiaal van de kaars, een constante in deze omstandigheden, en de persoon in al zijn/haar veranderlijke glorie.
Dit klinkt alsof men eenvoudig kan voorspellen hoe de kaars zal branden en welke restanten – de hoeveelheid poeder en vet – men zal aantreffen op het einde van de behandeling met oorkaarsen. De waarheid is dat het bijna onvoorspelbaar blijft, omdat het systeem de controle heeft over wat er gebeurt, niet de kaars. Je voegt gewoon een pakje energie toe aan het systeem en het zal hiervan dankbaar gebruik maken om dit toe te voegen aan het voortdurende helingsproces. Een persoon kan verstoppingen hebben omdat hij extra water/vocht meedraagt, of hij kan verstoppingen hebben omdat hij te koud is, omdat lagere temperaturen vloeistoffen doen verdikken. In het eerste voorbeeld zal je heel veel poeder aantreffen, in het tweede, heel veel vet. Oorkaarsen kunnen jou dus helpen om de processen te begrijpen waar een persoon door gaat, maar doe niet alsof je dit kan voorspellen, want daar zou je een volledig begrip over het leven voor moeten hebben, en dat hebben we niet.
Met wat men in de kaars aantreft kan men een verhaal vertellen om de persoon te helpen om beter te begrijpen wat er in zijn leven aan het gebeuren is en misschien wat hij zou kunnen doen om verbetering te bewerkstelligen. Zijn al deze verhalen waar? Waarschijnlijk niet. Is dit belangrijk? Neen, zolang ze mensen helpen om te begrijpen. Is het belangrijk of de aarde rond de zon draait of de zon rond de aarde? Niet in ons alledaags leven. Zolang de zon elke morgen opkomt is alles in orde, en hoe we dit verklaren verandert de gebeurtenis op zich niet. Maar als je bekommerd bent om mensen op te voeden, als je op zoek bent naar meer kennis over de waarheid, over de realiteiten van het leven, dan doe je er goed aan om altijd een open geest te behouden en bereid te zijn om het verhaal telkens opnieuw aan te passen. Hoe meer iemand begrijpt, hoe meer hij wil weten. Dat is waarom de vragen veel belangrijker zijn dan de antwoorden!
Even wat afleiding. Dus, als we hitte toevoegen aan het systeem moeten we dit niet doen als het systeem zelf al hitte aan het produceren is, juist? Wel, niet helemaal juist. Betekent dit dat we het kunnen gebruiken bij een oorontsteking of een keelontsteking? Zeker. Als een kind een keelontsteking heeft dan vertelt de dokter ons om paracetamol te gebruiken om de verhoging van de temperatuur te onderdrukken. Maar, in grootmoeders tijd, en in heel de tijd vóór grootmoeder, zouden de mensen het kind een warm bad geven en een warme drank, de borstkas inwrijven met eucalyptus, kamfer en kruidnagel, een warme handdoek erop leggen, een warme pijama aandoen en naar bed sturen met zes dekens. "Ga het vannacht maar uitzweten, dan voel je je heel wat beter morgenvroeg". En dat is ook zo! Wat deden ze? Ze verhoogden de temperatuur, ze onderdrukten deze niet! Waarom? Omdat een ontsteking of infectie de lichaamstemperatuur verhoogt om de rotzooi te kunnen opruimen. En dat is goed, juist? Zelfs de medische autoriteiten weten dat! Ze vertellen ons dat een verhoogde lichaamstemperatuur resulteert in een verhoogde activiteit van het immuunstelsel en een verlaging van de bacteriële activiteit. Waarom vertellen ze ons dan dat we dit proces moeten onderdrukken? Omdat het systeem soms oververhit geraakt; en meer nog bij baby's en kleuters omdat hun controlesysteem voor temperatuur nog niet zo goed geregeld is. Dit, in geval van oververhitting, kan leiden tot thermale aanvallen, een neurologische afsluiting van het systeem om het te beschermen tegen een totale opbranding. We zijn heel erg bang voor dit soort aanvallen, maar de waarheid is dat de gevallen waarin er blijvende schade bij een kind optrad extreem uitzonderlijk zijn. En zelfs dan kunnen we ons afvragen of de schade veroorzaakt werd door het zieke weefsel zelf en de giftige uitzaaiing ervan of door de temperatuursverhoging. Het is door deze zeer weinig voorkomende gevallen dat de autoriteiten ervoor gekozen hebben om schade te berokkenen in ALLE gevallen van infectie/ontstekings genezing door niet toe te laten dat het proces afgewerkt wordt. In het geval van oorkaarsen bij een oorontsteking is het heel veilig om dit te doen en om meer hitte toe te voegen aan het systeem dat al bezig is om voldoende hitte bij elkaar te krijgen om de job af te werken. Let er wel op dat dit hetgene is wat je aan het doen bent. In het uitzonderlijke geval dat een persoon je vertelt dat het oor te warm wordt, stop je. Als de hitte zich verzamelt in of rond het oor, als er een blokkade is in de energie afvoer, dan stop je met de behandeling met oorkaarsen en stop je met hitte toe te voegen aan het systeem, dat niet in staat is om dit af te voeren. In alle andere omstandigheden kan je de behandeling verder zetten tot de infectie volledig verdwenen is!
