Door Dr Patrick Quanten
Zoals sommigen onder u al begrepen hebben uit mijn andere artikels over oorkaarsen, ben ik geboeid door de restanten die overblijven op de bodem van de kaars. Wat betekent dit? Niets voor sommigen. Niet veel voor anderen. Niet betrouwbaar wordt mij verteld. En ik aanvaard dat allemaal, maar tegelijkertijd geloof ik niet dat er iets in de natuur bestaat zonder betekenis. Ik haat het om alleen maar te dom te zijn om zo iets onnozels te kunnen begrijpen.
Omdat alles in het leven energie is, moet dit ook zo zijn. We kunnen al bewijzen dat de restanten geproduceerd worden uit de rook, die zich spiraalsgewijs naar beneden beweegt aan de binnenkant van de kaars. Als we alle hindernissen wegnemen, zoals filters en smalle uiteinden, en de kaars laten branden als een rechte tube (wees voorzichtig dat er geen draden blijven hangen!), dan observeren we witte rook die aan het uiteinde van de kaars ontsnapt maar er valt geen poeder noch vetbolletjes uit de kaars. Door het verbrandingsproces zelf wordt er enkel rook geproduceerd, geen andere restanten.
De restanten verschijnen van zodra we een hindernis in de loop van de rook plaatsen. Wat we eigenlijk doen is de rook "samenpersen" en dan ontstaan materiële dingen, omdat dit de algemene regel is hoe materiaal ontstaat. Dit is een fysiologisch proces, waarbij alle materie gegenereerd wordt uit energie door ofwel de druk te verhogen of de temperatuur te verlagen, of beide. In de kaars gebeurt niets anders!
Een ander conclusie die we al onmiddellijk kunnen trekken is dat wat er ook op de bodem van de kaars "geproduceerd" wordt als restanten moet komen van de rook zelf en hierdoor houdt dit rechtstreeks verband met de veranderingen in de lucht rondom de kaars, die verbrand wordt. Dit betekent dat de lucht waarin de kaars brandt het essentiële basis ingrediënt is van de restanten. Of, om het meer correct uit te drukken, de restanten zijn volledig afhankelijk van de lucht waarin de kaars brandt en het verbrandingsproces zelf.
Waarnemingen van vele sessies met oorkaarsen hebben ons de volgende informatie gegeven over de inhoud van een verbrande kaars. Ten eerste, we zien een groot verschil in de verzamelde restanten van persoon tot persoon, die oorkaarsen kregen onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden en omgeving. Ten tweede, binnen één persoon merken we een verandering van de restanten wanneer de symptomen veranderen.
Dit heeft ertoe geleid dat ik geloof dat de restanten verband houden met de manier waarop de persoon zich voelt en hoe hij functioneert. Aangezien alles wat met materie, inclusief ons lichaam, te maken heeft energie is, is het ook logisch dat het energieveld van een persoon verschilt door de manier waarop hij/zij zich voelt. In de oude medische systemen was het normaal om symptomen te omschrijven in termen van energie. Een water probleem werd omschreven als zwaar en vochtig. Hoe meer water er zich in de atmosfeer bevindt, hoe gemakkelijker het is om dit te manifesteren in een vloeibare vorm door middel van het verhogen van de druk en/of het verlagen van de temperatuur (de dauw op het gras, bijvoorbeeld, verschijnt net voor de dageraad als de temperatuur het laagste is). Het gevolg van een vuur maken in een vochtige atmosfeer is dat het watergehalte vermindert en er hierdoor een aanzienlijk verschil optreedt in de lucht zelf. Net zoals hitte toevoegen aan een droge atmosfeer niet veel verandering teweeg zal brengen vergeleken met de veranderingen die optreden wanneer men hitte aan een vochtige atmosfeer toevoegt.