Terug naar de hoofdweg. Wij zijn een energieveld en oorkaarsen veranderen dit door hitte toe te voegen aan dit veld. We weten ook dat elk stuk materie in het centrum van zijn eigen energieveld ligt. Het lichaam is het centrum van ons energieveld, maar tegelijkertijd bevindt zich elk deel van ons lichaam, elke cel, in het centrum van zijn eigen energieveld. Het veld van het lichaam kan gezien worden als een samenwerking van cellulaire velden. Alle cellulaire velden samen vormen het veld van het lichaam. Dus als het vuur het menselijke energieveld verandert, dan doet het dit in essentie door een impact te hebben op alle cellulaire velden ineens. Maar hoe weet een cel wat er in zijn energieveld gebeurt?
Wel, blijkbaar weet ze dit! Biologen, zoals Bruce Lipton, hebben ontdekt dat de intelligentie van de cel zich niet bevindt in de kern van de cel, zoals algemeen aangenomen wordt. Als de kern van de cel verwijderd wordt dan blijft de cel verder leven en op dezelfde wijze functioneren. Ze heeft alleen de mogelijkheid verloren om nieuwe dingen te leren. Met andere woorden, ze heeft de capaciteit verloren om nieuwe ervaringen "op te slaan". Daarvoor heeft ze haar kern nodig. Maar hier worden we al met een groot probleem geconfronteerd. In de kern van de cel bevindt zich ook het DNA, het spul waarvan men ons wil laten geloven dat het alle kennis bevat en onmisbaar is voor alle functies. Blijkbaar niet! En wat nog vervelender is, is het feit dat ze, de autoriteiten, dit reeds verschillende tientallen jaren weten. Ze verwijderen voortdurend kernen uit cellen, zoals ze al een hele tijd doen in onderzoek in de agricultuur voor genetische manipulatie, om dan het nog steeds normaal functionerende celmetabolisme te gebruiken om dingen beginnen te produceren die zij specifiek wensen. Het is ook deze methode die gebruikt wordt om cellulaire culturen veel natuurlijke proteïnen te laten produceren, die men oogst voor verder onderzoek en behandelingen (varkensinsuline, groeihormoon, interferon, enz.)
Hoe houdt het membraan de cel in leven en normaal werkend zonder dat ze haar "computer" als ondersteuning heeft? De computer is enkel een opslagplaats voor informatie. Hij dirigeert geen enkele actie. Dat gebeurt in en rond het membraan. Wat is het membraan dan?
In essentie is het cellulaire membraan een dubbele laag van fosfaten, gescheiden door een laag vet. Fosfaten zijn wateroplosbaar en staan, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van de cel, in contact met water. De vetlaag is ondoordringbaar voor alles wat wateroplosbaar is. Deze eenvoudige structuur scheidt het water in de cel van het water buiten de cel. Maar de binnenkant moet wel weten wat er aan de buitenkant gebeurt en moet in staat zijn om hier op te reageren, om ermee te communiceren. Het membraan wordt daarom gepenetreerd door proteïnen. Proteïnen zijn een ketting van aminozuren, zoals een ketting van parels, maar het mooie is dat deze ketting zichzelf draait in verschillende posities afhankelijk van de elektrische lading die de aminozuren met zich meedragen. Blijkbaar zijn er voor proteïnen twee stabiele posities. Eén noemen we de actieve positie, de andere de inactieve. De proteïnen van het cellulaire membraan hebben een uiteinde dat naar buiten steekt, ofwel in de extracellulaire omgeving of in de intracellulaire omgeving. In hun inactieve toestand beïnvloedt de vorm van de proteïne de beschermende functie van het membraan niet om binnen en buiten gescheiden te houden. Maar in de actieve toestand verandert de proteïne van vorm zodat een kanaal doorheen het membraan zich opent, waardoor bepaalde elementen van binnen naar buiten kunnen vloeien, of van buiten naar binnen. Blijkbaar zijn al deze proteïne-uiteinden die naar buiten steken zeer specifiek en reageren ze op zeer specifieke "dingen" uit de omgeving. Het zijn precies kleine sloten waar enkel specifieke sleutels op passen. Dus als bepaald materiaal er langs stroomt dat specifiek is voor dat proteïne-uiteinde dan zal het zich vasthechten, waardoor de vorm van de proteïne verandert en het kanaal zich opent om informatie in de cel binnen te laten (of naar buiten te laten, al naargelang). Als bijvoorbeeld een insuline molecule aangetrokken werd door het proteïne-uiteinde op een cellulair membraan, dan zal dit de vorm van de proteïne veranderen waardoor deze dan toelaat dat een suikermolecule de cel binnen komt. Men heeft nu ontdekt dat het cellulaire membraan, de oppervlakte van de cel, bedekt is met miljoenen van deze kleine antennes, proteïne-uiteinden die naar buiten steken. Elk hiervan is zeer specifiek voor bepaalde elementen.
En dat is nog niet alles. Blijkbaar "luistert" de grootste meerderheid van deze proteïne-uiteinden, deze antennes, niet naar materiële elementen die voorbij stromen, maar de meerderheid reageert eigenlijk op vibraties uit de omgeving. Ze zijn zoals radio-antennes die bepaalde frequenties oppikken uit de omgeving, zowel extra- als intracellulair, en deze dan vertalen in een fysieke actie van de cel. Dus wordt elke cel in het lichaam geraakt door dezelfde energiefrequenties vanuit de omgeving van het lichaam, tegelijkertijd. Elke cel in het lichaam weet altijd wat er in de omgeving van het lichaam gebeurt. Een heel nieuw onderzoeksterrein is uit deze informatie ontstaan en wordt signaal transductie genoemd.
Cellen die vergelijkbare jobs hebben organiseren zichzelf in gemeenschappen en werken samen. Deze groepen worden organen, klieren, spieren, enz.. genoemd. Binnen gemeenschappen worden sommige cellulaire taken gedeeld en informatie wordt verspreid door het gemeenschappelijke netwerk. Dit laat de individuele cel toe om zich nog meer te concentreren op zijn eigen specifieke taak, door verschillende taken te delegeren. Vergelijkbaar met de manier waarop wij onszelf georganiseerd hebben in steden en dorpen waar je niet langer individueel moet zorgen voor je eigen energie (elektriciteit, gasleidingen), afvalverwerking (huis aan huis ophaling), voedselvoorziening (supermarkten, winkels), enz..
Het is ook op deze manier dat de opslag van informatiegegevens met betrekking tot de ingewikkelde wisselwerking van al deze gemeenschappen in het lichaam verdeeld wordt. Er heeft zich een systeem ontwikkeld dat speciaal ontworpen is met dat doel en we noemen dat het zenuwstelsel. Dus helpt het zenuwstelsel om de werking van het lichaam te reguleren maar het is er niet essentieel voor. Elke afzonderlijke cel in het lichaam weet toch precies wat er gebeurt.