Een andere waarneming is dat sommige soorten kaarsen verschillen in restanten opleveren dan andere bij dezelfde personen. Sommige soorten kaarsen zullen altijd minder restanten vertonen dan andere. Als we dit onderzoeken wordt het duidelijk dat deze kaarsen anders gemaakt werden. En iets wat ons opgevallen is, is dat de kaarsen die voortdurend minder restanten opleveren na het branden, allemaal zwaardere soorten kaarsen zijn, vooral in het soort en de hoeveelheid stof die gebruikt werd. Hierdoor wordt het verbrandingsproces vertraagd en is er meer energie nodig om het materiaal te verbranden. Hoe vaster de materie, hoe moeilijker deze brandt. Hout brandt moeilijker dan stro. Steenkool brandt moeilijker dan hout. Er is meer energie nodig, meer hitte, om vastere materie op te branden, dit geldt ook voor het materiaal van oorkaarsen.
Er zijn heel wat theorieën in omloop over de oorsprong en de betekenis van de restanten, waarvan sommige tot een besluit komen dat "het er niet toe doet". Dit is natuurlijk waar, maar niet verstandig als je het proces wil begrijpen, zodat je kan leren wat de waarheid is over oorkaarsen en wat niet. Inderdaad, voor mijn leven van alledag maakt het geen verschil of de aarde rond of plat is, maar als ik geloof dat ze plat is dan zal ik niet alle informatie of alle antwoorden krijgen die nodig zijn om mijn waarnemingen volledig te begrijpen.
Om onze reis om te leren begrijpen te starten moeten we beginnen bij de wetenschappelijke waarheid die zegt "Alle materie is energie". Materie is gemaakt van energie door een proces van samendrukking en afkoeling.
De volgende waarneming is dat het branden gebeurt in de lucht rond de materie, niet in de materie zelf. Dit is zeer duidelijk met vluchtige vloeistoffen zoals benzine, maar het kan ook waargenomen worden als steenkool of hout brandt. Dus, als de lucht rond de materie verwarmd wordt, dan veranderen de kwaliteiten en daarom verandert de materie die geproduceerd wordt ook. Door hitte toe te voegen aan het energieveld, aan de lucht rond de materie, veranderen we de kwaliteit van vochtigheid naar droogte, de kwaliteit van koude naar warmte en die van zwaarte naar lichtheid. Dat is waarom een zwaar stuk koud hout verandert in droge, warme en zeer lichte stof na het verbrandingsproces. Hitte doet dit altijd. En het is door het veranderen van de temperatuur van het energieveld dat de materie verandert. Dat is waarom ijs smelt, zelfs als je er geen vuur onder brandt, maar alleen maar door de omgeving van het ijs op te warmen. Hetzelfde proces is verantwoordelijk voor het smelten van een kaars in een warme omgeving.
Dus, nogmaals, de restanten op de bodem van de kaars na het verbrandingsproces zijn geproduceerd door de verandering die aangebracht werd binnen het energieveld waarin de kaars gebrand heeft. Het branden zelf produceert zwarte rook aan de buitenkant van de kaars, die zeer licht is en recht naar boven de lucht in gaat. Het andere wat geproduceerd wordt is witte rook aan de binnenkant, de holle kant, van de kaars en deze beweegt zich spiraalsgewijs naar beneden in de kaars. Deze rook koelt af, omdat deze zich verwijdert van de hittebron, en draagt de energetische veranderingen die door de hitte ontstaan zijn in zijn centrale draaiing met zich mee. Als deze rook nu ook nog eens samengedrukt wordt, als een hindernis op zijn weg ligt zoals een filter of een vernauwing of geblokkeerde doorgang, dan zal deze zich beginnen te materialiseren in precies datgene wat het in energetische vorm met zich meedraagt. Dit zal enkel gebeuren wanneer er een hindernis op zijn weg komt, een samendrukking van eender welke aard.
Hoe meer vochtigheid omgezet wordt in droogte, hoe meer poeder gematerialiseerd zal worden. Hoe meer koude omgezet wordt in hitte, hoe meer vet er zal verschijnen. Dat is de basis, maar er is meer.