In de jaren 80 probeerden verschillende onderzoekers – onder andere Candace Pert – de weg te vinden via dewelke de hersenen onze gevoelens en gedachten communiceerden met de cellen van het lichaam. Ze ontdekten dat er zeer specifieke proteïnen waren, neuropeptiden genoemd, die in de hersenen geproduceerd werden, afgeschermd van de rest van het lichaam, die verband hielden met het humeur waarin we ons bevonden. Met andere woorden, als je gelukkig bent dan produceer je andere neuropeptiden in de hersenen dan wanneer je verdrietig, kwaad of jaloers bent. Ze probeerden uit te vinden hoe het lichaam de boodschap ontving welk humeur ik had in de cellen van bijvoorbeeld de lever, de darmen, de spieren enz.. En wat ze in eerste instantie ontdekten was dat de cellen van het immuunsysteem receptoren (antennes) hadden voor deze neuropeptiden. Dit was eigenaardig in zoverre dat er geen behoefte leek te bestaan voor deze cellen om antennes te hebben die nooit in contact zouden komen met die bepaalde neuropeptiden, omdat deze alleen maar in de hersenen geproduceerd werden door de cellen van het zenuwstelsel. Dan ontdekten ze dat deze receptoren zich ook op de celmembranen in de darm, in de lever, in de huid bevonden. Eigenlijk werden deze receptoren aangetroffen op het membraan van elke cel in het lichaam!
Daarna ontdekte men waarom. De reden hiervoor is omdat elke cel in het lichaam deze neuropeptiden aanmaakt. Met andere woorden, elke cel in het lichaam produceert de chemicaliën die de cel vertellen welk humeur je hebt. Dus, op elk ogenblik weet elke cel in het lichaam wat je voelt en ze reageert hier op. Zijn werking wordt afgestemd op jouw humeur. En hier is de reden, als je gelukkig bent en tevreden en de telefoon rinkelt en een stem zegt, "Je moeder is zojuist overleden!", dan voel je je ogenblikkelijk heel verdrietig. Dat niet alleen, maar je ingewanden stoppen met de vertering, je ademhaling wordt oppervlakkig en snel, je bloeddruk stijgt, je polsslag verhoogt, de spanning in je spieren verhoogt, je ogen vullen zich met water, enzovoorts. Al deze veranderingen gebeuren onmiddellijk. Dit kan enkel verklaard worden omdat elke enkelvoudige structuur in de structuur van het lichaam de boodschap op hetzelfde ogenblik ontvangt en hierop reageert. Dat is waarom er altijd perfecte coördinatie is.
Geweldig. Maar er is nog een laatste stukje van de puzzel, en ook dat hebben we nodig als we ook maar willen beginnen om de waargenomen effecten van oorkaarsen en heling in het algemeen te begrijpen. En dat is dat men vastgesteld heeft dat deze antennes, die de cellen gebruiken om te luisteren naar hun omgeving, niet altijd allemaal naar buiten steken. De cel kan zijn proteïnestaart intrekken in wat op een kleine tube lijkt. Waarom zou een cel niet absoluut alles willen weten wat er in de wereld rondom hem gebeurt? Wel, de waarheid is dat er teveel is. Ook zouden sommige dingen te gevaarlijk kunnen zijn en deze kunnen beter genegeerd en buitengesloten worden in plaats van er op te reageren. We zouden moeten weten dat dit ongeveer werkt zoals wij als een geheel ook functioneren. Heb je nog nooit geluisterd naar een gesprek en nadien is iemand erover aan het praten maar jij hebt blijkbaar niet gehoord wat zij gehoord hebben? Het was er wel, maar jouw registratie ervan was totaal anders. De cel doet iets gelijkaardigs door te kiezen om sommige dingen niet "op te slaan". Ze trekt de relevante antenne in. Wie neemt die beslissing? Wel, blijkbaar doe jij dat. De hersenen spelen een belangrijke rol in de keuze tussen wat er genegeerd wordt en wat er opgeslagen wordt. De hersenen zijn het belangrijkste hulpmiddel van het ego. Dit is waar je dingen gaat benoemen met "hou ik van", "haat ik", "te vermijden", "stom", enzovoorts. Dit zijn sommige van de keuzes die je maakt. Als je vindt dat iets stom is, dan luister je er niet langer naar. Je trekt je terug. Jij bepaalt waar de cellen van je lichaam naar luisteren en wat ze niet zullen horen. Jij bepaalt welke antenne naar buiten steekt en welke niet beschikbaar is. Natuurlijk wijzigen deze beslissingen van moment tot moment onder verschillende omstandigheden maar omdat ze vooral gebaseerd zijn op voorgaande ervaringen, blijven we bij sommige beslissingen een heel lange tijd hangen. Wat je gelooft bepaalt waar je naar gaat luisteren in je omgeving. Het leven stelt zich aan jou voor onder de vorm waarvan jij gelooft dat het zou moeten zijn.
Twee korte verhalen om dit te illustreren. Beide verhalen nemen ons terug mee naar de jaren 60, een tijd toen er veel onderzoek gebeurde naar het verruimen van de geest en het gebruik van drugs om dit te bereiken.
" Proefpersonen werd verteld dat ze gingen deelnemen aan een studie over de effecten van LSD, maar er werd hen een placebo gegeven. Niettemin begonnen de proefpersonen een half uur na inname van de placebo de klassieke symptomen te vertonen van de eigenlijke drug, controleverlies, een verondersteld inzicht in de betekenis van het bestaan, enzovoorts. Deze "placebo trips" duurden enkele uren – Dr. Harriet Linton en Robert Langs (1962)
" Alpert ontmoette een wijze kleine heilige man aan de voet van de Himalaya op zijn zoektocht naar inzicht in de LSD ervaring. Omdat de man ouder was dan 60, dacht Alpert eerst om hem een kleine dosis van 50 tot 70 microgram LSD te geven. Maar de man was meer geïnteresseerd in één van de pillen van 305 microgram die Alpert bij zich had, een aanzienlijk hoge dosis. Met tegenzin gaf Alpert hem één van de pillen, maar de man was nog steeds niet tevreden. Met pretlichtjes in zijn ogen vroeg hij er nog één, en nog één en hij plaatste alle 915 microgram LSD op zijn tong, een massale dosis volgens elke standaard, en slikte ze door. Verbijsterd keek Alpert gespannen toe, hij verwachtte dat de man met zijn armen zou beginnen te zwaaien en zou gaan roepen en tieren, maar integendeel, de man gedroeg zich alsof er niets aan de hand was. Hij bleef zo gedurende de rest van de dag, zijn gedrag even sereen en onverstoorbaar als altijd, met uitzondering van de pretlichtjes waarmee hij Alpert af en toe aankeek. De LSD had blijkbaar weinig of geen effect bij hem. Alpert was zo aangedaan door de ervaring dat hij stopte met LSD, zijn naam veranderde in Ram Das, en zich bekeerde tot het mysticisme - Harvard psycholoog Richard Alpert (1966)
Wat je gelooft is datgene wat je gaat ervaren. Ik heb het hier over eender welk geloof dat vastgeankerd zit in je hart, in jou ware "zelf". Je ziet de wereld zoals jij gelooft dat hij is, en je kan dus veranderen welke invloed een therapie, bijvoorbeeld, op jou zal hebben. Maar, en dit is het mooie eraan, een oorkaars doet altijd hetzelfde voor jou. Ze verwarmt je; ze droogt je uit; ze verlicht je. Als je deze veranderingen nadien wil terug schroeven, bijvoorbeeld, de verstopping terug laten komen, dan kan je dit zeker doen. Op deze manier kan je "bewijzen" dat de therapie niet werkt. Maar dat is natuurlijk alleen maar waar voor jou, en op dit ogenblik! Het kan allemaal gemakkelijk wijzigen als je besluit om je gezichtspunt te veranderen, je houding.