De lucht waarin deze kaarsen branden, het energieveld dat beïnvloed wordt, bestaat uit het energieveld van de persoon wiens oor je geleend hebt, maar het omvat ook het energieveld van de kaars zelf. Natuurlijk, de kaars is ook materie en heeft dus ook zijn eigen energieveld. (Ik laat de overweging buiten beschouwing dat sommige therapeuten zichzelf zeer nauw betrekken in het verbrandingsproces door de kaars vast te houden). Hoe zwaarder het materiaal is waaruit de kaars gemaakt is, hoe zwaarder het energieveld is en hoe meer energie, hitte, er nodig is om te branden. Dit principe geldt voor alle verbrandingsprocessen: steenkool is zwaarder dan hout, brandt trager en er is meer hitte nodig om steenkool te laten branden. Deze zijn beiden zwaarder dan benzine, die zeer snel kan ontvlammen en snel brandt. Dus, hoe zachter de kaars, hoe efficiënter ze zal branden omdat ze minder hitte nodig heeft om zelf te veranderen. Er zijn kaarsen op de markt die zo zwaar zijn dat ze bijna geen restanten produceren. Bijna alle hitte, die geproduceerd wordt tijdens het verbrandingsproces wordt in dit geval opgenomen door de verandering die plaats vindt in het materiaal van de kaars. Er blijft maar heel weinig over om veranderingen mogelijk te maken bij de persoon.
Ik heb eerder verklaard dat de brandduur een indicator was voor de efficiëntie van de oorkaars. Met het oog op deze nieuwe overwegingen moet ik dit aanpassen, omdat we nu zien dat een zeer vast gemaakte kaars langzaam zal branden, maar tegelijkertijd niet efficiënt is. Een efficiënte kaars moet veel hitte creëren, zowel door het gebruik van de juiste bouw- en brandmaterialen en door zijn vorm, omdat de doorsnee van de kaars de hoeveelheid hitte bepaalt in het centrum (te groot betekent verlies van hitte en efficiëntie). Tegelijkertijd moet ze licht en zacht zijn om niet teveel energie af te leiden naar de kaars zelf. Het idee is om zoveel mogelijk hitte toe te laten om veranderingen mogelijk te maken in het energieveld van de persoon en dit kan alleen gebeuren nadat de kaars alles wat ze zelf nodig heeft, om haar eigen materie te veranderen, opgebruikt heeft.
We begrijpen nu waarom we niet dezelfde resultaten kunnen verzamelen door gewone kaarsen te branden in het energieveld van een persoon. Deze kaarsen gebruiken zelf bijna alle hitte energie in hun eigen transformatie, omdat ze al die kaarswas moeten wegbranden, die veel te zwaar is om nog energie over te laten voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van de kamer waarin de kaars staat.
Eens we ons realiseren wat de boodschap van de restanten in de kaars aan ons is, kunnen we misschien stoppen met te focussen op andere, onschuldige, mensen en hen te bombarderen met uitleg over "veiligheid", als we zelf onwetendheid ten toon spreiden over het proces als geheel. Laten we onze aandacht richten op het produceren van efficiënte kaarsen die veilig zijn om te gebruiken, en laat ons dan eindelijk veilige begeleiders, therapeuten, afleveren. Laat ons begrijpen waarom oorkaarsen efficiënt zijn in plaats van te suggereren dat als er een vlam uit iemand zijn oor komt dit hem gezondheid op aanvraag levert.
Omdat het deel uitmaakt van dit universum, moeten de restanten in een oorkaars zinvol zijn, zoals al het andere in het universum ook zinvol moet zijn. De aarde is niet langer plat. Doorgaan met te geloven dat het universum een kansspel speelt, staat gelijk met het negeren van al het wetenschappelijke bewijs. Er is een eenvoudige set regels, en er is een eenvoudig spel over het voorzetten van de evolutie. De aarde is rond.
De waarheid verandert niet als ik faal in mijn waarneming.
Elke dag zie ik met mijn eigen ogen dat de aarde plat is.
Ik kan de waarheid zien, als ik bereid ben ernaar te zoeken.