En de waarheid is dat je inderdaad niet moet geloven in oorkaarsen alvorens ze hun voordelen aan jou leveren. Je beslist alleen of je ze al dan niet blijft vasthouden, maar je ontvangt ze altijd. Alle effecten. Dat betekent dat je niet kan kiezen. Je kan niet beslissen dat je de extra hitte, energie, wil maar je wil het uitdrogend effect niet omdat je al te droog bent, zoals bijvoorbeeld gebeurt bij eczema. Onthoud dat je de drie belangrijke effecten zal krijgen, altijd. Als er één niet gewenst is, dan moet je stappen ondernemen om dat specifieke effect tegen te werken om andere gezondheidsproblemen te voorkomen. Als je oorkaarsen wil doen bij iemand met eczema of psoriasis dan is het logisch dat je het systeem niet nog verder wil uitdrogen. Dit kan je vermijden door veel natuurlijke oliën aan het systeem toe te voegen, door hen te adviseren meer olie in hun dieet te gebruiken en dagelijkse oliemassages te doen met natuurlijke oliën. Het is verstandig om voortdurend uit te kijken naar een onevenwicht in het leven van mensen en je bewust te zijn van de ernstige impact die oorkaarsen voor hen kunnen hebben.
De holle kaars levert de kwaliteiten van hitte, droogte en lichtheid af aan het fysieke lichaam door de werveling die zich spiraalsgewijs naar beneden beweegt naar het lichaam toe (dit proces wordt "implosie" genoemd). Dit levert geen hitte, zoals in een warmere temperatuur, aan het oor. De eigenlijke temperatuur aan het uiteinde van de kaars verandert nauwelijks doorheen het hele proces. Toch ervaren sommige mensen warmte als resultaat van oorkaarsen, sommigen zelfs hitte. Dat is hun ervaring. Dat is niet de eigenlijke temperatuur. Vergelijkbaar, als je je handen op twee tafels legt die al enkele dagen in dezelfde kamer staan, één van hout en de andere van metaal, dan ervaar je de éne als warm en de andere als koud, en toch hebben ze dezelfde temperatuur.
Deze kwaliteiten worden opgepikt door elke individuele cel in het lichaam op hetzelfde ogenblik. Ze hebben een invloed op de werking van het lichaam en alle cellen erin door deze kwaliteiten. Het lichaam heeft zijn prioriteitenlijst van herstelwerk en heling, zijn "to-do" lijst, en het zal de aangeleverde energie richten naar daar waar ze het meest nodig is. Er kunnen dingen zijn die eerst moeten gebeuren alvorens de verstopping, waarmee je geplaagd wordt, kan opgelost worden. Daarom is het goed om waar te nemen wat het systeem doet als resultaat van oorkaarsen, in plaats van te willen voorspellen wat het ermee zal gaan doen.
Het plaatsen van de oorkaars in het oor lijkt nu ook een goed idee te zijn. Het hoofd is het grootste energiecentrum van het lichaam. Hier wordt de meeste energie uitgewisseld met de omgeving. In het geval van hypothermia (onderkoeling) wordt ons altijd verteld om het lichaam te bedekken om het op te warmen, maar ook om het hoofd te bedekken. Als je het hoofd vergeet zal de persoon niet opwarmen, omdat er veel hitte verloren gaat via het gebied van het hoofd. Zo is het ook veel gemakkelijker om een zonneslag te krijgen als je het lichaam bedekt maar je hoofd niet beschermd is tegen een lange blootstelling aan intens zonlicht, dan wanneer je het hoofd bedekt hebt maar niet de rest van het lichaam. Het concentreren van de inbreng van kwaliteiten van het vuur naar het hoofd lijkt dus een zeer goed idee te zijn. Hier vindt de meest krachtige uitwisseling plaats. Als je lichaamskaarsen wil doen, dan is het verstandig om eerst te beginnen met oorkaarsen, het zenuwstelsel te richten waar jij het wil, en daarna verder te gaan met lichaamskaarsen (Greg Webb).
Wat we in de toekomst ook nog zullen ontdekken over het proces van oorkaarsen, we weten nu al dat we een eenvoudig, krachtig, energetisch middel hebben dat helpt om gezondheid te verkrijgen, een beetje beïnvloed door het ego en de bewuste geest. Het is het middel dat in grote mate de mogelijke blokkades van het ego kan doordringen.
Het werkt.
Het werkt heel goed.
Het werkt heel goed op een zeer consistente manier.
Voorgesteld op de Oorkaarsen Conferentie
Reepham, Norwich, United Kingdom